Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36250-C nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36250-C nr. 2 |
Wetsartikelen 1 tot en met 3
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het provinciefonds;
Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 3
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering is opgenomen. Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen.
De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.G.J.Bruins Slot
De Staatssecretaris van Financiën,M.L.A. van Rij
De tweede suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2022. De stand van de tweede suppletoire begroting wordt opgebouwd vanaf de stand van de eerste suppletoire begroting 2022.
Door wijzigingen in beleid van verschillende departementen kan worden overgegaan tot het beleggen of juist weghalen van taken bij provincies. Indien dit gepaard gaat met een toevoeging aan of een uitname uit het provinciefonds, wordt dit begrotingstechnisch verwerkt. In de onderstaande tabel worden de mutaties groter dan € 10 mln. weergegeven.
Art. | Uitgaven en Ontvangsten 2022 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2022 | 1 | 2.540.680 |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 1 | 2.796.975 |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Natuur | 1 | 18.298 |
2) Aanpassing accres 2022 | 1 | ‒ 35.239 |
3) Ruimte onder plafond BCF 2022 | 1 | 61.639 |
4) Projecten verkeer en vervoer | 1 | ‒ 12.373 |
5) Overige mutaties | 1 | 14.132 |
Stand 2e suppletoire begroting 2022 | 1 | 2.843.432 |
Toelichting
1) Natuur
In het pakket Structurele aanpak stikstof is in totaal € 2,85 mld. beschikbaar gesteld voor de periode 2021-2030 voor het versterken en herstellen van de natuur. Onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Natuur is het verhogen van de beheervergoeding vanuit het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). De bestaande SNL middelen lopen mee via de algemene uitkering richting provincies. De provincies voeren de SNL uit en vergoeden tot 75% van de standaardkostprijs voor het beheren van natuur. Met ingang van beheerjaar 2021 wordt de vergoeding verhoogd naar 84%. De provincies ontvangen via de algemene uitkering extra middelen voor de hogere subsidiekosten.
2) Bijstelling accres tranche 2022
Op basis van de actuele cijfers in de Miljoenennota 2023 vindt een bijstelling plaats van de accres tranche 2022 voor de jaren 2022 tot en met 2025. Dit betreft een neerwaartse bijstelling van de algemene uitkering met € 35,2 mln.
3) Ruimte onder plafond BCF 2022
De ontwikkeling van het BTW-compensatiefonds en het bijbehorende plafond leiden conform het Financieel Akkoord Rijk/VNG/IPO met ingang van 2015 tot een toename of afname van de algemene uitkering van de fondsen. Voor 2022 is vooralsnog sprake van ruimte onder het plafond, met als gevolg een toevoeging aan de algemene uitkering van € 61,6 mln.
4) Projecten verkeer en vervoer
In 2016 zijn de middelen voor de Brede Doel Uitkering (BDU) Verkeer en vervoer toegevoegd aan het provinciefonds. Daaronder waren ook opgenomen de middelen voor de Projecten Verkeer en vervoer. De middelen voor de Projecten Verkeer en vervoer zijn in de periode 2016 tot en met 2020 uitgekeerd in de vorm van een decentralisatie-uitkering. Deze decentralisatie-uitkering is door de Algemene Rekenkamer als onrechtmatig aangemerkt. Vanaf 2021 worden de Projecten Verkeer en vervoer weer gefinancierd via een specifieke uitkering. In verband daarmee zijn de resterende middelen voor 2021 en verder weer teruggeboekt naar de begroting van het ministerie van I&W. Bij deze terugboeking is de compensatie van opgebouwde indexatie per abuis niet overgeheveld. Middels deze mutatie wordt de indexatie voor 2021 en 2022 alsnog overgeheveld vanuit de algemene uitkering naar de begroting van I&W. Bij Voorjaarsnota zal de indexatie voor 2023 en verder worden overgeheveld.
In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het provinciefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de provincies) inzichtelijk gemaakt.
