Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36274 nr. M |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36274 nr. M |
Vastgesteld 8 januari 2025
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei2 hadden kennisgenomen van de beantwoordingsbrief van de Minister van Klimaat en Groene Groei van 23 september 2024 waarin de Minister ingaat op de vragen inzake de kabinetsreactie evaluaties naar doeltreffendheid en doelmatigheid van het klimaatbeleid en het overzicht bij klimaatuitgaven.3
Naar aanleiding hiervan is op 13 november 2024 een brief gestuurd aan de Minister van Klimaat en Groene Groei.
De Minister heeft op 18 december 2024 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, Karthaus
Aan de Minister van Klimaat en Groene Groei
Den Haag, 13 november 2024
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei hebben met belangstelling kennisgenomen van uw beantwoordingsbrief van 23 september 2024 waarin u ingaat op de vragen inzake de kabinetsreactie evaluaties naar doeltreffendheid en doelmatigheid van het klimaatbeleid en het overzicht bij klimaatuitgaven.4 Naar aanleiding van deze brief hebben de leden van de commissie enkele vervolgvragen.5
In uw brief schrijft u: «Soms zijn maatregelen ogenschijnlijk tegenstrijdig, maar dit betekent niet dat ze met elkaar conflicteren of concurreren.»6 Een alinea later schrijft u: «Tegelijkertijd constateer ik wel dat het klimaatmitigatiebeleid mogelijk eenvoudiger vormgegeven zou kunnen worden, onder andere met het oog op ondernemers. Voornemen is om (evaluatie)onderzoek te doen naar de beleidsmix van verschillende sectoren en instrumenten.»7 De leden van de commissie Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei verzoeken u om bij de uitvoering van dit voorgenomen (evaluatie)onderzoek de constateringen en overwegingen uit de Motie-Holterhues (ChristenUnie) c.s. mee te nemen en de Kamer te informeren over het moment waarop zij dit (evaluatie)onderzoek mag verwachten.8
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 11 december 2024.
Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, S.M. Kluit
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2024
Hierbij zend ik u het antwoord op de nadere vragen over de kabinetsreactie evaluaties naar doeltreffendheid en doelmatigheid van het klimaatbeleid en het overzicht bij klimaatuitgaven vragen (Kamerstukken I 2024/25, 36 274/36 410 XIII, L.) van de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, ingezonden op 23 september 2024.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
175413.01U
1
In uw brief schrijft u: «Soms zijn maatregelen ogenschijnlijk tegenstrijdig, maar dit betekent niet dat ze met elkaar conflicteren of concurreren.» Een alinea later schrijft u: «Tegelijkertijd constateer ik wel dat het klimaatmitigatiebeleid mogelijk eenvoudiger vormgegeven zou kunnen worden, onder andere met het oog op ondernemers. Voornemen is om (evaluatie)onderzoek te doen naar de beleidsmix van verschillende sectoren en instrumenten.» De leden van de commissie Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei verzoeken u om bij de uitvoering van dit voorgenomen (evaluatie)onderzoek de constateringen en overwegingen uit de Motie-Holterhues (ChristenUnie) c.s. mee te nemen en de Kamer te informeren over het moment waarop zij dit (evaluatie)onderzoek mag verwachten.
Antwoord
De Klimaatwet schrijft voor dat iedere vijf jaar een herijking van de klimaatopgave plaatsvindt. De eerste 5-jaarse evaluatiecyclus (2019–2024) van de Klimaatwet is net afgerond. We staan nu dus aan het begin van een nieuwe evaluatie-cyclus die loopt van 2025–2029 op basis waarvan het klimaatbeleid in 2029 weer wordt herijkt.
De evaluatie van (de beleidsmix van) instrumenten in een sector is de beleidsverantwoordelijkheid van de verantwoordelijk vakministers voor het klimaatbeleid. In de departementale Strategische Evaluatie Agenda’s van de departementen zal prioritering moeten worden aangebracht tussen evaluatie van individuele instrumenten en evaluatie van die mix van instrumenten. De afstemming en de samenwerking tussen betrokken ministeries op het gebied van evaluatie van het klimaatbeleid zal in de komende 5-jaarcyclus, vanaf 2025, worden voortgezet. Bij de uitvoering van deze evaluatiecyclus zal rekening worden gehouden met de constateringen en overwegingen uit de motie-Holterhues c.s.
Over de aanpak, de stand van zaken en tussentijdse uitkomsten worden de Eerste en Tweede Kamer jaarlijks tussentijds geïnformeerd in de Klimaatnota.
Samenstelling:
Kemperman (BBB), Van Langen-Visbeek (BBB) (ondervoorzitter), Panman (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Thijsssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Vos (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Van de Sanden (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Van Strien, (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36274-M.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.