Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Na artikel 7.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7.3 Wijziging Wet belastingen op milieugrondslag
In de Wet belastingen op milieugrondslag wordt in artikel 60a, eerste lid, «€ 0,05898»
telkens vervangen door «€ 0,05549», wordt «€ 0,01571» vervangen door «€ 0,01478» en
wordt «€ 0,00064» vervangen door «€ 0,00061».
2
Aan artikel 8.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid treedt artikel 7.3 in werking met ingang van 1 januari
2023, dan wel indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven
na 1 januari 2023, treedt artikel 7.3 in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst, en werkt terug tot
en met 1 januari 2023. Artikel 7.3 vindt eerst toepassing nadat artikel 90 van de
Wet belastingen op milieugrondslag bij het begin van het kalenderjaar 2023 is toegepast.
Toelichting
Voor het verbruik van elektriciteit die wordt geleverd aan een oplaadinstallatie voor
elektrische voertuigen die beschikt over een zelfstandige aansluiting (laadpalen)
geldt tot 1 januari 2023 een verlaagd tarief energiebelasting. Daarnaast zijn laadpalen
tot die datum uitgezonderd van de opslag duurzame energie- en klimaattransitie uit
de Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie. In het wetsvoorstel Belastingplan
2023 is dit regime met twee jaar verlengd. Daartoe zijn in het wetsvoorstel Belastingplan
2023 de tarieven voor 2023 en 2024 opgenomen in artikel 60a van de Wet belastingen
op milieugrondslag (Wbm). Deze tarieven zijn reeds geïndexeerd voor het jaar 2023.
In het wetsvoorstel Belastingplan 2023 is ook bepaald dat de jaarlijkse indexering
op grond van artikel 90 Wbm van toepassing is op de tarieven in artikel 60a Wbm. Hierdoor
worden de tarieven voor 2023 onbedoeld voor een tweede keer geïndexeerd. Dit kwam
aan het licht na de stemming over het wetsvoorstel Belastingplan 2023 in de Tweede
Kamer. Met deze nota van wijziging wordt de tweede indexering die bij het begin van
het kalenderjaar 2023 op grond van artikel 90 Wbm wordt doorgevoerd ongedaan gemaakt.
Dit gebeurt door de bedragen, genoemd in artikel 60a Wbm, weer te wijzigen in de bedragen
uit het wetsvoorstel Belastingplan 2023. Hiermee worden die bedragen vastgesteld op
de juiste hoogte, geldend voor het kalenderjaar 2023.
In het geval dat het wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage tot wet wordt
verheven en in het Staatsblad wordt geplaatst na 1 januari 2023, draagt het toegevoegde
lid aan artikel 8.1 er zorg voor dat de wijziging van artikel 60a Wbm terugwerkende
kracht verkrijgt tot en met 1 januari 2023.
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij