36 263 Tijdelijke regels inzake specifieke wettelijke voorzieningen voor het uitvoeren van onderzoeken door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst naar landen met een offensief cyberprogramma tegen Nederland of Nederlandse belangen alsmede voorzieningen inzake de mogelijkheid tot vaststelling van een nieuwe eindtermijn voor gebruik door de diensten van in het kader van hun taakuitvoering met bijzondere bevoegdheden verworven bulkdatasets en de invoering van een bindende toets ex ante van verleende toestemmingen voor de real time interceptie van verkeers- en locatiegegevens (Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen)

Nr. 44 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN EN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2024

Met de brief van onze ambtsvoorgangers van 26 juni 2024 (Kamerstuk 36 263, nr. 43) informeerden zij uw Kamer over de inwerkingtreding per 1 juli 2024 van de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen (hierna: Tijdelijke wet) en de mogelijkheden van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) om op onderdelen van die wet vanaf die datum bindend toezicht te kunnen houden.

Bij brief van 5 juli 2024 (2024Z11768/2024D28422) verzocht u het kabinet om per 1 september 2024 te rapporteren of het kabinet, de diensten en de CTIVD erin zijn geslaagd afspraken te maken over het minimaliseren van de werkbelasting van de CTIVD als gevolg van de Tijdelijke wet, zoals aangekondigd in de desbetreffende brief. Voorts verzocht u het kabinet om een tussentijdse terugkoppeling over de tijdelijke huisvesting van de CTIVD naar aanleiding van het onderzoek van ABDTOPConsult, waarbij specifiek wordt ingegaan op het onafhankelijk kunnen blijven werken door de toezichthouder.

Met deze brief voldoen wij aan uw verzoek. Tevens sturen wij bij deze brief als bijlage de antwoorden op de kamervragen gesteld door het lid Six Dijkstra (Nieuw Sociaal Contract) en de daarop aanvullende vragen van de leden Kathmann (GroenLinks-PvdA) en Koekkoek (Volt), van het lid Van Nispen (SP) en van het lid Helder (BBB) mee.

Afspraken huisvesting CTIVD

Gelet op het feit dat de CTIVD als onafhankelijke commissie toezicht houdt op het werk van onze Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten, is het van het grootste belang dat de CTIVD voldoende geschikte werkplekken tot haar beschikking heeft om uitvoering te kunnen geven aan deze taak. Vanwege het gegeven dat per 1 juli 2024 de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen van kracht is geworden op grond waarvan de CTIVD belangrijke nieuwe taken heeft in het houden van dynamisch, real-time, toezicht, is het van het grootste belang dat de CTIVD ook het personeel dat zij thans werft, adequaat kan huisvesten, om uitvoering te geven aan deze extra taken. Daarnaast is het, onder andere vanwege deze voorziene groei en taakontwikkeling van de CTIVD van belang dat het personeel op één locatie wordt gehuisvest. Echter, zolang de CTIVD nog niet al haar taken vanuit één locatie kan uitvoeren, zal gebruik gemaakt kunnen blijven worden van de huidige locatie aan de Oranjestraat.

De afgelopen periode zijn verschillende gesprekken over de huisvestingsproblematiek gevoerd onder leiding van ABDTOPConsult. Hierbij is met alle betrokken partijen, inclusief de CTIVD, een oplossing voor het huisvestingsvraagstuk gevonden, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen een tijdelijke en definitieve oplossing.

De oplossing is als volgt:

  • De CTIVD wordt per januari 2025 tot 1 juli 2026 tijdelijk gehuisvest.

  • De CTIVD wordt per 1 juli 2026 definitief gehuisvest op de locatie Turfmarkt 147 in Den Haag.

Alle betrokken partijen blijven zich gezamenlijk inspannen om deze afspraken omtrent de tijdelijke en definitieve huisvesting, uit te voeren.

