Het wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende
opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Inleiding
De leden van de fractie van BBB hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben
een aantal vragen en opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van BBB
De leden van de fractie van BBB hebben kennisgenomen van de beantwoording van de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 21 juni 2023 op vragen
van de Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.2 Naar aanleiding van vraag 47 en het daarop gegeven antwoord3 overwegen de leden van de BBB-fractie het volgende. Het Ministerie van Buitenlandse
Zaken heeft een feministisch buitenlands beleid (FBB) ingevoerd en zet daarbij in
op het integreren van een genderlens in het hele beleid.
Kan de regering uitleggen wat het feministisch buitenlands beleid inhoudt en aan welke
criteria dit wordt getoetst? De leden van de BBB-fractie vragen de regering waarom
zij een feministisch buitenlands beleid voert. Vallen groepen die zich niet identificeren
met man of vrouw buiten dit beleid? Kan de regering uitleggen wat een genderlens is?
Kan in een algemeen buitenlands beleid niet evengoed een genderlens worden geïntegreerd,
zo vragen de leden van de BBB-fractie. Dient volgens de regering het voeren van een
feministisch buitenlands beleid het Nederlands nationaal belang, en zo ja, op welke
wijze? Heeft het voeren van een feministisch buitenlands beleid in enig buitenland
het Nederlands nationaal belang geschaad of het nastreven daarvan gehinderd? Is het
benoemen van het Nederlands buitenlands beleid als een feministisch buitenlands beleid
een (modieuze) vorm van deugdzaamheid uitdragen, zo vragen de leden van de BBB-fractie.
Naar aanleiding van vraag 48 en het daarop gegeven antwoord overwegen de leden van
de fractie van BBB het volgende. De regering zet deze middelen (bedoeld in antwoord
47) in voor de lopende partnerschappen (partners: Power of Women, Women, Peace and
Security en Leading from the South).4 Waarom worden deze drie organisaties gesteund? Welke criteria zijn aangewend bij
de keuze voor deze organisaties en welk (openbaar) selectieproces is gevolgd? Is er
genoegzaam toezicht op de besteding van Nederlands belastinggeld door genoemde drie
organisaties, is hun boekhouding transparant en in orde en zijn hun uitgaven verantwoord?
Wat is de rol van het ministerie bij het toetsen van de bestedingsdoelen vooraf en
de controle achteraf? Hoe, waar en wanneer vindt evaluatie plaats en eventuele bijsturing?
Volgens de website van Leading from the South doneert Nederland vanaf 2020 tachtig miljoen
euro over een periode van vijf jaar. De andere donor is de Fondation Chanel. De leden
van de BBB-fractie vragen de regering of dit bedrag juist is. Is het volgens de regering
in het Nederlands belang om samen te werken met een donorpartner als Fondation Chanel,
een door een exclusief en duur modehuis opgezette stichting die publiekelijk kan worden
beschouwd als een «virtue-signal» voor dit modehuis? Kan de regering aangeven hoeveel
de Fondation Chanel jaarlijks doneert?
De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking
zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen de nota
naar aanleiding van het verslag graag binnen vier weken na vaststelling van dit verslag.
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Koen Petersen
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, R.H. van Luijk