36 301 Wijziging van de Wet op de huurtoeslag (recht op huurtoeslag voor Oekraïense ontheemden)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 23 februari 2023

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

I. ALGEMEEN

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Wijziging van de Wet op de huurtoeslag voor Oekraïense ontheemden. Deze leden hebben geen verdere vragen en opmerkingen.

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel over het recht op huurtoeslag voor Oekraïense ontheemden. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

Zij vragen of de regering kan aangeven welk juridisch onderscheid te maken valt in het recht op huurtoeslag voor Oekraïense ontheemden en andere ontheemden die niet vallen onder de tijdelijke bescherming zoals vastgelegd in de richtlijn genoemd in de memorie van toelichting. Kan de regering aangeven welke (groepen) ontheemden op dit moment niet onder de genoemde richtlijn vallen en dus via deze weg geen aanspraak kunnen maken op het recht op huurtoeslag? Voorts willen zij graag weten hoe deze Richtlijn 2001/55/EG zich verhoudt tot ontheemden die vanwege conflicten, andere dan de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne, hun thuisland hebben moeten verlaten. Kan de regering nader reflecteren op de bijzondere juridische status die volgt uit Richtlijn 2001/55/EG? Deze leden begrijpen dat iedere situatie uniek is en helaas zijn er tal van conflicten in de wereld waardoor mensen hun thuisland moeten ontvluchten. Zij vragen of expliciet kan worden aangegeven hoe de regering de verschillen ziet tussen ontheemden afkomstig uit Oekraïne en ontheemden uit andere conflictgebieden, en waarom dan een verschil volgt in het toekennen van het recht op huurtoeslag.

De voorzitter van de commissie, Hagen

De adjunct-griffier van de commissie, Honsbeek

Naar boven