Graag bied ik met deze brief de nota aan naar aanleiding van het verslag met het antwoord
op de gestelde vragen van uw Kamer.1 De fractie van de BBB verwijst in het verslag 36350 XVII naar de eerdere beantwoording
op vragen van uw Kamer inzake het feministisch buitenlandbeleid en heeft daar extra
vragen bij gesteld. Zoals beschreven in de brieven van 13 mei 2022 en 8 november 2022
over het feministisch buitenlands beleid aan uw Kamer, zet het kabinet zich met het
feministisch buitenlands beleid nog meer dan voorheen in wereldwijd bij te dragen
aan een gelijkwaardige positie van mannen, vrouwen en non-binaire mensen. Het heeft
daarbij bijzondere aandacht voor de positie van LHBTIQ+ personen. Als meer mensen
gelijke kansen krijgen dan draagt dat bij aan een veilige, stabiele en welvarende
wereld. Daarmee vergroot dit beleid de effectiviteit van het gehele Nederlandse buitenlands
beleid.
Concreet betekent dit dat Nederland vaker dan voorheen de universele gelijkheid en
gelijkwaardigheid van iedereen, met een specifieke aandacht voor de rechten van vrouwen,
LHBTIQ+ en minderheden zal agenderen en dat een genderlens wordt verankerd in de gehele
beleidscyclus. Dit betekent dat bij beleidsvorming en uitvoering altijd de vraag zal
worden gesteld wat dit betekent voor vrouwen en meisjes en LHBTIQ+ personen. Dat geldt
ook voor financiële besluiten. Ook zal het ministerie kritisch naar de eigen organisatie
blijven kijken.
Power of Women, Women Peace and Security en Leading from the South zijn drie subsidieinstrumenten die onderdeel uitmaken van het overkoepelende subsidiekader
Versterking Maatschappelijk Middenveld (2021–2025). De drie instrumenten worden gefinancierd
vanuit het SDG5 fonds voor vrouwenrechten en gendergelijkheid.
Uit het subsidieinstrument Power of Women, dat zich specifiek richt op capaciteitsversterking van vrouwenrechtenorganisaties
die zich inzetten voor het vergroten van gelijke rechten, kansen en veiligheid van
vrouwen en meisjes worden zeven allianties van maatschappelijke organisaties gefinancierd.
Het Women, Peace and Security instrument ondersteunt het vergroten van participatie en empowerment van vrouwen
en meisjes in (post-) conflictgebieden, zodat zij op betekenisvolle wijze kunnen deelnemen
aan conflictpreventie en -beslechting, vredesopbouw, besluitvorming over (humanitaire)
hulp en wederopbouw en bescherming. Acht allianties van maatschappelijke organisaties
ontvangen financiering via dit subsidie-instrument.
Via Leading from the South (LFS) ondersteunt Nederland vier vrouwenfondsen uit het mondiale zuiden. Zij ontvangen
gezamenlijk een bijdrage van EUR 80 miljoen gedurende de periode 2021–2025. De vier
fondsen geven directe financiering aan ruim 480 lokale organisaties die zich inzetten
voor vrouwenrechten en gender gelijkheid in Afrika, Latijns Amerika en Azië.
LFS wordt sinds 2022 eveneens gefinancierd door Fondation Chanel. Nederland werkt
niet samen met Fondation Chanel.
De bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht, de Kaderwet subsidies Ministerie van
Buitenlandse Zaken, het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling
Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 zijn onverkort van toepassing op de beoordeling
van aanvragen voor genoemde subsidieinstrumenten. De aanvragen zijn in 2020 beoordeeld
conform deze regelgeving. Voor alle drie instrumenten geldt dat partners de procedures
van het ministerie volgen voor inhoudelijke en financiële verantwoording van besteding
van middelen. Dit gebeurt middels financiële en inhoudelijke rapportages, jaarlijkse
audits en rapporteren van resultaten via IATI.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher