36 220 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2022 (Negende incidentele suppletoire begroting inzake tijdelijk prijsplafond energie voor kleinverbruikers)

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 14 november 2022

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 14 oktober 2022 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Bij brief van 7 november 2022 zijn ze door de Minister van Economische Zaken en Klimaat beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Reinders

1

Hoeveel kost de uitvoering van het prijsplafond door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)?

Antwoord

De kosten voor uitvoering van de subsidieregeling door RVO worden op dit moment nog in kaart gebracht. Ik zal uw Kamer hierover informeren met de begrotingsstukken die worden opgesteld voor verwerking van het tijdelijke prijsplafond.

2

Zijn er onvoorziene kosten waar rekening mee moet worden gehouden en worden deze ook uit de 2,6 miljard euro gedekt?

Antwoord

Bij de berekening van het budgettaire beslag van de regeling tegemoetkoming november en december werd dezelfde ramingsmethodiek gebruikt als gehanteerd voor de fiscale verrekening van de belastingvermindering in de Energiebelasting. Bij deze methodiek speelt echter de heffing van btw een rol, daar waar dit niet het geval is bij de subsidieverlening aan de energieleveranciers, die de korting op de energierekening van kleinverbruikers met 190 euro mogelijk maakt. Als gevolg van het per abuis betrekken van btw in de berekening werd het benodigde beslag voor de regeling tegemoetkoming november en december te laag geraamd op € 2,6 miljard, daar waar dit € 3,2 miljard had moeten zijn. Uw Kamer ontvangt daarom een nota van wijziging op de negende Incidentele Suppletoire Begroting, die de raming corrigeert naar het juiste bedrag.

De geraamde 3,2 miljard euro is bestemd voor de vaste tegemoetkoming van 190 euro per aansluiting in november en december. Mochten er onvoorziene kosten optreden dan zal dit in aanvullende begrotingsstukken worden verwerkt.

3

Hoe wordt de uitgave van 2,6 miljard euro gedekt? Wordt dit bedrag toegevoegd aan het begrotingstekort?

Antwoord

De uitgave van 3,2 miljard euro(ziet toelichting vraag 2) ten behoeve van de tegemoetkoming van 190 euro in november en december wordt gedeeltelijk gedekt door de solidariteitsbijdrage. Het resterende deel van de kosten zal meelopen in de staatsschuld, waarna in het voorjaar de resterende dekkingsopgave voor het energiepakket ingevuld zal worden op basis van de dan geldende budgettaire ontwikkelingen, mede gebaseerd op het Centraal Economische Plan (CEP).

4

Hoe is het besluit om 190 euro in mindering te brengen op de energierekening tot stand gekomen? Welke overwegingen lagen hieraan ten grondslag? Met welke partijen is hierover gesproken?

Antwoord

Het bedrag van 190 euro is tot stand gekomen na zorgvuldige weging van de mate waarin huishoudens tegemoet gekomen kunnen worden in de kosten van hun energierekening, en het budgettair beslag van de regeling. Hierbij is uitgegaan van het verlichtende effect dat het prijsplafond, zoals gepresenteerd bij de Miljoenennota 2023, zou hebben op de energierekening van een huishouden. Dit effect op jaarbasis is omgerekend naar een effect per maand. Zo is de tegemoetkoming bepaald op 190 euro. Gelet op de urgentie valt in de aanloop naar de invoering van het prijsplafond hierbij helaas niet te differentiëren op basis van de situatie van huishoudens. Over de tegemoetkoming is veelvuldig contact geweest met ENL en de RVO.

5

Welke onderbouwing is er voor de keuze om 190 euro uit te keren? Waarom niet een ander bedrag?

Antwoord

Zie antwoord vraag 4

6

Waarom is gekozen om de uitkering van de 190 euro te laten verlopen via de energieleveranciers?

