36 218 Wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (wijziging maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huurovereenkomsten)

Nr. 13 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 december 2022

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel II komt te luiden:

Artikel II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Toelichting

De voorgenomen inwerkingtredingsdatum van de in het wetsvoorstel opgenomen wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte is 1 januari 2023. Dat was ook in het wetsvoorstel vastgelegd. De behandeling van het wetsvoorstel is zeer voortvarend opgepakt door de Tweede Kamer. Voor het geval de parlementaire behandeling desondanks niet tijdig is afgerond en de wet niet op 1 januari 2023 in werking treedt, is deze nota van wijziging noodzakelijk. Huurverhogingen voor geliberaliseerde huurwoningen kunnen namelijk het hele jaar door plaatsvinden, dus zo snel mogelijke inwerkingtreding is gewenst.

Indien het wetsvoorstel voor het Kerstreces van 2022 wordt aangenomen door de Eerste Kamer, volgt uit de aangepaste inwerkingtredingsbepaling dat de wijziging in werking treedt op 1 januari 2023.

Indien het wetsvoorstel na 1 januari 2023 wordt aangenomen, treedt de wijziging in werking met ingang van de eerste dag van de eerste maand na de publicatie van de wet. Publicatie in januari leidt dan tot inwerkingtreding op 1 februari 2023, publicatie in februari leidt dan tot inwerkingtreding op 1 maart 2023 en zo verder.

Omdat dit wetsvoorstel de geldende mogelijkheid voor verhuurders om de huurprijs bij lopende huurovereenkomsten te verhogen, beperkt, kan de voorgestelde wijziging niet met terugwerkende kracht in werking treden.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven