36 373 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en Wet voortgezet onderwijs 2020 in verband met de tijdelijke inrichting van tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen voor leerplichtige nieuwkomers en het versterken van de regierol van gemeentebesturen bij het aanbod van nieuwkomersonderwijs (Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs)

36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 en wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

J1 BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD2

Aan de Minister van Asiel en Migratie,

Den Haag, 2 juli 2024

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad (I&A/JBZ) van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de voormalig Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 15 mei 20243 waarin wordt gereageerd op het gebruikelijke halfjaarlijks toezeggingenrappel van de Kamer, in het bijzonder de reactie op toezegging T03726.4 Deze toezegging is overgedragen aan de commissie voor I&A/JBZ. Daarbij hebben deze leden eveneens kennis genomen van de brief van de voormalig Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 30 november 20235 waarnaar de voormalig Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs in zijn reactie op toezegging T03726 verwijst en waar tevens wordt ingegaan op de bij de behandeling van de Tijdelijke wet nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs op 26 september 2023 ingediende motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen6, welke motie met voormelde toezegging verband houdt. De leden van de fractie van D66 wensen u naar aanleiding hiervan enkele vragen te stellen over de nadien gewijzigde en vervolgens aangenomen motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen.7 De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de SP en Volt wensen zich bij de gestelde vragen aan te sluiten.

De leden van de fractie van D66 wijzen erop dat gewijzigde motie-Van Meenen (D66) c.s. over een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen beoogt het aantal gedwongen verhuisbewegingen van kinderen in de asielprocedure tot maximaal 1 te reduceren. Dit om te garanderen dat kinderen zich in het onderwijs en in sociaal en psychisch opzicht optimaal kunnen ontwikkelen, zoals de deugdelijkheidseisen van het onderwijs dat voorschrijven. Deze leden hebben u in het licht hiervan nog de volgende vragen te stellen.

  • 1. De leden van de fractie van D66 constateren dat de voormalig Staatssecretaris in zijn reactie het belang van uitvoering van de eerdere motie onderschrijft. Daarbij is de voormalig Staatssecretaris eveneens van mening dat de vele verplaatsingen als gevolg van de inrichting van de asielprocedure ongewenst is. De leden van de fractie van D66 vragen de Minister waarom deze constatering niet leidt tot tenminste scenario’s voor een andere inrichting van de asielprocedure waarin deze gedwongen verhuizingen voor kinderen (en hun gezin) achterwege kunnen blijven. Bent u alsnog bereid zulke scenario’s te ontwikkelen en met de Kamer(s) te delen?

  • 2. De voormalig Staatssecretaris verwijst in zijn brief naar het belang van een landelijk netwerk van stabiele en duurzame opvangvoorzieningen. De aangenomen Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (de Spreidingswet) is hierin naar zijn opvatting, en die van de leden van de fractie van D66, cruciaal. Welke stappen heeft de voormalig Staatssecretaris na het van kracht worden van deze wet gezet om juist op het vlak van het terugdringen van gedwongen verhuisbewegingen voor kinderen betekenisvolle vooruitgang te boeken? En wat zijn daarvan tot heden de resultaten?

  • 3. En als de voormalig Staatssecretaris onverhoopt geen stappen in deze richting heeft gezet, waarom dan niet, zo vragen de leden van de fractie van D66. Heeft de voormalig Staatssecretaris overlegd met zijn ambtsgenoten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het zwaarwegende belang van de uitvoering van deze motie? De leden van de fractie van D66 vragen of de voormalig Staatssecretaris zich heeft laten overtuigen van de noodzaak betekenisvolle stappen te zetten in het licht van de wettelijke vereisten die aan onderwijs gesteld zijn. En zo ja, welke zijn dat?

  • 4. De leden van de fractie van D66 vragen u of u bereid bent om de Onderwijsinspectie te (doen) verzoeken onderzoek te doen naar de omstandigheden waaronder het onderwijs aan deze kinderen nu plaats vindt en de Kamer op zo kort mogelijke termijn over de resultaten te berichten.

  • 5. Tenslotte vragen de leden van de fractie van D66 u nogmaals met klem het belang van deze kinderen, van hun onderwijs en hun ontwikkeling, als uitgangspunt te nemen voor de (her)inrichting van de asielprocedure. Bent u daartoe bereid?

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen 4 weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, A.W.J.A. van Hattem


X Noot
1

De letter J heeft alleen betrekking op 36 373.

X Noot
2

De beantwoording van deze brief is meegenomen in Kamerstukken I 2025/26, 27 062 / 36 373, A.

X Noot
3

Kamerstukken I 2023/24, 36 410 VIII, J.

X Noot
5

Kamerstukken I 2023/24, 36 373, G.

X Noot
6

Kamerstukken I 2023/24, 36 373, E.

Naar boven