Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2023
Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over ontwikkelingen met betrekking tot het
wetsvoorstel Vereenvoudiging van de huurtoeslag. Dit wetsvoorstel stond in de week
van 3 juli 2023 op uw agenda voor plenaire behandeling. Ik heb echter vernomen dat
de behandeling is verschoven naar na het zomerreces, in september 2023. Ik wijs uw
Kamer en de Eerste Kamer erop dat als uw Kamer het voorstel voor het zomerreces behandelt
en de Eerste Kamer het voorstel direct na het zomerreces behandelt, inwerkingtreding
nog mogelijk is per 1 januari 2024. Anders zal de eerstvolgende mogelijke inwerkingtreding
1 januari 2025 zijn. Daarom verzoek ik uw Kamer de plenaire behandeling voor het zomerreces
te laten plaatsvinden en verzoek ik de Eerste Kamer het voorstel direct na het zomerreces
te behandelen, voor 14 september 2023.
Systeemwijzigingen, waarbij ook rekenregels worden aangepast, kosten tijd om zorgvuldig
te worden ingebouwd en getest. Toeslagen is op mijn verzoek in maart begonnen met
het plannen en inbouwen van de maatregelen, zodat inwerkingtreding per 1 januari 2024
mogelijk is. Vooral het afschaffen van de maximum huurgrenzen als voorwaarde voor
huurtoeslag vergt veel tijd. De wendbaarheid om later in het jaar nog wijzigingen
in deze rekenregels toe te voegen, of om wijzigingen ongedaan te maken, wordt naarmate
het jaar vordert beperkter. Het risico op onder andere fouten in de ICT-systemen en
daarmee fouten in de beschikkingen neemt dan toe. Het is dan ook zaak dat Toeslagen
voldoende tijd heeft om wijzigingen in te bouwen en te testen.
Toeslagen heeft naar aanleiding van de verschuiving van de behandeling aangegeven
dat de fatale deadline om wijzigingen op deze rekenregels door te geven of om wijzigingen
ongedaan te maken uiterlijk 14 september 2023 is. Voor deze datum moet Toeslagen duidelijkheid
hebben over de vormgeving en het definitief doorgaan van het pakket aan maatregelen
in het wetsvoorstel voor het toeslagjaar 2024. Dit betekent dat de parlementaire besluitvorming
moet zijn afgerond. Dit geeft Toeslagen nog voldoende tijd om aanpassingen te maken
op de systeemwijzigingen of om gedane systeemwijzigingen weer uit te bouwen wanneer
besluitvorming dat noodzakelijk maakt, voordat het systeem wordt vastgezet voor het
komende toeslagjaar. Parameters (zonder wijziging van rekenregels) kunnen nog tot
15 oktober 2023 worden aangepast.
De vertraging van inwerkingtreding van het wetsvoorstel betekent dat huurders een
extra jaar moeten wachten op deze maatregelen. Zoals u weet leidt het wetsvoorstel
tot positieve en negatieve inkomenseffecten. Huidige huurtoeslagontvangers gaan er
gemiddeld € 10 op achteruit vanwege het niet meer subsidiëren van servicekosten en
een verhoging van de eigen bijdrage met € 4. Maar er is ook een grote groep die voor
het eerst huurtoeslag gaat ontvangen of die meer huurtoeslag gaat ontvangen. Zo’n
117.000 huishoudens gaan er na invoering van dit wetsvoorstel € 172 per maand op vooruit.
116.000 huishoudens hiervan zijn instromers die nu geen recht hebben op huurtoeslag,
maar dat met invoering van dit wetsvoorstel krijgen. Dit zijn huurders met een laag
inkomen die desondanks in een te dure woning wonen, bijvoorbeeld omdat ze nog op de
wachtlijst staan voor een sociale woning en nu noodgedwongen in een vrije sector huurwoning
wonen, of omdat ze te maken hebben gehad met een plotseling verlies aan inkomen, waardoor
ze hun (huur)lasten niet meer kunnen dragen.
Ik hoop u zo voldoende geïnformeerd te hebben. Ik heb een gelijkluidende brief naar
de Eerste Kamer gestuurd.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge