Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36325 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36325 nr. 3 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2023
Met deze brief reageer ik namens het kabinet op het Jaarverslag 2022 van de Nationale ombudsman en van de Kinderombudsman. Dit doe ik mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Minister van Defensie heeft gereageerd op het Jaarverslag 2022 van de Veteranenombudsman in de Veteranennota 2022–2023, die op 31 mei aan uw Kamer is gezonden.1 In deze brief ga ik per thema in op het jaarverslag van de Nationale ombudsman en daarna ga ik in op het jaarverslag van de Kinderombudsman. Ik deel graag eerst met u enkele algemene reflecties.
De ombudsmannen zetten zich in om burgers bij te staan wanneer het misgaat tussen hen en de overheid of andere instanties die onder de taakopdracht vallen. De jaarverslagen die hier uit voortkomen stimuleren de overheid om stil te staan bij het afgelopen jaar, vanuit het burgerperspectief te reflecteren op het gevoerde beleid en actie te ondernemen waar nodig. De ombudsmannen helpen de overheid om met de samenleving mee te bewegen, in verbinding te blijven met inwoners en oog te houden voor de menselijke maat. Dit maakt het werk van de ombudsmannen onmisbaar.
Boodschap ombudsmannen: Tijd voor de burger
De ombudsmannen benadrukken in hun voorwoord het belang van een overheid die actief luistert, de juiste vragen stelt en met inwoners meedenkt. Ze ontvangen met regelmaat signalen van mensen die zich niet gehoord of serieus genomen voelen. Zij onderstrepen dat het belangrijk is dat de overheid actief vraagt wat iemand nodig heeft, hoe mensen zelf kunnen bijdragen aan de oplossing en waar zij daarbij de ondersteuning van de overheid nodig hebben. Door deze vragen gezamenlijk te beantwoorden stelt de overheid mensen in staat om regie te nemen in de oplossing van hun problemen en worden te grote verwachtingen vanuit beide partijen voorkomen. Juist door de tijd te nemen voor een goed gesprek met mensen, fouten te erkennen en naast hen te staan, ontstaan kansen om van mensen te leren en tot eenvoudige oplossingen te komen. Op deze manier wordt voorkomen dat burgers juridische procedures tegen de overheid moeten aanspannen om hun problemen op te lossen.
De ombudsmannen erkennen het belang van de mogelijkheid van burgers om zich te kunnen verweren tegen de overheid, maar menen tegelijkertijd dat dit niet ten koste moet gaan van de constructieve houding van de overheid. De ombudsmannen geven aan dat de overheid hier nog iets te leren heeft en noemen als voorbeeld de vernieuwing van het stelsel voor rechtsbijstand. De overheid heeft gepoogd de toegang tot dat recht laagdrempeliger te maken. De focus ligt daardoor echter te veel op een overheid die tegenover de burger staat. Een goed gesprek en constructieve samenwerking is nodig en dat vraagt volgens de ombudsmannen om een creatieve instelling vanuit de overheid waarbij niet overmatig vastgehouden wordt aan het gelijkheidsbeginsel. «Natuurlijk, wat de overheid ten minste voor de burger zal doen, moet voor eenieder gelijk zijn. Maar daarboven kunnen er verschillen zijn», schrijven zij.
Een overheid die meebeweegt met haar omgeving
Ik onderschrijf het belang van een overheid die actief luistert en de juiste vragen stelt. Het is dan ook pijnlijk om te horen dat mensen zich toch regelmatig niet gehoord of serieus genomen voelen. Juist in onzekere tijden is het belangrijk dat de burger bij de overheid een luisterend oor vindt. Eerder constateerde de Raad voor het Openbaar Bestuur ook al dat de overheid onvoldoende zicht heeft op de problemen en zorgen bij een deel van de bevolking, waardoor het draagvlak voor het handelen van de overheid afbrokkelt.1 Het is daarom van groot belang dat de overheid het gezag dat haar bij wet wordt verleend op een goede wijze invult, en dat doet op een responsieve en rechtvaardige manier. Ik sluit mij daarom aan bij de oproep om burgers regie te geven over de oplossingen voor hun problemen. Deze regie is een noodzakelijke fundering die nodig is om voort te kunnen bouwen aan een betrouwbare overheid.1
Ook onderschrijf ik het pleidooi van de ombudsmannen dat de overheid van de samenleving moet leren. Signalen vanuit de samenleving een plek geven in beleid vraagt soms om creatieve oplossingen waarin afgeweken moet worden van vaste werkwijzen. Tegelijkertijd is het de rol van de overheid om het algemeen belang te behartigen en daarbij soms moeilijke beslissingen te maken die ingaan tegen individuele belangen. Willekeur moet worden voorkomen en beleid moet uitvoerbaar blijven. Daarvoor zijn heldere kaders nodig. In het zoeken naar de juiste balans is het burgerperspectief onmisbaar om de goede afweging te kunnen maken. Ook daarom is het werk van de ombudsmannen van zulk groot belang.
Het jaarverslag biedt concrete aanbevelingen om burgers beter van dienst te zijn en zo de betrouwbaarheid van de overheid te vergroten. Hieronder ga ik per thema uit het jaarverslag in op de aanbevelingen van de ombudsmannen. Vanuit mijn rol als coördinerende Minister op democratie en bestuur, zie ik – in samenwerking met mijn collega bewindspersonen – toe op de opvolging van de aanbevelingen.
Thema 1: Armoede
Onderzoeken naar armoede en schuldenproblematiek
De Nationale ombudsman heeft in 2022 in drie achtereenvolgende rapporten melding gemaakt van omstandigheden waarin specifieke groepen (statushouders, jongeren met een beperking en jongeren in de bijstand) bestaansonzekerheid ervaren. Vervolgens heeft de Nationale ombudsman een overkoepelend reflectierapport opgesteld over sociale minima.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen hebben op 5 juni 2023 een kabinetsreactie op de rapporten van de Nationale ombudsman gegeven.1 Het kabinet heeft grote waardering voor de onderzoeken en spant zich in om het beleid te veranderen. Uitgangspunt is om de menselijke maat terug te brengen in ons socialezekerheidsstelsel, uit te gaan van vertrouwen en te zorgen voor bestaanszekerheid voor kwetsbare mensen.
In de kabinetsreactie is aangegeven welke stappen het kabinet hiertoe concreet zet, onder meer via:
• Het traject Participatiewet in balans;
• De Aanpak geldzorgen, armoede en schulden;
• De maatregelen die volgen uit de kabinetsreactie op het IBO Vereenvoudiging, en;
• De onafhankelijke commissie sociaal minimum. Deze commissie heeft de opdracht onderzoek te doen naar wat verschillende huishoudtypen nodig hebben om rond te komen en mee te kunnen doen in de maatschappij en naar de systematiek van het sociaal minimum. De commissie heeft op 30 juni jl. een eerste deelrapport uitgebracht. In dit rapport staan aanbevelingen aan het kabinet over de hoogte van het sociaal minimum voor verschillende soorten huishoudens. In het eindrapport, dat in september wordt verwacht, gaat de commissie nader in op de systematiek van het sociaal minimum. Het kabinet zal dit najaar een inhoudelijke reactie geven op de rapporten.
Een status met weinig armslag
Met het rapport «Een status met weinig armslag» heeft de Nationale ombudsman in kaart gebracht tegen welke financiële knelpunten statushouders rond het sociaal minimum aanlopen. Statushouders lopen een hoog risico om langdurig financieel in de knel te komen. Onder andere door een gebrek aan basiskennis van de Nederlandse taal en het financiële systeem. Ook hebben zij vaak last van onverwerkte traumatische gebeurtenissen en ontbreekt het ze aan een sociaal netwerk. Daarnaast hebben ze meestal geen financiële buffer. Op de aanbevelingen van de Nationale ombudsman is gereageerd middels de hierboven besproken gebundelde kabinetsreactie van 5 juni 2023.
