36 228 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in verband met het verbod op contante betalingen voor goederen vanaf 3.000 euro en het uitbreiden van de mogelijkheden voor informatie-uitwisseling ten behoeve van de poortwachtersfunctie (Wet plan van aanpak witwassen)

Nr. 13 AMENDEMENT VAN DE LEDEN ALKAYA EN STOFFER

Ontvangen 12 juni 2023

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «terrorisme» ingevoegd «en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek» en wordt na «3.000 euro» ingevoegd «, het recht van consumenten op kleinere contante betalingen».

II

In de beweegredenen wordt na «bevorderen» ingevoegd «en dat het tevens gewenst is kleinere contante betalingen door consumenten blijvend te garanderen».

III

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

Artikel 113 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek komt te luiden:

Artikel 113

  • 1. Indien de schuldenaar een natuurlijke persoon is die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit en de schuldeiser geen natuurlijke persoon is die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit accepteert de schuldeiser de verbintenis tot betaling van een geldsom in contanten tot het bedrag, genoemd in artikel 1f, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 1 indien dit noodzakelijk is vanwege de veiligheid of de specifieke aard van de werkzaamheden.

  • 3. Het ontwerp van een krachtens lid 2 vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

Toelichting

Hoewel contant geld een wettig betaalmiddel is, verplicht de wet momenteel individuele organisaties niet om het te accepteren. Die mogen contant geld weigeren, en op steeds meer plekken gebeurt dit ook. De indieners zijn bezorgd over de dalende acceptatiegraad van contant geld in de samenleving. Zo blijkt uit recente cijfers van De Nederlandsche Bank1 dat bij 12 procent van de apotheken alleen nog maar met een bankpas kan worden betaald. In parkeergarages en bibliotheken is dit al 16 procent en in bioscopen zelfs 22 procent.

Het wetsvoorstel «Wet plan van aanpak witwassen» bevat een verbod voor handelaren in goederen om transacties vanaf € 3.000 in contanten te verrichten. De indieners vrezen dat er in de praktijk, zeker als de huidige trend zich door zet, ook onder deze grens op steeds minder plekken afgerekend kan worden met contant geld. Zij stellen daarom een acceptatieplicht voor. Deze acceptatieplicht geldt in principe voor elke publiek toegankelijke locatie of organisatie die producten of diensten aanbiedt aan particulieren. De regering krijgt de mogelijkheid om per algemene maatregel van bestuur uitzonderingen op deze acceptatieplicht in te stellen, indien afdoende wordt onderbouwd dat dit vanwege de uitvoering of de veiligheid noodzakelijk is. Dit kan bijvoorbeeld per sector. Dit dient dan wel middels een zogenaamde zware voorhangprocedure voorgelegd te worden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Een specifiek voorbeeld hiervan kunnen bijvoorbeeld onbemande tankstations zijn, waarbij het zowel vanwege de uitvoerbaarheid als de veiligheid onwenselijk kan zijn om een acceptatieplicht voor contant geld op te leggen.

Veel mensen gebruiken nog dagelijks contant geld. Voor een deel uit gewoonte, soms omdat ze daar een persoonlijke voorkeur voor hebben, maar vaak ook uit noodzaak. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een fysieke of mentale beperking, de groeiende groep senioren, mensen in schuldhulpverlening of mensen zonder betaalrekening, zoals vluchtelingen. Bij elkaar opgeteld gaat dit volgens een recent onderzoek van het bureau McKinsey om ongeveer 1,5 miljoen mensen.2 2,6 miljoen Nederlanders van 18 jaar en ouder worstelen met de digitale betaalwereld.3 Maar het is niet alleen voor hen van belang dat contant geld breed geaccepteerd blijft in onze samenleving. Ondanks vele investeringen in de robuustheid van het digitale betalingsverkeer komen storingen nog steeds met enige regelmaat voor. Bij storingen in grotere steden wijken mensen dan uit naar alternatieven, maar op regionaal of landelijk niveau zijn alternatieven niet altijd beschikbaar. Niet iedereen kan in zulke situaties snel uitwijken naar een andere regio of gedurende langere tijd bepaalde aankopen uitstellen. Daarom blijft een brede acceptatiegraad van contant geld ook voor de stabiliteit van het stelsel van belang, omdat het een alternatief biedt dat nauwelijks blootgesteld is aan verstoringsrisico’s.

Alkaya Stoffer

Naar boven