36 243 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen

Nr. 10 AMENDEMENT VAN DE LEDEN SNELLER EN VAN NISPEN

Ontvangen 10 april 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt onderdeel c, onder verlettering van de onderdelen d en e tot onderdelen c en d.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het bestuur stelt een reglement vast dat regels bevat over de bezetting van enkelvoudige en meervoudige kamers en de wijze van toedeling van zaken aan leden van deze kamers op basis van objectieve, transparante en controleerbare criteria.

Toelichting

De Code zaakstoedeling heeft tot doel te waarborgen dat rechtszaken op basis van objectieve maatstaven aan rechters worden toegedeeld. Volgens het EHRM dient de regeling van zaakstoedeling in een formele wet te worden vastgelegd, dat strookt wat de indiener betreft met de rechterlijke onafhankelijkheid en de scheiding der machten.

Met het amendement wordt wettelijk verankerd dat zaken aan rechters worden toebedeeld op basis van objectieve, transparante en controleerbare criteria. Het gerechtsbestuur krijgt de wettelijke opdracht om te voorzien in een reglement voor deze toedeling van zaken. De bevoegdheid om zaken toe te delen kan door het gerechtsbestuur worden gemandateerd aan leidinggevende rechters binnen de organisatiestructuur van het betrokken gerecht. Dit zorgt enerzijds voor wettelijke verankering van de belangrijke uitgangspunten bij wet in formele zin, en anderzijds voor de nodige ruimte voor nadere invulling door de rechtspraktijk.

Sneller Van Nispen

Naar boven