Meedoen zonder beperkingen
In het rapport «Meedoen zonder beperkingen» signaleert de Nationale ombudsman dat de zelfredzaamheid bij jongeren met een beperking niet altijd aanwezig is, zeker niet rondom de wettelijke overgang naar volwassenheid met het bereiken van de leeftijd van 18 jaar. Bovendien ervaren jongeren binnen dit ingewikkelde socialezekerheidsstelsel drempels om te gaan werken. Tot slot komen er verschillende knelpunten naar voren in de dienstverlening en begeleiding van overheidsinstanties aan jongeren met een beperking. De Nationale ombudsman beveelt aan jongeren vóór de 18e verjaardag proactief en begrijpelijk te informeren, te zorgen voor persoonlijke begeleiding, ervoor te zorgen dat werken van toegevoegde waarde is en te zorgen voor financiële zekerheid.
Ook op deze aanbevelingen hebben de Minister van SZW en de Minister voor APP gereageerd middels de gebundelde kabinetsreactie van 5 juni 2023. Met betrekking tot jongeren zorgt het kabinet er bijvoorbeeld voor dat de gemeentelijke ondersteuning en persoonlijke begeleiding van jongeren al kan starten tijdens de schooltijd, door aankomende wetsvoorstel van school naar duurzaam werk (beoogde inwerkingtreding 2025) van OCW en SZW. Een ander voorbeeld is dat het UWV gemeenten en scholen informeert over de mogelijkheden voor een uitkering, ondersteuning en voorzieningen.
Naast de maatregelen die zijn aangekondigd in de brief van 5 juni wil het kabinet in het bijzonder nog wijzen op het volgende:
• De maatregelen voor mensen met een arbeidsbeperking die in het kader van het zogenaamde Breed Offensief1 zijn ingevoerd;
• De keuzehulp die in het kader van de Programma Simpel switchen in de Participatieketen is ontwikkeld waarmee mensen zich een beeld kunnen vormen van de gevolgen voor hun (financiële) positie bij het zetten van de stap van dagbesteding naar werk.
Watertrappelen in de bijstand
Het rapport «Watertrappelen in de bijstand» van de Nationale ombudsman betreft de knelpunten waar jongeren van 18 tot 21 jaar in de bijstand tegenaanlopen. Zoals de hoogte van de uitkering en de verplichte zoektermijn. Daarnaast is (deeltijd)werken vanuit de bijstand onnodig ingewikkeld en niet altijd lonend. Ook op dit rapport is door het kabinet gereageerd op in de gebundelde reactie van 5 juni 2023. Het kabinet neemt maatregelen om de gesignaleerde punten aan te pakken, onder meer door:
• Het wetsvoorstel Participatiewet in balans, en;
• Het programma Simpel switchen in de participatieketen.
Zelfstandigen over de drempel
De Nationale ombudsman schreef een rapport over de vraag of zelfstandigen voldoende laagdrempelig toegang hebben tot schuldhulpverlening. Het kabinet heeft naar aanleiding hiervan:
• Bruno Tideman aangesteld als aanjager problematische schuldenaanpak ondernemers.1 Hij is met ingang van 8 september 2022 voor een periode van één jaar aangesteld.
• De aanjager zoekt naar concrete oplossingen voor problematische schuldensituaties.
• De aanjager kaart actief casuïstiek overstijgende knelpunten aan. Het doel daarvan is om beter zicht te krijgen op mogelijke knelpunten voor ondernemers die willen stoppen met hun bedrijf of juist hun onderneming willen voortzetten. Het gaat dan om kwesties rondom het aanbod van schuldhulp, de omgang met overheidsschulden en obstakels rondom het realiseren van schuldenakkoorden.
In de voortgangsrapportage corona steunpakket van de Minister van Economische Zaken en Klimaat zal worden ingegaan op de eerste bevindingen van de aanjager.
Herstelproces Kinderopvangtoeslag
De Nationale ombudsman heeft in 2022 verschillende oproepen gedaan voor versnelling van de hersteloperatie. De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane herkent de noodzaak tot versnellen en ziet ook de noodzaak tot het verbeteren van de alternatieve aanvullende schaderoutes. Daarom heeft het kabinet verschillende maatregelen genomen:
• Sinds medio 2022 heeft de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) verschillende versnellings- en verbetermaatregelen beproefd en in gang gezet. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in de Aanbiedingsbrief Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022 (Kamerstuk 31 066, nrs. 1235 en 1253) en wordt hiervan op de hoogte gehouden in de Voortgangsrapportages daarna.
• Ouders worden inmiddels beter geïnformeerd over de stappen in hun aanvraag bij de UHT.
• De inzet op geschilbeslechting via mediation wordt fors uitgebreid. In juni 2023 is stapsgewijs begonnen met het op grotere schaal inzetten van mediation. Het doel is om minstens 2.500 bezwaren te behandelen in mediation. Mediation vindt plaats in de regio van de ouders.
• Op 2 en 23 juni 2023 (Kamerstuk 31 066, nr. 1165) is de Kamer geïnformeerd over een maatregelenpakket met nieuwe elementen voor de inrichting van de alternatieve schaderoute. Hierbij is gebruik gemaakt van concrete voorstellen en creatieve ideeën van diverse partijen, zoals ook de Nationale ombudsman. Ook is in dit pakket geschetst hoe er wordt gewerkt aan een eenduidigere en snellere aanlevering van dossiers.
• Het maatregelenpakket van juni 2023 bevat geen maatregelen voor informele (herstel)bemiddeling aan het begin van het proces. Eerst wordt er bij UHT gekeken op welk compensatiebedrag de gedupeerde ouders recht hebben. Voor veel mensen is deze duidelijkheid belangrijk en van daaruit kan de ouder een traject in waarin naar de aanvullende schade wordt gekeken.
• Er komt een aanbod voor meerderjarige jongeren die recht hebben op de kindregeling en te maken hebben met problematische schulden. Zij kunnen gebruik maken van een perspectiefaanpak via de gemeente of via het Jongerenperspectieffonds. De Tweede Kamer is hierover begin juli geïnformeerd.1
Thema 2: Toegang tot voorzieningen
Met te weinig genoegen nemen
Met het rapport «Met minder genoegen nemen» heeft de Nationale ombudsman aandacht gevraagd voor ouderen die niet alle inkomensvoorzieningen gebruiken die er voor ze zijn.
In lijn met de adviezen van de Nationale ombudsman, zet het kabinet in op:
• Een proactieve benadering van ouderen met persoonlijk contact;
• Het benutten van intermediairs die er zijn voor ouderen;
• Het beter gebruikmaken van beschikbare data en gegevensuitwisseling.
Het kabinet blijft daar de komende jaren op inzetten, voor ouderen in een financieel kwetsbare positie en als onderdeel van een bredere aanpak van geldzorgen, armoede en schulden.1
Klachten over het CAK
De Nationale ombudsman heeft onder andere klachten ontvangen van nabestaanden over onduidelijke of kwetsende brieven van het CAK na het overlijden van een dierbare. Het kabinet erkent de situatie die de Nationale ombudsman schetst. Iedere situatie waar burgers de dienstverlening als onvoldoende ervaren is er één te veel. Het kabinet neemt de signalen vanuit de Nationale ombudsman en die van burgers dan ook uiterst serieus en gebruikt deze om de dienstverlening van het CAK aan burgers verder te verbeteren. Het CAK blijft hierover continu met de Nationale ombudsman in gesprek.