Antwoord

De vormgeving van de tegemoetkoming als subsidie aan de energieleveranciers is de meest efficiënte manier om de tegemoetkoming al begin deze winter bij huishoudens te krijgen. Het algemeen bij wet verplichten van prijzen is een veel omvangrijker en ingrijpender proces dat niet op deze korte termijn te realiseren is. Daarbij is het geen optie om de leveranciers te verplichten op eigen kosten 190 euro per klant te bekostigen zonder deze leveranciers te compenseren voor het geleden nadeel. Dit kan de Staat juridisch gezien niet vragen van een private partij. Bovendien zou dit energieleveranciers financieel fors zou raken in hun bedrijfsvoering. Een ander alternatief dat is bezien is de verhoging van de belastingvermindering op de energiebelasting. Gelet op de wens om de tegemoetkoming in de maanden november en december van dit jaar bij kleinverbruikers terecht te laten komen was het verhogen van de belastingvermindering geen uitvoerbare oplossing.

7

Is er gekeken naar een andere manier om huishoudens die in energiearmoede leven te ondersteunen?

Antwoord

Er is gekeken naar diverse andere mogelijkheden via bestaande fiscale instrumenten en het kabinet heeft wat dat betreft een omvangrijk koopkrachtpakket voorgesteld. Die maatregelen leveren een belangrijke bijdrage aan het tegengaan van financiële problemen als gevolg van de stijgende kosten van het levensonderhoud. Met het tijdelijke prijsplafond wordt echter ook zekerheid voor huishoudens geboden ten aanzien van toekomstige prijsontwikkelingen.

8

Op welke manier helpt deze maatregel huishoudens aangesloten op blokverwarming?

Antwoord

Voor wat betreft de blokverwarming bezie ik zoals gemeld in mijn brief van 4 oktober (later ook ondersteund door de motie-Omtzigt c.s., Kamerstuk 36 200, nr. 119) de mogelijkheden om ook voor die situaties ondersteuning te bieden. Gelet op de grote variëteit aan situaties achter de collectieve aansluiting is deze ondersteuning echter niet eenvoudig vorm te geven. Het kabinet spant zich maximaal in om hiervoor een oplossing te vinden en zal uw Kamer hierover uiterlijk over de voortgang bij de publicatie van de regeling medio november informeren.

9

Op welke manier helpt deze maatregel huishoudens met een collectieve of gedeelde energierekening?

Antwoord

Verschillende leden hebben gevraagd hoe het plafond wordt toegepast in situaties waarbij er meerdere afnemers gebruik maken van een collectieve aansluiting. Het is van belang om op te merken dat er in de praktijk veel verschillende mogelijke vormen van dergelijke voorzieningen voorkomen. Het betreft op basis van de meest recente cijfers van CBS (2020) zo’n 5,5% van de woningen. Het is niet bekend hoeveel studenten of andere bewoners situaties er zijn die een energiecontract delen. Dit komt doordat er in dergelijke «huishoudens» net als bij andere huishoudens die uit meerdere personen zijn samengesteld, geen reden of verplichting bestaat om dergelijke gegevens apart te registreren. Het is niet mogelijk om hiermee in de uitvoering rekening te houden door het plafond te differentiëren naar gelang het aantal mensen dat gezamenlijk onder een energiecontract valt, of door de volumegrens aan te passen. Mensen die samen een energiecontract delen vallen uiteraard wel voor wat betreft dat hun gezamenlijke verbruik van elektriciteit en gas binnen dit contract onder het plafond, tot ze daarmee de daarvoor geldende volume grenzen overschrijden.

10

Zijn er mogelijkheden onderzocht om deze maatregel aan een specifieke doelgroep uit te keren? Zo ja, wat waren de verschillende opties en scenario’s die onderzocht zijn?

Antwoord

Gelet op de urgentie valt in de aanloop naar de invoering van het prijsplafond hierbij helaas niet te differentiëren op basis van de situatie van huishoudens.

11

Waarom is er voor gekozen om deze maatregel op dezelfde doelgroep te richten als het prijsplafond, in plaats van meer gerichte maatregelen voor huishoudens met meer acute problemen?

Antwoord

Zie antwoord vraag 10

12

Hoe wordt bepaald welke energieleveranciers hoeveel geld ontvangen?

Antwoord

Energieleveranciers zijn verplicht de subsidie volledig te verrekenen. Daartoe leveren zij bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO) overzichten aan van hun geregistreerde kleinverbruikaansluitingen en daadwerkelijke verrekeningen. Bij subsidievaststelling zullen deze overzichten vergezeld gaan van een accountantsverklaring. De RVO controleert deze documenten grondig en heeft de bevoegdheid eventueel teveel betaalde voorschotten of niet verrekende subsidie terug te vorderen. Dit waarborgt dat er geen overcompensatie plaatsvindt aan de energieleverancier.

Energieleveranciers die een subsidiebeschikking krijgen, kunnen een voorschot aanvragen. Het voorschot wordt bepaald op basis van een uittreksel van alle klanten uit de doelgroep dat de leverancier bij de RVO aanlevert. Voorschotten die achteraf te hoog blijken, worden teruggevorderd door de RVO. De vaststelling van de subsidie wordt gedaan op basis van de daadwerkelijk uitbetaalde bedragen aan klanten. Deze moeten aantoonbaar gedaan zijn en door een accountant zijn vastgesteld.

13

Hoe wordt gegarandeerd dat alle energieleveranciers de maatregel op dezelfde wijze uitvoeren?

Antwoord

In de regeling «Tegemoetkoming Energierekening 2022», die in goed overleg met energieleveranciers in Nederland tot is stand gekomen staan de uitgangspunten voor de tijdelijke tegemoetkoming. Hierbij is de wijze van verrekening van de tegemoetkoming met de klant vrijgelaten vanwege uitvoerbaarheid. Energieleveranciers kiezen voor een wijze van verrekening die het beste bij de klant en het systeem past. De tegemoetkoming kan op verschillende manieren verrekend worden met de klant, bijvoorbeeld:

  • De leverancier betaalt € 190 uit in november en in december (middels een creditfactuur);

  • De leverancier haalt € 190 per maand af van de voorschotnota of eindnota voor elektriciteit;

  • De leverancier betaalt per maand een deel van de € 190 uit en haalt het andere deel af van de voorschotnota of eindnota voor elektriciteit;

  • De leverancier haalt € 190 per maand af van een openstaande rekening of betalingsrekening;

  • De leverancier betaalt € 190 per maand uit na het beëindigen van het contract.

14

Hoe wordt gecontroleerd of energieleveranciers het geld zo snel mogelijk aan de consument uitkeren?

Antwoord

De verrekening moet in principe plaatsvinden in november en december respectievelijk, maar ten laatste 30 dagen na subsidieverlening. De leverancier moet schriftelijk aan de klant mededeling doen van de wijze waarop het geld verrekend is. Dat is een voorwaarde in de subsidiebeschikking.

15

Hoe wordt gecontroleerd of de energieleveranciers de maatregel op de juiste wijze uitvoeren?

Antwoord

In de subsidieregeling is gewaarborgd dat de uitbetaalde subsidie volledig ten goede komt aan de klanten in de doelgroep. Energieleveranciers zijn verplicht de subsidie volledig te verrekenen. Daartoe leveren zij bij RVO overzichten aan van hun geregistreerde kleinverbruikaansluitingen en daadwerkelijke verrekeningen. Bij subsidievaststelling zullen deze overzichten vergezeld gaan van een accountantsverklaring. RVO controleert deze documenten grondig en heeft de bevoegdheid eventueel teveel betaalde voorschotten of niet verrekende subsidie terug te vorderen. Dit waarborgt dat de regeling geen staatssteun aan de energieleverancier is. Immers blijft er geen financieel voordeel liggen bij de energieleveranciers. Mogelijk ontvangen wel kleine ondernemingen met een kleinverbruikaansluiting de tegemoetkoming, omdat zij binnen de afbakening van de doelgroep vallen.

