36 311 Wijziging van de Wet op de huurtoeslag (vereenvoudiging van de huurtoeslag)

Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2023

Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over ontwikkelingen met betrekking tot het wetsvoorstel Vereenvoudiging van de huurtoeslag. Dit wetsvoorstel stond in de week van 3 juli 2023 op uw agenda voor plenaire behandeling. Ik heb echter vernomen dat de behandeling is verschoven naar na het zomerreces, in september 2023. Ik wijs uw Kamer en de Eerste Kamer erop dat als uw Kamer het voorstel voor het zomerreces behandelt en de Eerste Kamer het voorstel direct na het zomerreces behandelt, inwerkingtreding nog mogelijk is per 1 januari 2024. Anders zal de eerstvolgende mogelijke inwerkingtreding 1 januari 2025 zijn. Daarom verzoek ik uw Kamer de plenaire behandeling voor het zomerreces te laten plaatsvinden en verzoek ik de Eerste Kamer het voorstel direct na het zomerreces te behandelen, voor 14 september 2023.

Systeemwijzigingen, waarbij ook rekenregels worden aangepast, kosten tijd om zorgvuldig te worden ingebouwd en getest. Toeslagen is op mijn verzoek in maart begonnen met het plannen en inbouwen van de maatregelen, zodat inwerkingtreding per 1 januari 2024 mogelijk is. Vooral het afschaffen van de maximum huurgrenzen als voorwaarde voor huurtoeslag vergt veel tijd. De wendbaarheid om later in het jaar nog wijzigingen in deze rekenregels toe te voegen, of om wijzigingen ongedaan te maken, wordt naarmate het jaar vordert beperkter. Het risico op onder andere fouten in de ICT-systemen en daarmee fouten in de beschikkingen neemt dan toe. Het is dan ook zaak dat Toeslagen voldoende tijd heeft om wijzigingen in te bouwen en te testen.

Toeslagen heeft naar aanleiding van de verschuiving van de behandeling aangegeven dat de fatale deadline om wijzigingen op deze rekenregels door te geven of om wijzigingen ongedaan te maken uiterlijk 14 september 2023 is. Voor deze datum moet Toeslagen duidelijkheid hebben over de vormgeving en het definitief doorgaan van het pakket aan maatregelen in het wetsvoorstel voor het toeslagjaar 2024. Dit betekent dat de parlementaire besluitvorming moet zijn afgerond. Dit geeft Toeslagen nog voldoende tijd om aanpassingen te maken op de systeemwijzigingen of om gedane systeemwijzigingen weer uit te bouwen wanneer besluitvorming dat noodzakelijk maakt, voordat het systeem wordt vastgezet voor het komende toeslagjaar. Parameters (zonder wijziging van rekenregels) kunnen nog tot 15 oktober 2023 worden aangepast.

De vertraging van inwerkingtreding van het wetsvoorstel betekent dat huurders een extra jaar moeten wachten op deze maatregelen. Zoals u weet leidt het wetsvoorstel tot positieve en negatieve inkomenseffecten. Huidige huurtoeslagontvangers gaan er gemiddeld € 10 op achteruit vanwege het niet meer subsidiëren van servicekosten en een verhoging van de eigen bijdrage met € 4. Maar er is ook een grote groep die voor het eerst huurtoeslag gaat ontvangen of die meer huurtoeslag gaat ontvangen. Zo’n 117.000 huishoudens gaan er na invoering van dit wetsvoorstel € 172 per maand op vooruit. 116.000 huishoudens hiervan zijn instromers die nu geen recht hebben op huurtoeslag, maar dat met invoering van dit wetsvoorstel krijgen. Dit zijn huurders met een laag inkomen die desondanks in een te dure woning wonen, bijvoorbeeld omdat ze nog op de wachtlijst staan voor een sociale woning en nu noodgedwongen in een vrije sector huurwoning wonen, of omdat ze te maken hebben gehad met een plotseling verlies aan inkomen, waardoor ze hun (huur)lasten niet meer kunnen dragen.

Ik hoop u zo voldoende geïnformeerd te hebben. Ik heb een gelijkluidende brief naar de Eerste Kamer gestuurd.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven