36 387 Wijziging van de Omgevingswet, de Gaswet en de Warmtewet in verband met gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie)

Nr. 14 AMENDEMENT VAN DE LEDEN GRINWIS EN FLACH

Ontvangen 27 maart 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Aan artikel IIA worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

C

Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14

  • 1. De Autoriteit Consument en Markt stelt regulatorische accountingregels vast gericht op de van een leverancier of de groep waartoe deze behoort te verkrijgen noodzakelijke gegevens voor de uitvoering van de bij of krachtens deze wet gegeven bevoegdheden.

  • 2. De Autoriteit Consument en Markt kan een leverancier of de groep waartoe het behoort verzoeken informatie op grond van de regulatorische accountingregels te verstrekken. De leverancier verstrekt de informatie binnen de in het verzoek gestelde termijn.

  • 3. De informatie, bedoeld in het tweede lid, is gecontroleerd door een registeraccountant indien de Autoriteit Consument en Markt daarom heeft verzocht.

D

In artikel 45, tweede lid, wordt na «vierde lid,» ingevoegd «of 45b».

E

Na artikel 45a, wordt, onder vernummering van artikel 45b naar artikel 45c, een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 45b

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip:

1. komt artikel 2, derde lid, als volgt te luiden:

  • 3. De leverancier brengt ten hoogste de maximumprijs, bedoeld in artikel 5, eerste lid, bij een verbruiker in rekening voor de volgende goederen en diensten:

    • a. het transport en de levering van warmte;

    • b. het transport en levering van koude, indien de levering van koude noodzakelijk is voor een efficiënte werking van het warmtenet en de leverancier om die reden de verbruiker uitsluitend de mogelijkheid biedt om warmte in combinatie met koude af te nemen;

    • c. de afleverset voor warmte of een afleverset voor warmte en koude;

    • d. de aansluiting op een warmtenet;

    • e. het afsluiten van een warmtenet;

    • f. de meting van het warmteverbruik;

    • g. overige goederen of diensten.

2. vervalt artikel 4a.

3. wordt artikel 5 als volgt gewijzigd:

a. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. De Autoriteit Consument en Markt stelt de maximumprijs vast van de goederen en diensten, bedoeld in artikel 2, derde lid, die wordt berekend op grond van een kostengebaseerde systematiek, waarbij rekening wordt gehouden met de consumentenbescherming met betrekking tot betaalbaarheid, en de investeringszekerheid ten aanzien van de uitbreiding en verduurzaming van warmtenetten.

  • 2. De maximumprijs kan verschillen per leverancier of soort warmtenet.

b. Onder vernummering van het vijfde, zesde, zevende en achtste lid tot het derde, vierde, vijfde en zesde lid, vervallen het derde en vierde lid.

c. In het derde lid (nieuw) en vierde lid (nieuw) wordt «het eerste lid en vierde lid» vervangen door «het eerste lid».

d. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over:

    • a. de methode voor de berekening van de maximale tarieven op grond van een kostengebaseerde systematiek;

    • b. de goederen en diensten, bedoeld in artikel 2, derde lid, en subcategorieën van deze goederen en diensten;

    • c. de wijze waarop onderscheid wordt gemaakt tussen een vast, variabel, eenmalig of periodiek tarief.

e. In het zesde lid (nieuw) wordt «het zevende lid» vervangen door «het vijfde lid».

4. wordt artikel 8 als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid vervallen de zinsnedes «en tegen ten hoogste een door de Autoriteit Consument en Markt vast te stellen tarief» en «Het tarief kan verschillen voor verschillende categorieën en aanvullende functionaliteiten van afleversets voor warmte».

b. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde tot en met veertiende lid tot het vijfde tot en met dertiende lid.

c. In het vijfde lid (nieuw) vervallen de dubbele punt in de aanhef, de aanduiding «a.», en de onderdelen b en c, onder het vervangen van de puntkomma aan het slot van onderdeel a (oud) door een punt.

d. In het dertiende lid (nieuw) wordt «elfde tot en met dertiende lid» vervangen door «tiende tot en met twaalfde lid».

  • 5. wordt in artikel 18, tweede lid, de «4a, eerste lid, 5, eerste en vierde lid» vervangen door «5, eerste lid».

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe de stapsgewijze implementatie richting een op kosten gebaseerde tariefregulering van warmte op te nemen in de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw).

De Kamer heeft in de motie van het lid Kröger c.s. (Kamerstuk 29 023, nr. 488) verzocht om de methodiek waarop het «niet meer dan anders»-principe wordt bepaald aan te passen op een reële en rechtvaardige wijze. De regering heeft invulling aan deze motie gegeven door de aanpassing van de tariefregulering uit het wetsvoorstel Wet collectieve warmte (Wcw) gedeeltelijk naar voren te trekken en in de Warmtewet op te nemen. Dit is gedaan in de tweede nota van wijziging op de Wgiw (Kamerstuk 36 387, nr. 10). Hiermee is een eerste stap gezet. De gasreferentie wordt echter niet volledig, maar slechts gedeeltelijk losgelaten. Daarmee worden de verhogingen van de kosten voor aardgas, samenhangend met de ontwikkeling van de energiebelasting op aardgas, en die geen enkel verband houden met de kosten van collectieve warmte niet meer meegenomen bij het vaststellen van de maximumprijs. Het gevolg hiervan is dat, na een periode van een arbitraire koppeling van de prijs van collectieve warmte aan aardgas, er nu een periode dreigt aan te breken van nog immer min of meer subjectieve prijzen voor warmte die zowel voor aanbieders als afnemers voor onzekerheid zorgt. Duidelijkheid over het toegroeien naar een nieuw kostengebaseerd referentietarief is nodig om deze onzekerheid te verminderen.

Indieners beogen met voorliggend amendement dan ook de vervolgstappen richting een op kosten gebaseerde warmteprijs op te nemen in de Wgiw. Zij benadrukken dat bij de vaststelling van de tarieven een goede balans moet worden gezocht tussen consumentenbescherming gericht op betaalbaarheid en investeringszekerheid gericht op uitbreiding en verduurzaming van warmtenetten. Daarom wordt voorgesteld om in de Warmtewet al een grondslag op te nemen om de maximale tarieven vast te stellen op grond van een kostengebaseerde systematiek. Deze bepalingen zullen in werking treden bij koninklijk besluit (artikel IIA, onderdeel E). Het koninklijk besluit zal worden voorgehangen aan beide Kamers der Staten-Generaal (artikel IIA, onderdeel D). Hierdoor kan de ACM na inwerkingtreding van de Wgiw direct beginnen met het voorbereiden van de kostengebaseerde tariefregulering. Zo hoeft niet gewacht te worden op de nu nog onzekere inwerkingtreding van de Wcw. Hiermee wordt duidelijkheid aan zowel producenten als consumenten geboden over de ontwikkeling van de tarieven van warmte.

Grinwis Flach

Naar boven