Gemoderniseerde ICT moet het CAK straks helpen om grote verbeterstappen te maken. In de tussentijd zet het CAK zich in om de dienstverlening te optimaliseren. Mede naar aanleiding van de feedback van burgers heeft het CAK de afgelopen periode zo al een aantal maatregelen genomen om de dienstverlening aan nabestaanden te verbeteren:
• Het CAK zorgt voor meer duidelijkheid voor nabestaanden. Nabestaanden ontvangen sinds mei 2023 zo snel mogelijk na het overlijden een condoleancebrief. Hierin wordt ook informatie gegeven over wat de nabestaande nog van het CAK kan verwachten en hoe de administratieve afwikkeling eruitziet.
• Er bestaat een nabestaandendesk waar nabestaanden terecht kunnen met vragen en waar ze gericht en persoonlijk worden geïnformeerd.
Mensen uit het buitenland met langdurige zorgbehoefte
De Nationale ombudsman geeft aan dat er een oplossing moet komen voor onverzekerde remigranten met een langlopende zorgvraag die bij terugkeer naar Nederland geen zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) kunnen krijgen.
Mensen die terugkeren naar Nederland na een lang verblijf in het buitenland lopen ertegenaan dat er bij hun terugkeer een wachttijd kan gelden voordat kosten van zorg die vanuit de Wlz mogen worden vergoed. Binnen een stelsel gebaseerd op wederzijdse solidariteit via het betalen van premie is dat een onvermijdelijke consequentie als je gedurende een lange periode geen premie hebt betaald.
Dit neemt niet weg dat er incidenteel situaties zijn waarbij deze wachttijd zich niet verdraagt met de noodzaak tot onmiddellijke hulpverlening aan mensen die terugkeren naar Nederland. In dergelijke situaties kijkt het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in nauw overleg met zorgaanbieders en zorgfinancier (het zorgkantoor), of hier een oplossing op maat kan worden gevonden.
Leerpunten voor de lange termijn aanpak corona
De Nationale ombudsman reflecteert in het jaarverslag op de lange termijn aanpak van de coronapandemie. Veel burgers hebben bij de ombudsman hun beklag gedaan over de informatieverstrekking door de overheid. Het kabinet herkent dit. Burgers weten, naast de ombudsman, ook de ministeries te vinden bij vragen en opmerkingen. De ombudsman stelt dat ook de sociale en maatschappelijke kant van de crisis en de maatregelen goed moeten worden meegenomen in besluitvorming. Het kabinet onderschrijft deze analyse en heeft mede op basis hiervan de volgende maatregelen genomen:
• Het kabinet heeft in augustus 2022 het Maatschappelijk Impact Team ingesteld (MIT). Het MIT adviseert, parallel aan het Outbreak Management Team (OMT), over de sociaalmaatschappelijke en economische effecten van de pandemie(maatregelen) vanuit de belevingswereld van mensen, met speciale aandacht voor de groepen voor wie de impact het grootst en/of het langdurigst is en over de gedragseffecten van de pandemie(maatregelen) en de gevolgen daarvan voor draagvlak en effectiviteit van het beleid. Het is belangrijk, ook nu de pandemie voorbij is, oog te houden voor de blijvende negatieve gevolgen van de crisis en reacties van burgers serieus te nemen en te begrijpen.
• Daarnaast heeft het kabinet sectoren ondersteund in het komen tot sectorplannen. Ondernemers weten door hun ervaringen uit de afgelopen jaren het beste wat wel en niet werkt in hun sector. Hiermee bereidt de overheid zich samen met maatschappelijke organisaties voor op een mogelijke nieuwe opleving van het virus.
• VWS heeft voor het beantwoorden van burgervragen een apart team van ambtenaren ingezet met als doel zo veel mogelijk burgervragen persoonlijk te beantwoorden. Daarnaast is de website www.mijnvraagovercorona.nl opgezet om de informatie voor burgers zo toegankelijk mogelijk te presenteren en handelingsperspectief op maat te bieden. Het kabinet hecht aan duidelijke communicatie en transparantie van informatie. Het belang om de bevolking goed geïnformeerd te houden en misinformatie te bestrijden was essentieel in de crisis. Door te leren van de COVID-19 pandemie en deze leerpunten toe te passen, kunnen we beter voorbereid zijn op eventuele toekomstige uitbraken en de gevolgen ervan, ook voor de burger en hier ook beter over te communiceren.
Voor een dichte deur bij de Autoriteit Persoonsgegevens
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft op 17 mei 2022 gereageerd op het rapport van de Nationale ombudsman. De waardevolle aanbevelingen van de Nationale ombudsman hebben bij de AP geleid tot reflectie op het klachtproces, en tot diverse acties:
• Er is inmiddels een stevige inhaalslag gemaakt in het wegwerken van de voorraad klachten over de werkwijze van de AP (eind 2022 stonden er nog 47 klachten open, eind juni is dit aantal teruggebracht tot minder dan 20). Vanuit het oogpunt van verdere professionalisering gaan klachtbehandelaars van de Autoriteit Persoonsgegevens kennis en ervaring uitwisselen met hun collega’s van de Nationale ombudsman.
• Voor klachten die voortvloeien uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de richtlijn gegevensbescherming bij rechtshandhaving (RGR) is in 2022 een project gestart om de aanbevelingen van de Nationale ombudsman te implementeren. Dat project wordt dit najaar afgerond. In dit project wordt het hele klachtproces onder de loep genomen. Belangrijk onderdeel daarvan is de communicatie met de burger: de brieven worden herzien en er wordt vaker contact gezocht met de burger.
• Als de Autoriteit Persoonsgegevens niet zelf kan optreden, bijvoorbeeld vanwege de beperkte capaciteit, zal de Autoriteit Persoonsgegevens de burger hierover duidelijk informeren en handvatten bieden om zelf te kunnen handelen. In de bezwaarfase geeft de Autoriteit Persoonsgegevens burgers in een zo vroeg mogelijk stadium duidelijkheid over haar werkwijze en daarmee een realistische inschatting van de kansen in de bezwaarfase.
Burgers voelen zich vaak overvallen door CBR-mededeling
Het kabinet hecht evenzeer als de Nationale ombudsman aan het goed informeren van burgers over de mogelijke gevolgen van een mededeling van de politie aan het CBR, zeker wanneer dit het (tijdelijke) verlies van de rijbevoegdheid tot gevolg heeft, wat soms het geval is. Mede naar aanleiding van het jaarverslag van de ombudsmannen:
• Organiseerde het kabinet een rondetafelgesprek tussen de ombudsman, het CBR, de politie, de Koninklijke Marechaussee en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om te kijken waar verbetering van deze mededelingenprocedure mogelijk is. Mede naar aanleiding hiervan is het formulier aangepast dat de politie gebruikt voor het doen van een mededeling. Bij het aanmaken van dit formulier wordt nu gevraagd of en op welke manier de betrokkene op de hoogte is gebracht van de mededeling. Daarnaast wordt gevraagd wat de eventuele reactie van betrokkene hierop was. Hiermee is het informeren van de burger beter geborgd.
• Blijft het zo goed mogelijk informeren van burgers onderwerp van gesprek binnen en tussen de betrokken organisaties.
Het CBR ondersteund de politie zo goed mogelijk, bijvoorbeeld door voorlichting te geven over de procedures tijdens CBR politiedagen. Zelf informeert het CBR burgers over de mededelingenprocedure op de website, in brieven en waar passend in persoonlijk contact met de rijbewijshouder.
Thema 3: Fundamentele rechten
Migratieproblematiek Afghaanse gezinnen
De ombudsmannen hebben op verschillende momenten hun zorgen geuit over de situatie van Afghaanse gezinnen die in een noodopvang verblijven. Deze zorgen zijn bekend bij het kabinet en het COA. Voor Afghaanse gezinnen geldt dat het COA gelet op de opvangcrisis waar het zich ten tijde van de signalen van de ombudsmannen in bevond geen apart beleid heeft gemaakt voor Afghaanse evacués. Wel heeft het COA erop ingezet om zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de reguliere processen voor deze doelgroep en gezien de snelle vergunningverlening door de IND heeft het COA ook ingezet op een zo snel mogelijke koppeling aan gemeenten.
