Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36353 nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36353 nr. A |
17 december 2024
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om te komen tot de vastlegging van een minimumbudget voor defensie om op afdoende wijze invulling te kunnen geven aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en artikel 97 van de Grondwet alsmede het voldoen aan (financiële) afspraken binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en andere bondgenootschappen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1. Ten einde uitvoering te geven aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en artikel 97 van de Grondwet stellen de regering en de Staten-Generaal jaarlijks voldoende middelen ter beschikking op de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie.
2. Met ingang van het begrotingsjaar volgend op het jaar van inwerkingtreding van dit artikel bedragen de defensie-uitgaven, overeenkomstig afspraken gemaakt binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), het equivalent van ten minste twee procent van het bruto binnenlands product van het land Nederland.
3. Na de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer bepaalt de regering in de eerstvolgende Voorjaarsnota voor het begrotingsjaar en de vier daarop aansluitende begrotingsjaren de geraamde bedragen die beschikbaar worden gesteld om te voldoen aan het tweede lid. De geraamde bedragen worden bepaald op grond van de meest recente meerjarige macro-economische ramingen van het bruto binnenlands product van het Centraal Planbureau.
4. Indien in enig jaar uit het Centraal Economisch Plan blijkt dat de macro-economische raming van het bruto binnenlands product van het land Nederland voor een of meer van de begrotingsjaren waarvoor geraamde bedragen beschikbaar zijn gesteld als bedoeld in het derde lid hoger blijkt dan het bruto binnenlands product op grond waarvan de bedragen zijn bepaald die eerder voor die begrotingsjaren beschikbaar zijn gesteld, stellen de regering en de Staten-Generaal voor die begrotingsjaren aanvullende middelen ter beschikking om te voldoen aan het tweede lid.
1. Op voordracht van Onze Minister van Defensie stelt de regering ten minste elke vijftien jaar een defensievisie vast voor een termijn van vijftien begrotingsjaren. Deze defensievisie wordt toegezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
2. De defensievisie omvat ten minste de kaders waarbinnen de regering invulling zal geven aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 1.
3. De defensievisie omvat een analyse van de strategische omgeving en de ambities en doelstellingen voor Defensie voor de lange termijn.
1. Onze Minister van Defensie geeft ten minste iedere vier jaar opdracht tot het opstellen van een strategische monitor. Deze strategische monitor, inclusief een kabinetsreactie waarin in ieder geval een analyse opgenomen is van beleidsopties, wordt toegezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal en de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
2. De strategische monitor omvat een analyse van de trends en dreigingen ten aanzien van de vitale belangen van het Koninkrijk.
3. Indien de strategische monitor of de kabinetsreactie daartoe aanleiding geven kan de regering, op voordracht van Onze Minister van Defensie, door middel van een defensienota de defensievisie, genoemd in artikel 2, aanpassen. Deze defensienota wordt toegezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal en, voor zover de daarin aangebrachte wijzigingen daartoe aanleiding geven, tevens aan de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met uitzondering van artikel 1 dat in werking treedt op 1 januari van het jaar na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Defensie,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36353-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.