36 250 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 15 december 2022

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 5 december 2022 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken. Bij brief van 9 december 2022 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, R. Heerema

De griffier van de commissie, Westerhoff

1

Mag de bijdrage aan de opvang van Oekraïnse vluchtelingen in eigen land worden gedekt uit het ODA budget? Wat is de onderbouwing hiervan?

Antwoord:

Volgens de richtlijnen van de OESO-DAC (Development Assistance Committee) kan de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen toegerekend worden aan ODA. Aangezien Oekraïne een DAC-land is, kan een land ervoor kiezen de eerstejaarsopvang van Oekraïense vluchtelingen aan ODA toe te rekenen.

Het kabinet heeft ervoor gekozen bij de Voorjaarsnota (eerste suppletoire begroting 2022) eenmalig EUR 150 miljoen vanuit het ODA-budget bij te dragen aan de opvang van Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Het overige van de uitgaven voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen wordt generaal gecompenseerd.

2

Kunt u toelichten waar de Nederlandse bijdrage aan het Special Trust Fund for Afhanistan aan uitgegeven zal worden?

Antwoord:

Zoals door de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking reeds toegelicht in de Kamerbrief Update besluiten hulp en inzet in Afghanistan van 23 mei 2022, is EUR 11 miljoen die vrijkwam uit een stopgezet fonds gericht op ondersteuning van de veiligheidssector in Afghanistan, ingezet voor een bijdrage aan het VN-brede Special Trust Fund for Afghanistan (STFA) om de basisdienstverlening en livelihoods in Afghanistan te ondersteunen1. De Nederlandse bijdrage aan het STFA komt ten goede aan het Area-Based Approach to Development Emergency Initiatives (ABADEI) programma van het VN-Ontwikkelingsprogramma. Binnen dit programma gaat de Nederlandse bijdrage naar inzet op het gebied van livelihoods en het stimuleren van lokale economische activiteiten met als doel het versterken van de lokale economische veerkracht en het voorkomen van verdere instabiliteit. De nadruk van de Nederlandse bijdrage ligt op het versterken van livelihoods en de economische positie van vrouwen, in lijn met de Nederlandse prioriteiten zoals beschreven in de Kamerbrief Lange termijn visie voor de Nederlandse inzet in Afghanistan2. De Nederlandse bijdrage is gedaan op basis van strikte voorwaarden: steun dient alleen via multilaterale organisaties of ngo’s te worden verstrekt, niet (direct of indirect) via de Taliban. Verder mag er geen inhoudelijke bemoeienis van de Taliban plaatsvinden met betrekking tot beleid, uitvoering en management en dient gelijke toegang zeker gesteld te zijn voor vrouwen en meisjes.

Naar boven