36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)

36 636 Vaststelling van Boek 1, Hoofdstuk 10, en de Boeken 7 en 8 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Tweede vaststellingswet Wetboek van Strafvordering)

F1 BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de voorzitter van het Adviescollege ICT-toetsing

Den Haag, 14 oktober 2025

Het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) heeft aangegeven bereid te zijn om in te gaan op het verzoek van de Eerste Kamer om een verkenning en advies uit te brengen over de voorbereiding en regie bij de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering en hiervoor de benodigde capaciteit beschikbaar te stellen. Op grond van artikel 38, aanhef en onder f, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dient de Kamer hiertoe een officiële adviesaanvraag in.

Aanleiding

Het Wetboek van Strafvordering vormt de juridische basis van de strafrechtspleging. Het bevat de regels voor opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen. Het huidige wetboek dateert uit 1926 en is na bijna een eeuw aan herziening toe. Het nieuwe wetboek legt de grondslag voor een gemoderniseerd en digitaal toekomstbestendig strafproces en versterkt de strafrechtketen structureel.

De wetsvoorstellen tot vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering zijn momenteel in behandeling bij de Eerste Kamer (36 327 en 36 636). De commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) heeft op 19 december 2023 de «Werkgroep ter voorbereiding van de behandeling modernisering Wetboek van Strafvordering» ingesteld. Op advies van deze werkgroep heeft de commissie J&V besloten bij de behandeling van genoemde voorstellen te focussen op (1) knelpunten in de uitvoering van het nieuwe wetboek door de ketenpartners en (2) informatietechnologie van het nieuwe wetboek. Omdat de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering een hoog ICT-risicoprofiel kent is in het verlengde hiervan besloten advies te vragen aan het Adviescollege ICT-toetsing over de aanpassing van de diverse ICT-systemen in de strafrechtketen ter voorbereiding van de invoering van het nieuwe wetboek en de wijze waarop hier overkoepelend regie op wordt gevoerd, een en ander in het licht van de uitvoerbaarheid van dit nieuwe wetboek.

Uitwerking van de vraagstelling

De invoering van het nieuwe wetboek vergt omvangrijke aanpassingen in de strafrechtketen. In overleg met het AcICT en de Werkgroep is de vraagstelling als volgt geformuleerd.

De Eerste Kamer vraagt het AcICT om:

  • de voorbereiding van publieke organen in de strafrechtketen op de IT-aanpassingen die noodzakelijk zijn voor de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (voorzien op 1 april 2029) en;

  • de wijze waarop de overkoepelende regie op de invoering wordt gevoerd;

in samenhang te beoordelen op slaagkans en risico en de Eerste Kamer daarover te adviseren, waaronder begrepen eventuele verbetervoorstellen.

De Eerste Kamer verzoekt het Adviescollege daarbij rekening te houden met meerdere rapportagemomenten, waaronder in ieder geval een eerste rapport met een globaal beeld van de situatie en een risicoappreciatie. In overleg met de Eerste Kamer wordt bezien welke accenten in het vervolgonderzoek worden gelegd.

Het advies van het AcICT kan een waardevolle ondersteuning bieden bij de parlementaire behandeling van dit omvangrijke wetgevingstraject. De Eerste Kamer ziet met belangstelling uit naar de verkenning en het advies van het Adviescollege ICT-toetsing en spreekt de hoop uit dat het adviescollege het eerste rapport met daarin een globaal beeld van de situatie medio april 2026 kan afronden.

Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, M.L. Vos


X Noot
1

De letter F heeft alleen betrekking op 36 327.

Naar boven