Klachtafhandeling sepotcodes door het openbaar ministerie (OM)
De Nationale ombudsman heeft per brief van 30 november 2022 aan het College van procureurs-generaal zijn bevindingen kenbaar gemaakt over tekortkomingen bij het behandelen van klachten over sepotbeslissingen door het openbaar ministerie (hierna: OM). Ook de Minister van Justitie en Veiligheid vindt het belangrijk dat het OM een goede motivering geeft, wanneer het niet overgaat tot het aanpassen van een sepotcode. Er is op de volgende wijze gereageerd op de aanbevelingen van de ombudsman:
• Eind 2022 heeft de Minister van Justitie en Veiligheid het onderwerp besproken met het College van procureurs-generaal (hierna: het College).
• De voorzitter van het College heeft op 12 januari 2023 over dit onderwerp een overleg gehad met de ombudsman. In dit overleg is toegezegd dat het OM de bevindingen van de ombudsman ter harte neemt. Hiertoe is onder meer in een brief aan alle hoofdofficieren aandacht gevraagd voor de bevindingen van de ombudsman. De hoofdofficieren zijn tevens verzocht de bevindingen onder de aandacht te brengen van de medewerkers die zich bezighouden met het behandelen van klachten over sepotbeslissingen en de opstellers van de sepotbrieven.
In 2022 heeft de ombudsman het OM daarnaast aanbevolen om in drie individuele zaken de sepotcode aan te passen. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft van het College begrepen dat in twee van de drie zaken de aanbeveling is opgevolgd en dat in een van de drie zaken de aanbeveling niet is opgevolgd.
Spreekrecht slachtoffer bij strafbeschikking
De Ministers van Justitie en Veiligheid en rechtsbescherming delen het standpunt van de Nationale ombudsman dat de belangen van slachtoffers moeten worden geborgd bij de procedure van de OM-strafbeschikking. Tegelijkertijd is de strafbeschikking bedoeld om de strafrechtketen te ontlasten. Daar zijn slachtoffers ook bij gebaat. Hoe eerder zij duidelijkheid hebben over de afdoening van hun zaak, hoe eerder hun herstel kan beginnen. Tussen deze belangen moet een balans worden gevonden. De huidige regelgeving is daarom als volgt vormgegeven.
• In plaats van een spreekrecht voor slachtoffers tijdens de procedure, hebben slachtoffers het recht een schriftelijke verklaring of toelichting te geven om zo hun belangen kenbaar te maken. Dit is overeenstemming met de EU Richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten;
• Naast deze schriftelijke slachtofferverklaring kunnen slachtoffers bij de officier van justitie hun schade indienen;
• Slachtoffers worden geïnformeerd over de opgelegde strafbeschikking.
• Bij ernstige spreekrechtwaardige feiten is het beleid van het OM dat zij geen strafbeschikking opleggen. Denk bij dergelijke feiten bijvoorbeeld aan verkeersongevallen met de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg;
• Het slachtoffer kan een klacht indienen op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering indien deze zich niet kan vinden in de afdoeningsbeslissing van de officier van justitie.
Het kabinet is van oordeel dat de slachtofferrechten voldoende zijn geborgd in de huidige regelgeving. Wel is het zo dat het OM slachtoffers nu niet actief wijst op de mogelijkheid tot het indienen van een schriftelijke slachtofferverklaring. Het College heeft toegezegd dit te zullen wijzigen. Vanaf het najaar 2023 zal de schriftelijke slachtofferverklaring dan ook onderdeel uitmaken van het wensenformulier.
Demonstratierecht
Het recht om te demonstreren is een groot goed in onze samenleving. Het kabinet onderschrijft net als de Nationale ombudsman het uitgangspunt dat dit recht door de overheid zoveel als mogelijk moet worden beschermd en gerespecteerd. De Nationale ombudsman vraagt voor dit maatschappelijk belangrijke en veelbesproken thema regelmatig aandacht, de debatavond eind maart 2022 in De Balie in Amsterdam is daarvan een mooi voorbeeld. Eerder heeft de Nationale ombudsman in enkele rapporten nuttige aanbevelingen gedaan hoe deze taak door de (lokale) overheid zorgvuldig, transparant en binnen de juridische kaders goed kan worden uitgevoerd. Het onderwerp heeft mijn voortdurende aandacht. Over de actuele ontwikkelingen op dit onderwerp hebben de Minister van JenV en ik recent nog een brief aan de Tweede Kamer gestuurd.1 Ten aanzien van de oproep van de Nationale ombudsman tot betere klachtbehandeling, bijvoorbeeld over het geweld dat soms wordt gebruikt tegen demonstranten, verwijs ik naar het onderdeel hierna.
Handreiking klachtbehandeling demonstaties
De Nationale ombudsman heeft over de klachtbehandeling bij demonstraties in haar rapporten «Professionele klachtbehandeling door de politie» en «Verkleurde beelden» uit 2021 belangrijke aanbevelingen gegeven waarmee het kabinet en de politie aan de slag zijn gegaan:
• De Minister van Justitie en Veiligheid spreekt regelmatig met de korpschef over het beheer van de politie. Daarbij komt de verbetering van de klachtbehandeling door de politie frequent aan de orde.
• Op dit moment loopt een onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar de mate waarin de Nationale politie uitvoering geeft aan de toezeggingen van de Minister aan de Tweede Kamer voor het verbeteren van de klachtbehandeling. Het is de verwachting dat dit rapport in 2023 verschijnt en aanbevelingen zal bevatten voor de verdere professionalisering van de klachtbehandeling door de politie. De Minister van Justitie en Veiligheid zal de Tweede Kamer daarover berichten.
• De handreiking van de Nationale ombudsman wordt gezien als waardevol en wordt door de politie toegepast. Met de Nationale ombudsman is afgestemd dat er bij klachten van omstanders (categorie 2) naar gestreefd wordt om persoonlijk contact op te nemen met de burger door te bellen, maar dat er bij grote aantallen klachten een selectie plaats vindt en het sturen van een brief met uitleg over de context volstaat.
Thema 4: Participatie en invloed
Onderzoek naar invloed van burgers in de Wmo
De Nationale ombudsman bespreekt in het jaarverslag dat burgers die een beroep doen op de Wmo een verlies van invloed op het eigen leven ervaren. Ook geeft de Nationale ombudsman aan dat gemeenten de kennis van de Adviesraden Sociaal Domein onvoldoende benut. Doel van de wet is om lokaal maatwerk te kunnen leveren en de regie op het eigen leven te versterken. Dit strookt echter niet met de conclusies uit het onderzoek. Het Ministerie van VWS gaat daarom met de Nationale ombudsman in gesprek over de uitkomsten van het rapport.
Het kabinet neemt daarnaast een aantal maatregelen om de regie bij burgers te versterken:
• Movisie werkt samen met het Samenwerkingsplatform Sociaal Domein aan het verbeteren van de onafhankelijke clientondersteuning. Ook vergroten zij de bekendheid van de functie onder professionals.
• Samen met gemeenten wordt ingezet op het versterken van sociale netwerken in wijken, met als doel om te zorgen dat inwoners elkaar treffen voor plezier, ontspanning en laagdrempelige hulp. Deze sterke sociale basis draagt eraan bij dat burgers meer regie, inspraak en invloed krijgen op hun ondersteuning en de vormgeving van het lokale beleid. Dit staat nader beschreven in de kamerbrief van 6 juli 2023.1
Thema 5: Leefbaarheid
Overstromingen Limburg
In juli 2021 kregen de inwoners in Limburg en delen van Noord-Brabant te maken met extreme neerslag, wateroverlast en overstromingen. Dit zorgde voor veel schade en leed en heeft grote invloed op het leven van de gedupeerden. Het Kabinet heeft de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) ingezet. Gedupeerden konden daardoor in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in kosten en materiële schade die niet verzekerbaar, niet vermijdbaar of niet verhaalbaar is. Daarnaast heeft de overheid door het nemen van verschillende andere maatregelen geprobeerd gedupeerden zo goed mogelijk tegemoet te komen in de materiële schade.