Energieleveranciers die een subsidiebeschikking krijgen, kunnen een voorschot aanvragen. Het voorschot wordt bepaald op basis van een uittreksel van alle klanten uit de doelgroep dat de leverancier bij de RVO aanlevert. Voorschotten die achteraf te hoog blijken, worden teruggevorderd door de RVO. De vaststelling van de subsidie wordt gedaan op basis van de daadwerkelijk uitbetaalde bedragen aan klanten. Deze moeten aantoonbaar gedaan zijn en door een accountant zijn vastgesteld. RVO kan bij vaststelling eveneens de teveel betaalde subsidie terugvorderen.

16

Wat gebeurt er met het uitgekeerde voorschot indien een energieleverancier failliet gaat?

Antwoord

Mocht een leverancier onverhoopt failliet gaan, dan kan de RVO het voorschot terugvorderen of er aanspraak op maken in de failliete boedel.

17

Wat gebeurt er met het geld indien huishoudens een rekening hebben die in november en december lager is dan 190 euro? Wordt dan alsnog het volledige bedrag in mindering gebracht?

Antwoord

In de subsidieregeling is gewaarborgd dat de uitbetaalde subsidie volledig ten goede komt aan de klanten in de doelgroep. Energieleveranciers zijn verplicht de subsidie volledig te verrekenen, respectievelijk uit te keren.

18

Hoeveel huishoudens hadden geïsoleerd kunnen worden voor het bedrag waarmee nu de 190 euro wordt uitgekeerd?

Het type maatregelen dat voor de isolatie van woningen nodig is zal afhankelijk van de situatie verschillen, en daarmee ook de kosten. Belangrijke reden om de tegemoetkoming zo vorm te geven is dat hiermee alle kleinverbruikers kunnen worden bereikt op korte termijn.

19

Waarom is er voor gekozen om zo’n omvangrijke maatregel die huishoudens voorziet in inkomenssteun te laten uitkeren via een private organisatie?

20

Waarom is er voor gekozen om een private organisatie (een energieleverancier) verantwoordelijk te stellen voor het uitkeren van overheidssteun aan huishoudens?

Antwoord 19 en 20

In de zoektocht naar mogelijkheden om de energierekening te verlagen voor een afgebakende groep kwetsbare huishoudens is geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de uitvoering van het prijsplafond bij een van de overheidsinstanties te beleggen én het prijsplafond per 1-1-2023 tot stand te brengen. Waar energieleveranciers gebruik kunnen maken van bestaande systemen, informatiestromen en processen is dit niet het geval van de overheidsinstanties omdat deze geen ervaring hebben met het verwerken van energierekeningen van miljoenen huishoudens en andere kleinverbruikers. Vanwege de tijdsdruk om het prijsplafond tijdig in werking te laten treden is daarom gekozen om de uitvoering bij de energieleveranciers te beleggen.

21

Welke andere mogelijkheden om deze maatregel uit te voeren zijn onderzocht? Welke organisaties zijn hierbij betrokken?

Antwoord

Zie antwoord vraag 7

22

Waarom is er niet voor gekozen om een publieke instantie deze maatregel te laten uitvoeren? Met welke organisaties is hierover gesproken?

Antwoord

Zie antwoord vraag 19 en 20

23

Is overwogen om energieleveranciers te verplichten zelf deze korting van 190 euro te laten betalen?

Antwoord

Het is geen optie om de leveranciers te verplichten op eigen kosten 190 euro per klant te bekostigen zonder deze leveranciers te compenseren voor het geleden nadeel. Dit kan de Staat juridisch gezien niet vragen van een private partij. Bovendien zou dit energieleveranciers financieel fors zou raken in hun bedrijfsvoering.

24

Welke energieleveranciers komen in de financiële problemen als zij zelf verantwoordelijk worden gesteld voor de korting van 190 euro?

Antwoord

Er is geen wettelijke grondslag om private partijen een dergelijke verplichting op te leggen. De gevolgen voor de financiën van de individuele bedrijven zijn niet zonder nadere informatie over de bedrijfssituatie in te schatten.

25

Hoe maken energieleveranciers aanspraak op het voorschot?

