36 210 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met de participatieverordening en het uitdaagrecht van inwoners en maatschappelijke partijen (Wet versterking participatie op decentraal niveau)

H VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 4 november 2025

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over haar brief d.d. 24 juni 2025 inzake meedoen in democratie en samenleving. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:

  • De uitgaande brief van 24 september 2025.

  • De antwoordbrief van 3 november 2025.

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 24 september 2025

De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 24 juni 2025 over meedoen in democratie en samenleving.2 De leden van de fracties van de BBB en OPNL hebben naar aanleiding daarvan een aantal vragen en opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de BBB

U geeft aan versterking van participatie op decentraal niveau belangrijk te vinden en gaat hiervoor de komende jaren uiteindelijk negen miljoen euro per jaar structureel extra uitgeven. Kunt u globaal aangeven wat uw plannen zijn met dit bedrag? Wat wilt u daarmee bereiken? Heeft u een of meer meetbare doelstellingen? Gaat u de Eerste Kamer daarin meenemen?

Gaat er ook structureel extra geld naar de gemeenten? Zo nee, waarom is hier niet voor gekozen?

De wet versterking participatie op decentraal niveau is aangenomen in de Eerste Kamer. Hoeveel gemeenten hebben inmiddels hun verordening aangepast? Hoeveel keer is er al gebruik gemaakt van het uitdaagrecht? Als er gebruik wordt gemaakt van het uitdaagrecht brengt dat ambtelijke kosten mee voor het wegwijs maken van de initiatiefnemers in de gemeentelijke politiek en de eisen die wettelijk worden gesteld aan de gemeentelijke uitvoering. Bent u bereid hier indien nodig extra geld voor vrij te maken? Graag ontvangen de leden een toelichting.

Is er voor deze wet een UDO gedaan? Zo nee waarom niet?

Vragen en opmerkingen van het lid van de fractie van OPNL

Het lid van de OPNL-fractie waardeert uw inzet naar aanleiding van de «toezegging Right to challenge binnen Raad van Europa bespreken» (T03914). Zo schrijft u in uw brief van 24 juni 2025 dat BZK de wet en het uitdaagrecht onder de aandacht heeft gebracht bij het stuurcomité democratie van de Raad van Europa in oktober 2024. Kunt u aangeven tot welke resultaten het onder de aandacht brengen bij het stuurcomité democratie van de Raad van Europa heeft geleid? Op welke wijze wordt hier door het stuurcomité vervolg aan gegeven?

De genoemde brief bevat tevens de volgende passage: «Nadat de overgangstermijn van de wet is afgerond zal ik een 1-meting laten uitvoeren van de Monitor burgerparticipatie. Hierbij zal ik op verzoek van lid Van der Goot uit de Eerste Kamer ook monitoren waar maatschappelijke initiatieven die gebruik maken van het uitdaagrecht tegenaan lopen bij aanbestedingen.». Kunt u aangeven wanneer de resultaten van de aangekondigde 1-meting van de Monitor burgerparticipatie, inclusief de monitoring van knelpunten bij aanbestedingen voor maatschappelijke initiatieven, naar verwachting met de Kamer zullen worden gedeeld?

De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, I.M. Lagas MDR

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2025

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Eerste Kamer naar aanleiding van de brief betreffende Meedoen in democratie en samenleving (wet versterking participatie op decentraal niveau) met uw kenmerk 178195 (ingezonden 24 september 2025).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F. Rijkaart

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de BBB

U geeft aan versterking van participatie op decentraal niveau belangrijk te vinden en gaat hiervoor de komende jaren uiteindelijk negen miljoen euro per jaar structureel extra uitgeven. Kunt u globaal aangeven wat uw plannen zijn met dit bedrag? Wat wilt u daarmee bereiken? Heeft u een of meer meetbare doelstellingen? Gaat u de Eerste Kamer daarin meenemen?

Over de plannen die staan omschreven in de brief «Meedoen in democratie en samenleving» zal jaarlijks worden gerapporteerd. De eerstvolgende rapportage staat gepland voor de zomer van 2026. Wij zullen een afschrift van de rapportage delen met de Eerste Kamer.