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft het proces en de toepassing van de Wts in juli 2021 laten evalueren.1 De Minister van Justitie en Veiligheid heeft de leerpunten onderschreven en zij heeft aangegeven de aanbevelingen op te volgen. Daartoe worden de volgende maatregelen genomen:
• Het proces om de afhandeling van de schade wordt herzien om het eenvoudiger te laten verlopen, met name vanuit de beleving en behoefte van de gedupeerde. Dit sluit aan bij de constatering van de Nationale ombudsman dat het burgerperspectief van belang is bij de uitvoering van een regeling.
• Daarnaast is, zoals ook de Nationale ombudsman benadrukt, duidelijke communicatie over de strekking van de Wts vereist zodat duidelijk is dat deze wet niet kan voorzien in een vergoeding van alle geleden schade.
De ervaringen met de Wts in juli 2021 leidde tot vragen over onder meer de schadecategorieën, de reikwijdte, de hoogte van de tegemoetkomingen en de relatie met (het stelsel van) verzekeringen. In opdracht van de Minister van Justitie en Veiligheid start het WODC nog in 2023 met een onderzoek naar de toekomstbestendigheid en het werkingsgebied van de Wts. Het onderzoek moet kennis aandragen om een beleidsmatige en politieke afweging te kunnen maken of de Wts, gelet op onder meer de bestaande en in ontwikkeling zijnde verzekeringsmogelijkheden met betrekking tot de thans onderkende gevolgen van klimaatverandering (extreem weer), voldoende toekomstbestendig is.
Gevolgen van gaswinning
De signalen van de ombudsman laten zien dat er nog veel ruimte voor verbetering is omtrent de communicatie met bewoners in de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie. Burgers hebben het recht om te weten waar ze aan toe zijn en om ondersteund te worden. Het kabinet wil niet alleen leren van de fouten die zijn gemaakt, maar wil deze ook rechtzetten. Daarbij hoort ook de opdracht om de ereschuld in te lossen aan de regio en haar bewoners die door 60 jaar gaswinning is ontstaan. Bewoners staan daarbij centraal.
• Het kabinet betreurt het proces rondom het aanvragen van de woningverbeteringssubsidie waardoor veel Groningers in de rij stonden. Dit heeft terecht bij veel bewoners tot onvrede geleid. Daarom is er destijds snel aanvullend budget beschikbaar gesteld. Iedereen die in aanmerking komt voor de regeling, kan nu een aanvraag doen en subsidie ontvangen.
• De oorspronkelijke afbakening die in 2020 met de regionale overheden is afgesproken, leidde in de praktijk tot veel vragen en onbegrip onder bewoners. Daarom is in de Kabinetsreactie1 op het rapport van de commissie van de Parlementaire Enquête Aardgaswinning Groningen aangekondigd dat de woningverbeteringssubsidie wordt uitgebreid met 28 extra postcodegebieden. De ervaringen van de eerdere rondes worden hierbij uiteraard betrokken.
• De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en zijn ambtenaren spreken regelmatig met inwoners van het aardbevingsgebied. Zo horen zij rechtstreeks de verhalen van bewoners en kunnen eventuele knelpunten snel worden geïdentificeerd.
• Het doel van het pakket aan maatregelen dat is gepresenteerd in de kabinetsreactie, is om een enorme stap te zetten om het schadeherstel en de versterking milder, makkelijker en menselijker te maken. Hierover worden bewoners goed geïnformeerd.
• Bewoners, hun behoeften en hun huis zijn leidend in de schadeafhandeling en versterking, in plaats van systemen of procedures. Het Rijk blijft verantwoordelijk, en geeft de ruimte én het geld om in de uitvoering lokale knelpunten op te lossen.
• Het kabinet zet in op generatielang commitment om te herstellen wat beschadigd is in Groningen. Daarbij kijkt het kabinet bewust verder dan naar herstel van huizen. Het gaat om mensen, om hun welzijn, en hun toekomstperspectief. Het kabinet zet hiermee in op een breed welvaartsoffensief.
Ongelijke toegang energietransitie
We herkennen de signalen van de Nationale ombudsman over de ongelijke toegang van burgers tot de energietransitie. Vanuit BZK en SZW is met de onderzoekers doorgesproken over wat ze zijn tegengekomen. De energietransitie moet voor iedereen toegankelijk zijn, en de Ombudsman brengt herkenbaar in beeld dat dat helaas nog niet overal zo is. Het kabinet zorgt dat steeds meer bewoners de weg naar een gezond en duurzaam huis weten te vinden door:
• Met woningcorporaties prestatieafspraken te maken om de slechte labels uit te faseren;
• Zeer toegankelijke leningen ter beschikking te stellen via het Warmtefonds, ook voor mensen die niet in aanmerking komen voor een reguliere lening.
• Het versterken van de slagkracht voor gemeenten met de lokale aanpak van het Nationaal Isolatieprogramma;
• Het verhogen de energie-armoedemiddelen om meer energiefixers aan de slag te laten gaan;
• Het ondersteunen van gemeenten via het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie met onder meer een regionale ondersteuningsstructuur.
Participatiemogelijkheden bij bestemmingsplan en Omgevingswet
In zijn jaarverslag schrijft de Nationale ombudsman geregeld klachten te ontvangen van burgers die ontevreden zijn over de wijze waarop zij betrokken zijn bij wijzigingen van bestemmingsplannen. De Omgevingswet streeft naar een participatieve aanpak, waarbij belanghebbenden in een vroeg stadium bij besluitvorming worden betrokken. Bij concrete projecten ligt de verantwoordelijkheid voor het meenemen van de belangen van derden bij de initiatiefnemer. Daarnaast neemt het kabinet op de volgende wijze actie om klachten en teleurstellingen te voorkomen:
• Samen met de VNG wordt uitgebreide informatie en inspiratie gegeven met onder meer webinars, brochures en een Participatiegids. De gids geeft tips, trucs en werkvormen en bevat goede voorbeelden over hoe participatie bij diverse vormen van besluiten kan plaatsvinden. Op de website van het informatiepunt voor de leefomgeving is deze informatie te vinden.
• Door middel van monitoring en evaluaties worden nu en in de toekomst de ontwikkelingen in de gaten gehouden. Vanuit de stelselverantwoordelijkheid van de Minister voor VRO is de monitor Stelsel Omgevingswet ontwikkeld. In deze monitor worden gegevens verzameld over hoe overheden en initiatiefnemers in de praktijk invulling geven aan participatie, hoe burgers bij het besluitvormingsproces worden betrokken en hoe zij dit ervaren. Het plan van aanpak van de monitor Stelsel Omgevingswet wordt in september aan de kamers worden toegezonden.
Thema 6: Caribisch Nederland
Armoede op de BES-eilanden
Het verbeteren van de levensstandaard en het bestrijden van armoede is het belangrijkste doel van het gehele kabinet voor Caribisch Nederland. Bestrijding van armoede vraagt om een brede aanpak door departementen en een brede coalitie aan partijen. De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen informeert de Kamer jaarlijks in de voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum over de stand van zaken.
Het kabinet neemt onder meer de volgende maatregelen:
• Per 1 januari 2023 zijn het Wettelijk Minimum Loon (WML), de minimumuitkeringen en kinderbijslag fors verhoogd;
• Het algemeen ouderdomspensioen (AOV) is in januari in één keer verhoogd naar het ijkpunt sociaal minimum;
• Per 1 oktober aanstaande wordt ook de onderstand voor een alleenstaande en de weduwe- en wezenverzekering naar het niveau van het ijkpunt verhoogd.
• De Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland is ingesteld om onderzoek te doen naar de hoogte en de systematiek van het sociaal minimum in Caribisch Nederland. Haar resultaten worden uiterlijk op 1 oktober aanstaande verwacht. Hierna volgt een zo spoedig mogelijke vaststelling van het sociaal minimum.
Armoedebestrijding houdt ook het werken aan welzijn en brede welvaart in. Het gaat niet alleen om inkomen en het verlagen van kosten, maar bijvoorbeeld ook om het verbeteren van schuldhulpverlening, deelname aan de arbeidsmarkt en het socialezekerheidsstelsel. Het is van belang dat de inwoners die in armoede leven worden bereikt. Dit vraagt om maatwerk en (meer) samenwerking tussen het Rijk en de openbare lichamen. De maatregelen die het kabinet neemt staan verder toegelicht in de voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum.1
Caribische studenten in Nederland
Het kabinet herkent de administratieve uitdagingen waar Caribische studenten mee te maken krijgen wanneer zij in Europees Nederland komen studeren. Daarom worden de volgende maatregelen genomen:
• De ministerraad heeft op 24 maart jl. ingestemd met het wijzigen van het Besluit basisregistratie personen, zodat Caribische studenten vanaf 2024 bij aanvraag van studiefinanciering, voor aankomst in Nederland, via DUO direct een BSN kunnen krijgen. Dit wordt mogelijk gemaakt door hen tijdelijk als niet-ingezetene in de BRP in te schrijven. Na de inwerkingtreding is er tijd nodig om de systemen van DUO aan te passen. Gezien de complexiteit hiervan is het voor Caribische studenten die in het studiejaar 2023–2024 starten met de studie in Nederland nog niet mogelijk om bij inschrijving een BSN te ontvangen. Zij krijgen een BSN na inschrijving in de BRP van de Nederlandse gemeente waar ze gaan wonen.
• Om de studenten die dit jaar nog geen BSN ontvangen te ondersteunen is er door BZK mede door OCW een brief gestuurd aan de Nederlandse gemeenten. Hierin is gevraagd om medewerking om voor Caribische studenten het proces voor inschrijving in de basisregistratie personen (BRP) zo vlot mogelijk te laten verlopen. Bij de brief zit een bijlage met een completer overzicht van de situaties met mogelijke oplossingen. De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) kan gemeenten hierbij ondersteunen.
• In overleg met alle betrokken instanties is ook het Informatieblad Caribische studenten aangepast aan de situatie in 2023 en zijn studenten geïnformeerd via belangrijke intermediairs, zoals scholen, begeleidende instanties en afdelingen burgerzaken. Daar waar de inschrijving niet vlot kan worden afgehandeld en de student daarom mogelijk in de problemen komt, zal RvIG ondersteuning bieden en samen met de betreffende gemeente naar een oplossing zoeken. Ook over de overbruggingsmaatregel zijn alle aankomende Caribische studenten die studiefinanciering gaan ontvangen per mail geïnformeerd. Daarnaast is over de maatregel gecommuniceerd via de media en sociale media.
Mensen zonder geldige papieren
Ten aanzien van de leefsituatie van ongedocumenteerde migranten zullen, zoals in het jaarverslag wordt benoemd, gesprekken worden gevoerd met relevante instanties waaronder de directie migratiebeleid (het Ministerie van Justitie en Veiligheid). Eveneens zal de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gesprek treden met de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen.
Afgehandelde kwesties
In een aantal gevallen constateert de Nationale ombudsman in zijn jaarverslag ook dat de overheid op een adequate manier heeft gereageerd op zijn signalen. Dit is het geval bij de verbetering van de informatieverstrekking bij de Sociale Verzekeringsbank, de 100% controles op Schiphol en het onderzoek naar de meldingen van overlast in het vliegverkeer. Ook in de vele voorbeelden uit de praktijk van de ombudsman toont de overheid zich regelmatig responsief en leergierig. Dit zijn voorbeelden die tot navolging strekken.
Jaarverslag 2022 Kinderombudsman
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft met veel belangstelling het jaarverslag van de Kinderombudsman gelezen. Ook in 2022 heeft de Kinderombudsman met haar ombudswerk en publicaties kinderrechten goed op de kaart gezet en de overheid belangrijke adviezen gegeven over uiteenlopende onderwerpen die het leven van kinderen en jongeren raken. De Staatssecretaris van VWS wil de Kinderombudsman dan ook bedanken voor haar niet aflatende inzet.
In haar jaarverslag stelt de Kinderombudsman dat het leven voor veel kinderen in de laatste jaren ingewikkelder geworden is. Het is daarom nog belangrijker om bij het maken van beleid het belang van kinderen voorop te stellen. Ieder kind moet zich in veiligheid kunnen ontwikkelen en in geborgenheid op kunnen groeien. En als daarbij hulp nodig is, moet die hulp toegankelijk, van goede kwaliteit, beschikbaar, passend en betaalbaar zijn. Helaas is dat nog niet altijd het geval. Dit maakt hervormingen in het jeugdhulpstelsel noodzakelijk.
Daarom hebben jongeren, cliëntenorganisaties, professionals, aanbieders, gemeenten en het Rijk gewerkt aan de Hervormingsagenda Jeugd, die op 19 juni 2023 definitief is vastgesteld.1 Met deze agenda willen partijen gezamenlijk zorgen dat kind en gezin zo snel als mogelijk passende zorg en ondersteuning ontvangen als dit nodig is. Veel van de onderwerpen over jeugdzorg die de Kinderombudsman in haar jaarrapport benoemt, komen terug in deze agenda. Met deze Hervormingsagenda zijn tevens afspraken gemaakt tussen gemeenten en het Rijk om het stelsel financieel houdbaar te maken voor de toekomst. Met deze agenda beogen we knelpunten structureel aan te pakken en willen we een drieslag maken:
a) Het beter organiseren van de specialistische hulp voor de meest kwetsbare kinderen;
b) Expliciete keuzes te maken over de reikwijdte van de jeugdhulp;
c) Het verder versterken van het wijkgericht werken waar hulp en ondersteuning integraal wordt aangeboden aan kind én gezin;
Ook is een brede dialoog nodig over maatschappelijke trends, zoals prestatiedruk, die (mentale) problemen van jongeren versterken. De oplossing ligt volgens de Staatssecretaris van VWS hierbij niet in het bieden van méér jeugdzorg, maar vergt inzet van ons allemaal: vrienden, buren, sportverenigingen, scholen, de wijk en de samenleving als geheel. De komende periode zetten wij dat gesprek met elkaar voort.
De Kinderombudsman stelt dat kinderen gehoord en serieus genomen willen worden. De Staatssecretaris van VWS deelt dat volledig en betrekt dan ook allerlei groepen jeugdigen bij het maken van jeugdbeleid en de implementatie van de Hervormingsagenda. Meer informatie over de Hervormingsagenda en de maatschappelijke dialoog is terug te vinden in de Kamerbrief van de Staatssecretaris van VWS en de Minister voor Rechtsbescherming van 20 juni jl.1 Verder draagt de Kinderombudsman bij aan een betere naleving van kinderrechten in Nederland. Het volgende hoofdstuk gaat in op verschillende thema’s die zij benoemt.
Dossiers van de Kinderombudsman
«Als je het ons vraagt» en participatie
Uit het rapport «Als je het ons vraagt» komt een beeld naar voren dat kinderen meer willen participeren en invloed willen hebben op besluitvorming. De Staatssecretaris van VWS deelt dit beeld, aangezien participatie belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen. Daarnaast zorgt het betrekken van de mening van kinderen en jongeren ervoor dat het beleid beter aansluit op hun behoeften en leefwereld. Het is belangrijk om naar kinderen toe te gaan. Het kabinet zet daarnaast in op het volgende:
• Het ontwikkelen van een generatietoets om de mogelijke effecten van beleid en wet- en regelgeving op verschillende generatiegroepen inzichtelijk te maken. Er is een derde pilot, gericht op klimaatbeleid, uitgevoerd om de verdere werking van de generatietoets inzichtelijk te maken.