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | ||||
Verplichtingen | 2.540.680 | 2.787.070 | 49.623 | ‒ 3.166 | 2.833.527 |
Uitgaven | 2.540.680 | 2.796.975 | 49.623 | ‒ 3.166 | 2.843.432 |
waarvan juridisch verplicht (percentage) | 100% | ||||
Financiering provincies | |||||
Bijdragen aan medeoverheden | 2.540.580 | 2.796.875 | 49.623 | ‒ 3.250 | 2.843.248 |
Algemene uitkering | 2.487.642 | 2.734.642 | 44.698 | ‒ 11.654 | 2.767.686 |
Decentralisatie-uitkeringen | 52.938 | 62.233 | 4.925 | 8.404 | 75.562 |
Kosten Financiële verhoudingswet | |||||
Opdrachten | 100 | 100 | 0 | 84 | 184 |
Onderzoeken verdeelsystematiek | 100 | 100 | 0 | 84 | 184 |
Ontvangsten | 2.540.680 | 2.796.975 | 49.623 | ‒ 3.166 | 2.843.432 |
Toelichting op de financiële instrumenten
Bijdragen aan medeoverheden
Algemene uitkering
Dit betreft de uitkering aan alle provincies, die ten goede komt aan de algemene middelen van de provincies. De uitkering is gebaseerd op de artikelen 5 en 6 van de Financiële-verhoudingswet.
Integratie-uitkeringen
Dit betreft de uitkering die wordt toegepast als rechtstreekse overheveling van middelen naar de algemene uitkering bezwaarlijk is vanwege de omvang van de herverdeeleffecten. De integratie-uitkering voorziet dan in een geleidelijke overgang naar de algemene uitkering. De uitkering is gebaseerd op artikel 5 lid 2 van de Financiële-verhoudingswet. Er zijn geen integratie-uitkeringen in het provinciefonds.
Decentralisatie-uitkeringen
Naast de algemene uitkering en integratie-uitkeringen bevat het provinciefonds ook decentralisatie-uitkeringen. De verdeling van de decentralisatie-uitkeringen volgt evenals de integratie-uitkeringen niet de regels van de verdeling van de algemene uitkering van het provinciefonds. Anders dan bij de integratie-uitkering, waar de termijn van overheveling naar de algemene uitkering van tevoren vaststaat, ontbreekt bij de decentralisatie-uitkering een dergelijke termijn. Voor een overzicht van de decentralisatie-uitkeringen wordt verwezen naar paragraaf 4.1.
Opdrachten en Bijdragen ZBO's/RWT's
Onderzoeken verdeelsystematiek
Dit betreft het budget dat elk jaar is gereserveerd voor de uitvoering van onderzoeken op het vlak van de omvang en verdeling van het provinciefonds en het onderhoud van het betaalsysteem.
Ontvangsten
Ten behoeve van de dekking van de uitgaven is een post Ontvangsten opgenomen. Artikel 4, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet bepaalt dat bij (begrotings)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het provinciefonds. Op grond van het tweede lid van dat artikel zijn de uitgaven en de inkomsten van het fonds per uitkeringsjaar aan elkaar gelijk.
Uitgaven 2022 | |
---|---|
Aanpak vakantieparken | 300 |
DINGtiid | 29 |
Drugsdumpingen | 1.000 |
Erfgoed deal | 1.308 |
Fries in het MBO | 200 |
Fryske Akademie | 1.559 |
Inkomstenderving tunnels | 710 |
Monumenten | 20.000 |
Na-ijlende effecten mijnbouw | 647 |
Natuurinclusief na-isoleren | 6.720 |
NOVEX-gebied De Peel | 41 |
Omgevingsveiligheid | 675 |
Ondersteuning RES proces | 2.677 |
Opgaven landelijk gebied | 25 |
Religieus erfgoed | 21 |
Uitvoeringskosten klimaatakkoord | 5.670 |
Vernieuwde aanpak gebiedsgericht werken | 124 |
Waddenfonds | 28.878 |
Weerbaar bestuur kleine gemeenten | 4.800 |
Wettelijke Friese taal | 150 |
Wildbeheer Limburg | 23 |
Wijziging betalingsverloop decentralisatie uitkeringen | 5 |
Stand 2e suppletoire begroting 2022 | 75.562 |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36250-C-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.