De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 4 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door
een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
Toelichting
Dieren hebben recht op bescherming en een dierwaardig bestaan, ook in de veehouderij.
De pogingen van de overheid en de veesector om de milieu-impact van de veehouderij
te verminderen, hebben de afgelopen decennia helaas geleid tot het aanpassen van stallen
met technieken en innovaties die direct of indirect ten koste gaan van dierenwelzijn,
terwijl juist een verbetering van dierenwelzijn nodig en (maatschappelijk zeer) gewenst
is. Indiener wijst onder meer op zogenaamde emissiearme stalvloeren en op zogenaamde
luchtwassers, waarmee de risico’s op (of bij) een stalbrand voor de dieren aanzienlijk
werd vergroot.
Om te voorkomen dat opnieuw belastinggeld wordt uitgegeven aan technische maatregelen
die het dierenwelzijn niet bevorderen, maar juist kunnen verslechteren, sluit dit
amendement emissiearme staltechnieken (inclusief huisvestingssystemen) uit van financiering
uit het Transitiefonds landelijk gebied en natuur. Hieronder worden technieken begrepen
die, al dan niet in combinatie met managementmaatregelen, specifiek tot doel hebben
om de uitstoot van ammoniak, fijnstof of stank te reduceren ten opzichte van de uitstoot
van gangbare huisvestingssystemen, zoals luchtwassers, emissiearme stalvloeren en
technieken als het koe-toilet.
De indiener wijst erop dat de werking van deze technieken veelal te onzeker is om
de uitstoot daadwerkelijk terug te dringen, maar ook dat deze technieken veelal risico’s
meebrengen voor het dierenwelzijn, brandveiligheid, explosiegevaar en verhoogde energieconsumptie.
Bovendien maken deze technieken de stallen ook altijd kapitaalintensiever met grotere
financiële risico’s voor de veeboer. Dit creëert een lock-in-effect voor de verduurzaming en extensivering van de veehouderij. Veehouders kunnen
de investering van de staltechniek (ook na subsidie) immers niet terugverdienen door
minder dieren te houden, maar moeten hiervoor juist intensiveren; méér produceren.
De indiener stelt dat emissiearme staltechnieken en huisvestingssystemen daarmee geen
oplossing zijn voor de integrale landbouwtransitie, waar dierenwelzijn een nadrukkelijk
onderdeel van moet zijn, en dat subsidies voor dergelijke staltechnieken een ondoelmatige
besteding van belastinggeld zijn. De indiener wil subsidies voor deze technieken daarom
uitsluiten.
Ouwehand