• Het verkennen van een Nationale Jeugdstrategie om binnen het landelijk beleid de stem van kinderen en jongeren beter te betrekken en beter bij jeugdigen te laten aansluiten. Hierbij is het van belang om de stem van kinderen onder de 18 jaar te betrekken. De Staatssecretaris van VWS verwacht hierover dit jaar nog met een stand van zaken te kunnen komen.
Gesloten jeugdhulp
De Kinderombudsman ondersteunt de transformatie van de gesloten jeugdhulp: in 2025 werkt de gesloten jeugdhulp kleinschalig en in 2030 zo dichtbij mogelijk nul gesloten plaatsingen. Dat kan alleen als er goede specialistische alternatieven zijn. Verder treedt de wet rechtspositie gesloten jeugdhulp per 1 januari 2024 in werking. Dat geldt naar verwachting ook voor het gewijzigde Besluit Jeugdwet waarin nadere regels zijn opgenomen over de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen. Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat insluitingen alleen mogen bij jeugdigen vanaf 12 jaar en alleen in noodsituaties. Halfjaarlijks ontvangt de Kamer informatie over de voortgang van de transformatie in de Jeugdbrief.
Hersteloperatie toeslagenaffaire
De problemen van de toeslagenaffaire hebben diepe sporen achtergelaten bij een grote groep ouders en hun kinderen. Alle inzet van de Staatssecretaris van Financiën en zijn collega’s is erop gericht om zorg te dragen voor herstel, zo snel als mogelijk en met de nodige zorgvuldigheid.
• De Wet hersteloperatie en daarmee ook de Kindregeling, zijn per 5 november 2022 in werking getreden. Na de Kindregeling is de ex-partnerregeling geprioriteerd. Dit betekent dat alle inspanningen erop zijn gericht om deze regeling te starten in het derde kwartaal van 2023. De ex-partnerregeling wordt bij aanvullend wetsvoorstel geregeld en opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. Ook wordt de Kindregeling uitgebreid naar kinderen en (voormalig) pleegkinderen van ex-partners.
• Er wordt voortdurend onderzocht op welke wijze versnelling en verbetering mogelijk is van de ingezette hersteloperatie. Met het aannemen van de Wet hersteloperatie Toeslagen wordt de uitvoering niet fundamenteel anders ingericht, omdat dit voor vertraging zorgt. Er is helaas niet één gouden oplossing om álle gedupeerde ouders op korte termijn te helpen.
• De Kamer is op 2 juni 2023 door de Staatssecretaris van Financiën geïnformeerd over een aantal aanvullende en vernieuwende maatregelen en denkrichtingen die sinds medio 2022 zijn beproefd en ingezet met als doel de ouder sneller duidelijkheid te geven en de regie van de ouder meer centraal te stellen.1
De opvang van alleenstaande minderjarige vluchtelingen in Ter Apel
De opvangsituatie van alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv) in Ter Apel heeft al geruime tijd de aandacht van de Kinderombudsman. Zij heeft meermaals haar zorgen over de situatie in Ter Apel gedeeld met het kabinet. Zoals de Kamer weet, staat de asielopvang al lange tijd onder zware druk. Dit is vanuit het kabinet een continu punt van aandacht, en op onderdelen, een punt van zorg. Er wordt daarom ook door alle ketenpartners volop ingezet om deze situatie te verhelpen.
• De inzet van zowel het COA als het kabinet is erop gericht om het aantal amv in Ter Apel terug te brengen naar 55. Er is de afgelopen periode hard gewerkt om de situatie aldaar te verbeteren. De bezetting van deze locatie blijft precair door de hoge instroom van amv die per week verschilt, maar al gedurende langere tijd aanhoudt. Ook dragen de doorlooptijden bij de IND en de beperkte mogelijkheden tot doorstroom bij zowel het COA als Nidos bij aan een verhoogde druk op Ter Apel.
• Het COA en Nidos blijven zich onvermoeid inzetten voor het vinden van nieuwe locaties. Dit kunnen zij echter niet alleen. De Staatssecretaris van JenV doet hiertoe aanhoudend een beroep op de gemeenten.
• Vanwege de beperkte doorstroom ziet de Staatssecretaris van JenV zich genoodzaakt maatregelen te treffen om eenieder een opvangplek te bieden. Zoals het op reguliere opvanglocaties plaatsen van amv die de leeftijd van 17 jaar en negen maanden hebben bereikt. De Kamer is daarover geïnformeerd op 22 februari jl.1
Sluiting kinderhartcentra
In haar jaarverslag verwijst de Kinderombudsman naar het definitieve besluit van 13 april jl. om niet af te wijken van het voornemen van de Minister van VWS om de interventies bij patiënten met een aangeboren hartafwijking te concentreren.1 Het doel dat de Minister van VWS nastreeft met deze concentratie is de kwaliteit van de zorg ook voor de lange termijn te borgen en te verbeteren en om tot de Europese en mondiale top te behoren qua kwaliteit en uitkomsten van zorg. Niet alleen jeugdigen die nu te maken hebben met een aangeboren hartafwijking, maar ook toekomstige generaties hebben recht op de beste zorg. Voorafgaand aan het besluit is herhaaldelijk gesproken met de betrokken patiëntenorganisaties, waaronder Stichting Hartekind. Alle patiëntenorganisaties onderschreven het belang van concentratie, al hebben zij zich niet uitgelaten over hoe ver deze concentratie moeten gaan (naar twee of drie centra) en welke centra dat zouden moeten zijn. In april 2023 heeft de Minister van VWS zijn definitieve besluit en toelichting op het besluitvormingsproces naar de Kamer gestuurd.1
Kinderen in omgeving Tata Steel
De Kinderombudsman heeft gevraagd om de belangen van kinderen mee te wegen in besluitvorming rondom Tata Steel. Uit onderzoek1 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bleek dat kinderen in de IJmondregio een verhoogd gezondheidsrisico lopen door de aanwezigheid van stofdepositie, met daarin de schadelijke stoffen lood en Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s). De Staatssecretaris van IenW heeft de Kinderombudsman telefonisch gesproken op 7 juni 2022 en een schriftelijke reactie op haar brief gestuurd in juli 2022.
• De zorg voor kinderen is voor het Ministerie van IenW mede aanleiding geweest om nadrukkelijker te acteren in de aanpak rond Tata Steel. Het ministerie werkt hierin nauw samen met het bevoegd gezag, de provincie Noord-Holland, en de omgevingsdienst Noord Zee Kanaal Gebied (OD NZKG). Gezamenlijk is eind 2021 een plan van aanpak «Naar een gezondere leefomgeving in de IJmond» opgesteld dat op korte termijn tot verbetering moet leiden van de leefomgeving in de IJmond.
• Ondanks verscheidene interventies bij Tata Steel is er in het herhaalde depositie onderzoek van het RIVM nog geen vermindering van PAK’s en lood in de omgeving gemeten1. Met de huidige methodiek is niet te bepalen wat de afzonderlijke bijdrage van de verschillende bronnen is, zowel op het terrein van Tata Steel als daarbuiten. Het is van belang om voor langere tijd te depositie te monitoren. Daarom is het ministerie momenteel in overleg met de provincie Noord-Holland en het RIVM om de meest geschikte vorm te kiezen. Bij deze afweging worden ook de evaluatie van het luchtmeetnet en het Proof of Concept1 van het RIVM meegenomen.