Afspraken werkbelasting CTIVD

Zoals reeds aangegeven in onze brief van 26 juni 2024 zijn de dreigingen vanuit statelijke actoren gericht op Nederland en de Nederlandse belangen groot en nemen deze dagelijks toe. Vanuit het belang van het beschermen van de nationale veiligheid is het snel toepassing kunnen geven aan alle bepalingen in de Tijdelijke wet daarom bittere noodzaak. Deze wet treft namelijk voorzieningen die tot doel hebben de AIVD en de MIVD sneller, wendbaarder en effectiever te kunnen laten optreden tegen landen met een offensief cyberprogramma, zoals China, Rusland en Iran. Voor een aantal bestaande bevoegdheden voorziet de Tijdelijke wet in een accentverschuiving in het stelsel van toetsing en toezicht: van toetsing voorafgaand aan de operatie door de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) naar toezicht tijdens en achteraf door de CTIVD, met bindende bevoegdheden. Hierdoor doen toetsing en toezicht meer recht aan de dynamische praktijk van de diensten en blijft het toezicht op de uitoefening van bevoegdheden onder de Tijdelijke wet sluitend en onafhankelijk, een gegeven waaraan door het kabinet groot belang wordt gehecht.

In onze brief van 26 juni schetsten wij reeds dat een deel van de voorzieningen in de Tijdelijke wet geen extra werkbelasting voor de CTIVD meebrengt, omdat hiervoor al een voorziening is getroffen en een werkproces is ingeregeld door de CTIVD of omdat deze voorzieningen onafhankelijk zijn van de accentverschuiving binnen het stelsel van toetsing en toezicht. Zodoende wordt sinds 1 juli 2024 direct toepassing gegeven aan de bepalingen die zien op OOG-interceptie1 (niet zijnde delen van ongeëvalueerde gegevens met het buitenland), bulkdatasets en de stomme tap2.

Voor wat betreft de toepassing van de overige bepalingen is inmiddels afgesproken dat ook verkennen in het kader van de hackbevoegdheid tot uitvoerbaar toezicht leidt voor de CTIVD. Aan deze bevoegdheid wordt door de AIVD en de MIVD dus ook toepassing gegeven. Een en ander laat onverlet dat voor de individuele inzet van een bevoegdheid in het kader van de Tijdelijke wet, indien de operationele noodzaak dit vereist, het mogelijk is om tot maatwerkafspraken te komen met de CTIVD. Ten behoeve van het toezicht op de overige bepalingen uit de Tijdelijke wet werft de CTIVD thans het benodigde extra personeel met als inzet per 1 januari 2025, of zo spoedig mogelijk daarna, op sterkte te zijn en volledig toezicht te kunnen houden.

Conclusie

Concluderend hebben wij de verwachting dat de gezamenlijke aanpak van de huisvesting en de gemaakte afspraken inzake de toepassing van de bevoegdheden onder de condities van de Tijdelijke wet momenteel voldoende houvast bieden om de toepassing van de bevoegdheden onder de Tijdelijke wet te laten ingroeien in de uitvoerings- en toezichtspraktijk. Over zowel de werkbelasting van de CTIVD die voortvloeit uit de Tijdelijke wet als de huisvesting van de CTIVD zal het kabinet doorlopend in gesprek blijven met de CTIVD.

De gezamenlijke inzet van de diensten en de CTIVD is erop gericht zo spoedig mogelijk volledig toepassing te geven aan de Tijdelijke wet. Dit met het oog op zowel de operationele noodzaak in het kader van de nationale veiligheid als ook uitvoerbaar toezicht.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, H.W.M. Schoof

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.M.M. Uitermark

De Minister van Defensie, R.P. Brekelmans


X Noot
1

Onderzoeksopdrachtgericht onderzoek van communicatie, zie artikelen 48, 49 en 50 van de Wiv 2017.

X Noot
2

Real-time verzameling van metadata over communicatieverkeer, zie artikel 55 Wiv 2017 en artikel 14e van de Tijdelijke wet.

Naar boven