36 220 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2022 (Negende incidentele suppletoire begroting inzake tijdelijk prijsplafond energie voor kleinverbruikers)

Nr. 10 MOTIE VAN HET LID OMTZIGT

Voorgesteld 30 november 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering voornemens is om vanaf 1 januari 2023 een prijsplafond van kracht te laten zijn voor gas en elektriciteit, gefinancierd met onder andere miljarden extra belasting op gas en elektriciteit;

constaterende dat bij hoge prijzen die niet redelijk lijken (zeg € 3 of € 4 per kuub gas) alles boven het prijsplafond van € 1,45 per kuub voor rekening van het Rijk komt, ten minste in de plannen van de regering en trouwens in strijd met een aangenomen Kamermotie;

constaterende dat de leverancier onder artikel 44 van de Gaswet verplicht is om op betrouwbare wijze en tegen redelijke tarieven en voorwaarden zorg te dragen voor de levering van gas en dat de Elektriciteitswet artikel 96b een gelijke bepaling bevat;

constaterende dat de ACM bij te hoge tarieven maximumtarieven kan opleggen en dat de regering hierover per AMvB nadere regels kan stellen over die onredelijke tarieven en dat die AMvB vier weken ter voorhang in de Kamer moet liggen;

verzoekt de regering voor 1 december, of zeer spoedig daarna, een AMvB aan de Kamer voor te leggen, zodat die per 1 januari, of vlak daarna, kan ingaan en de ACM in staat is om maximumtarieven op te leggen op de gasmarkt en de elektriciteitsmarkt, die eventueel in de tijd en per leverancier kunnen verschillen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Omtzigt

Naar boven