26

Op basis van welke gegevens wordt het bedrag besloten dat uitgekeerd wordt aan energieleveranciers?

Antwoord op vraag 25 en 26

Zie antwoord vraag 12

27

Hoe wordt voorkomen dat energieleveranciers meer geld krijgen dan zij in mindering brengen op de energierekening van huishoudens? Op welke manier wordt dit gecontroleerd? Is het mogelijk om het te veel betaalde geld aan energieleveranciers te vorderen?

Antwoord

In de subsidieregeling is gewaarborgd dat de uitbetaalde subsidie volledig ten goede komt aan de klanten in de doelgroep. Energieleveranciers zijn verplicht de subsidie volledig te verrekenen. Daartoe leveren zij bij de RVO overzichten aan van hun geregistreerde kleinverbruikaansluitingen en daadwerkelijke verrekeningen. Bij subsidievaststelling zullen deze overzichten vergezeld gaan van een accountantsverklaring. De RVO controleert deze documenten grondig en heeft de bevoegdheid eventueel teveel betaalde voorschotten of niet verrekende subsidie terug te vorderen. Dit waarborgt dat de regeling geen staatssteun aan de energieleverancier is. Immers blijft er geen financieel voordeel liggen bij de energieleveranciers. Mogelijk ontvangen wel kleine ondernemingen met een kleinverbruikaansluiting de tegemoetkoming, omdat zij binnen de afbakening van de doelgroep vallen.

28

Op welke manier wordt de inhoud van deze maatregel helder gecommuniceerd aan huishoudens?

Antwoord

De leverancier moet schriftelijk aan de klant mededeling doen van de wijze waarop het geld verrekend is. Dat is een voorwaarde in de subsidiebeschikking.

29

Hoe wordt er bij energieleveranciers op aan gedrongen dat zij deze maatregel helder communiceren aan huishoudens?

Antwoord

De leverancier moet schriftelijk aan de klant mededeling doen van de wijze waarop het geld verrekend is. Dat is een voorwaarde in de subsidiebeschikking.

30

Hoe wordt er bij energieleveranciers op aan gedrongen dat zij snel bereikbaar zijn via verschillende kanalen?

Antwoord

Leveranciers moeten aan wettelijke eisen en standaarden voldoen voor wat betreft bereikbaarheid, transparantie van contractvoorwaarden en facturering. Daar brengt de invoering van het Prijsplafond geen verandering in.

31

Hoe wordt er bij energieleveranciers op aan gedrongen dat zij deze korting helder communiceren in de eindafrekening?

Antwoord

Leveranciers zijn al verplicht om een eindafrekening te presenteren die begrijpelijk en narekenbaar is en herleidbaar naar de overeenkomst. De ACM ziet toe op de naleving van deze verplichtingen, zoals omschreven in het document «Informatievoorziening op de consumentenmarkt voor energie»

32

Klopt het dat het bedrag van 190 euro per maand als subsidie aan de energiebedrijven wordt overgemaakt en vervolgens wordt doorgegeven aan de consument en het dus geen verhoging van de heffingsvrije voet van de energiebelasting betreft? Klopt het dat de heffingsvrije voet van de energiebelasting in 2022 tijdelijk was verhoogd? Zo ja, met hoeveel?

antwoord

Ja, de korting wordt vormgegeven middels een subsidieregeling aan de energieleveranciers en niet middels een verhoging van de belastingkorting in de Energiebelasting. De reden hiervoor is dat het niet mogelijk is om de Energiebelasting in een lopend jaar aan te passen, terwijl het wel mogelijk is gebleken om tijdig een nieuwe subsidieregeling op te stellen om huishoudens in 2022 nog tegemoet te komen aan de behoefte om compensatie te bieden voor de hoge energierekening.

Het klopt dat de belastingkorting in de Energiebelasting in 2022 tijdelijk verhoogd is met 265 euro (inclusief btw) als onderdeel van de koopkrachtmaatregelen die in het najaar van 2021 met uw Kamer zijn gecommuniceerd (Kamerstuk 35 927, nr. 29).

Naar boven