• Gezondheid voor milieu en mens wordt nadrukkelijk meegenomen tijdens het maatwerktraject dat momenteel loopt met Tata Steel om bindende bovenwettelijke afspraken te maken voor vergroening. Er wordt ook een expertgroep ingesteld om naar de gezondheidsimpact te kijken van de verschillende blootstellingsroutes. We blijven ons inzetten voor een schonere leefomgeving rondom Tata Steel.
Kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied in Groningen
Sommige kinderen en jongeren zijn in het aardbevingsgebied in Groningen opgegroeid met de ervaring dat de overheid hun ouders niet heeft geholpen. Daarmee zijn meerdere generaties ernstig tekortgedaan en hebben zij het vertrouwen in de overheid verloren. Zoals de Kinderombudsman aangeeft, gaat bijzondere aandacht uit naar het effect van de gaswinning op het welzijn en de (onderwijs)kansen van kinderen, jongeren en jongvolwassenen.
Het kabinet heeft in reactie op de parlementaire enquête een aantal voorstellen gedaan die specifiek op kinderen en jongeren betrekking hebben:
• Zo komt er een Jongerenraad in Groningen. Dit om ervoor te zorgen dat de stem van de jongeren en jongvolwassenen in Groningen en Noord-Drenthe nadrukkelijker klinkt bij de totstandkoming van beleid. De rol van de raad is om de Staatssecretaris van Economische Zaken & Klimaat te adviseren en om actief signalen door te geven van knelpunten en kansen om jonger inwoners meer toekomstperspectief te bieden. Daarnaast komt er een Jongeren Top om jongeren zelf te laten uitspreken wat zij nodig hebben voor hun toekomst.
• Met de Sociale Agenda, een van de andere maatregelen, komt een generatielange aanpak in de provincie Groningen en Noord-Drenthe. Eén van de vier speerpunten is de kansen voor kinderen en jongeren en de volgende generatie. Met de middelen die beschikbaar zijn kunnen gemeenten extra inzetten op onderwijs- en sociale voorzieningen voor jeugdigen, zoals het versterken van onderwijsprogramma’s om leerachterstanden weg te werken, het versoepelen van de overgang van school naar werk, cultuureducatie en -participatie en laagdrempelige toegang tot sport- of culturele voorzieningen.
• Jongeren kunnen daarnaast sinds kort ook bellen met de Kindertelefoon om te praten over de aardbevingen.
Kinderen in Caribisch Nederland
De Staatssecretaris van VWS en de Staatssecretaris van BZK hebben het rapport «Caribische kinderen van de rekening» ontvangen en de Staatssecretaris van BZK heeft de Kinderombudsman – en de ombudsman – een reactie gestuurd.1
• Het verbeteren van de levensstandaard en het bestrijden van armoede is het belangrijkste doel van het gehele kabinet voor Caribisch Nederland. Het kabinet neemt de aanbevelingen ter harte en zal daar (waar mogelijk) opvolging aan geven. Het kabinet kijkt met belangstelling uit naar de visie op de armoedeproblematiek in Caribisch Nederland die de Nationale ombudsman samen met de Kinderombudsman in 2023 gaat presenteren.
• Het jaarverslag beschrijft verder de werkbezoeken die de Kinderombudsman en haar team aan Caribisch Nederland hebben gebracht in 2022. De Caribische burgers en kinderen weten hen steeds beter te vinden. Dat is natuurlijk een goede ontwikkeling, omdat ook voor kinderen en jongeren op de eilanden de Kinderombudsman een belangrijke functie heeft in het beschermen van hun rechten.
Brieven en rapporten van de Kinderombudsman
In 2022 heeft de Kinderombudsman een aantal publicaties uitgebracht en brieven naar de Tweede Kamer verzonden. Deze bestaan uit belangrijke adviezen die het kabinet ter harte neemt, zoals lange termijnstrategie rondom pandemische paraatheid en de rapporten «Alleen volwassen worden»1 en «Als de overheid niet thuis geeft»1.
Verder verwees de Kinderombudsman in haar jaarrapport naar de oproep om de voorbehouden op de artikelen 26, 37 en 40 van het IVRK in te trekken en het derde Facultatief protocol, dat toeziet op een individueel klachtenmechanisme voor kinderen bij het Kinderrechtencomité, te ratificeren.
In de Kamerbrief1 van 26 mei 2023 hebben de Minister van Langdurige Zorg en Sport (LZS) en de Staatssecretaris van VWS de Kamer geïnformeerd over het besluit over het facultatief protocol van het VN-verdrag handicap en het derde facultatief protocol van het IVRK en IVESCR. Er wordt begonnen worden met het ratificatieproces van het VN-verdrag handicap. Met de ratificatie van het derde facultatief protocol bij het IVRK worden kinderrechten verder versterkt, zowel op nationaal als internationaal niveau.
Daarnaast loopt er, in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een onderzoek naar het Nederlandse voorbehoud bij Artikel 26 van het IVRK. De Kinderombudsman wordt betrokken bij de klankbordgroep van dit onderzoek. De eindrapportage wordt in november 2023 verwacht. Begin 2024 volgt een Kabinetsreactie.
Tenslotte wil de Staatssecretaris van VWS benoemen dat in december 2022 een Nationale Kinderrechtenconferentie is georganiseerd en het voorjaar van 2023 de eerste editie van de jaarlijkse Nationale Kinderrechtendialoog heeft plaatsgevonden. Kinderen uit basisscholen uit het hele land hebben tijdens de Nationale Kinderrechtenconferentie aangegeven welke kinderrechten zij belangrijk vinden. Dit vormde de input voor de Nationale Kinderrechtendialoog. Deze dialoog was ingericht om – met een brede vertegenwoordiging van kinderen, jongeren, kinderrechtenorganisaties en ministeries – aan de slag te gaan met de aanbevelingen van het VN-Kinderrechten comité.
Ook komend jaar wordt een Nationale Kinderrechtendialoog georganiseerd. De thema’s van de Dialoog sluiten aan bij de onderwerpen uit het jaarrapport van de Kinderombudsman. De Staatssecretaris van VWS streeft naar het steeds verder versterken van kinderrechten in heel het Koninkrijk der Nederlanden.
Slot
Het werk van de ombudsmannen is van grote waarde voor Nederland. Dat geldt niet alleen voor de vele rapporten en het jaarverslag, maar juist ook voor het praktische werk dat de ombudsmannen op dagelijkse basis verzetten om mensen te helpen om bij het juiste loket terecht te komen, om geschillen te beslechten en om te bemiddelen. Al dit grotendeels onzichtbare werk maakt voor veel mensen het verschil. Dat is inspirerend en wekt waardering, en schept bovendien een opdracht voor de overheid om even laagdrempelig, toegankelijk en probleemoplossend op te treden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot
Raad voor het Openbaar Bestuur, Gezag herwinnen. Over de gezagswaardigheid van het openbaar bestuur, Rapport 2022.
Zie in dit verband ook Tiemeijer, W., Keizer, A., Onzekerheid, maatschappelijk onbehagen en persoonlijke controle, Een conceptuele en empirische analyse, WRR Working Papers 2023.
Cliëntenorganisaties: MIND en Ieder(in).
Professionals – Samenwerkende Beroepsverenigingen Jeugd: Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), Jeugdartsen Nederland (AJN), Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), Beroepsvereniging verzorgenden en verpleegkundigen Nederland (V&VN), Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK), Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW), Nederlandse Vereniging van pedagogen en Onderwijskundigen (NVO), de Beroepsvereniging voor kinder- en jongerenwerk (BVjong), Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & psychotherapeuten (LVVP), Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB).
Aanbieders – BGZJ: Jeugdzorg Nederland, de Nederlandse ggz, VGN.
Proof of Concept is het nog te verschijnen rapport van RIVM over de invloed van Tata Steel Nederland op de gezondheid van omwonenden en de kwaliteit van hun leefomgeving.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36325-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.