36 403 Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet, houdende regeling van nicotineproducten zonder tabak en nicotineapparaten

Nr. 11 AMENDEMENT VAN DE LEDEN KRUL EN DANIËLLE JANSEN

Ontvangen 14 mei 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel A, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de in subonderdeel a opgenomen definitie wordt de komma na «elektronisch verhittingsapparaat» vervangen door «en» en vervalt «en nicotineproduct zonder tabak, met uitzondering van nicotineproduct zonder tabak voor oraal gebruik».

2. In subonderdeel c vervalt de begripsomschrijving van «nicotineproduct zonder tabak voor oraal gebruik».

3. In de in subonderdeel d opgenomen definitie vervalt «voor oraal gebruik».

II

Artikel I, onderdeel B, onder 2, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «worden drie leden» vervangen door «wordt een lid».

2. Het achtste en negende lid vervallen, onder vernummering van het tiende lid tot het achtste lid.

3. In het achtste lid (nieuw) vervalt «, achtste of negende».

III

Artikel I, onderdeel C, vervalt.

IV

In artikel I, onderdeel D, vervalt «voor oraal gebruik».

V

Artikel I, onderdeel E, vervalt.

VI

Artikel I, onderdeel F, vervalt.

VII

Artikel I, onderdeel G, vervalt.

VIII

Artikel I, onderdeel H, vervalt.

IX

Artikel I, onderdeel J, vervalt.

Toelichting

Op dit moment voorziet het wetsvoorstel in een verbod op nicotineproducten zonder tabak voor oraal gebruik (nicotinezakjes), en gaat voor NZT niet voor oraal gebruik geen verbod gelden, maar een lichter regime dat lijkt op het regime voor aanverwante producten. Het gaat dan bijvoorbeeld om nicotinesticks, stoomsteentjes met nicotine voor waterpijpen of nicotinespray. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat er in het buitenland nog meer variatie aan producten bestaat, zoals waterpijppasta, tandenstokers met nicotine en handgels met nicotine. De indieners zouden graag ook deze NZT niet voor oraal gebruik onder het verbod willen brengen net als NZT voor oraal gebruik. Zo gaat voor alle NZT hetzelfde regime gelden.

In de nota naar aanleiding van het verslag heeft het kabinet aangegeven dat «wanneer meer duidelijkheid komt over de risico’s van deze producten of het gebruik toeneemt zou een verbod op andere typen NZT ook kunnen worden overwogen.» Volgens de indieners is juist het feit dat het producten betreft die nu nog niet breed beschikbaar zijn reden om een verbod nu wettelijk te regelen. Het toepassen van het voorzorgsprincipe is hier op zijn plaats. Het is bekend dat de tabaksindustrie niet stil staat en telkens nieuwe producten op de markt brengt. De voorgestelde wijziging voorkomt een eventuele verschuiving in promotie en gebruik van NZT niet voor oraal gebruik. Daarmee zetten we een concrete stap naar een rookvrije generatie en het verminderen van de risico’s van roken voor jongeren.

Krul Daniëlle Jansen

Naar boven