Gaat er ook structureel extra geld naar de gemeenten? Zo nee, waarom is hier niet voor gekozen?

Het betrekken van inwoners bij beleid en uitvoering is een autonome taak van decentrale overheden, die ook al staande praktijk is. Het is dan ook aan decentrale overheden om te bepalen hoeveel capaciteit en middelen zij daarvoor beschikbaar stellen uit de algemene middelen.

De wet versterking participatie op decentraal niveau is aangenomen in de Eerste Kamer. Hoeveel gemeenten hebben inmiddels hun verordening aangepast? Hoeveel keer is er al gebruik gemaakt van het uitdaagrecht?

Als er gebruik wordt gemaakt van het uitdaagrecht brengt dat ambtelijke kosten mee voor het wegwijs maken van de initiatiefnemers in de gemeentelijke politiek en de eisen die wettelijk worden gesteld aan de gemeentelijke uitvoering. Bent u bereid hier indien nodig extra geld voor vrij te maken? Graag ontvangen de leden een toelichting.

Met ingang van de wet is er een nulmeting3 uitgevoerd. Nadat de overgangstermijn van de wet is afgerond zal een 1-meting worden uitgevoerd. Ondertussen houden BZK en VNG vinger aan de pols. Uit een tussentijdse telling van de VNG in oktober dit jaar blijkt dat grofweg 121 gemeenten inmiddels beschikken over een geactualiseerde participatieverordening.

Exacte cijfers over toepassing van het uitdaagrecht zijn op dit moment niet te geven. Het metadossier en de meta-analyse «Veel gedaan, genoeg te doen» van de Vereniging van Rekenkamers geeft aan dat het uitdaagrecht nog niet vaak ingezet (of onderzocht) lijkt te worden. Het meeste onderzoek is vooralsnog gericht op de vraag hoe dit instrument voor inwoners duidelijker en aantrekkelijker gemaakt kan worden.

Het is aan decentrale overheden om te bepalen hoeveel capaciteit en middelen zij beschikbaar stellen uit de algemene middelen voor het faciliteren van het uitdaagrecht. Samen met de VNG zorgt BZK voor passende ondersteuning bij de implementatie van de wet, en het uitdaagrecht. Bijvoorbeeld met regionale bijeenkomsten met en voor gemeenten, waar lessen en goede voorbeelden gedeeld worden. Daarnaast ondersteunt de VNG individuele gemeenten bij het voeren van het goede gesprek om te komen tot een op maat gemaakte verordening. Dat is een verordening die past bij de manier waarop gemeenten vorm willen geven aan participatie en aan het uitdaagrecht.

Is er voor deze wet een UDO gedaan? Zo nee waarom niet?

Er is geen Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO) gedaan, omdat deze nog niet bestond tijdens het opstellen van de wet. De Wet Versterking participatie is in 2019 in consultatie gegeven en is daarna naar de Raad van State gegaan, die in 2020 advies heeft uitgebracht. De UDO bestaat sinds 2023.

Vragen en opmerkingen van het lid van de fractie van OPNL

Het lid van de OPNL-fractie waardeert uw inzet naar aanleiding van de «toezegging Right to challenge binnen Raad van Europa bespreken» (T03914). Zo schrijft u in uw brief van 24 juni 2025 dat BZK de wet en het uitdaagrecht onder de aandacht heeft gebracht bij het stuurcomité democratie van de Raad van Europa in oktober 2024. Kunt u aangeven tot welke resultaten het onder de aandacht brengen bij het stuurcomité democratie van de Raad van Europa heeft geleid? Op welke wijze wordt hier door het stuurcomité vervolg aan gegeven?

BZK heeft het Nederlandse uitdaagrecht gepresenteerd binnen het stuurcomité democratie van de Raad van Europa. Het uitdaagrecht is niet als activiteit opgenomen, omdat dit niet aansluit op het abstractieniveau van het gesprek dat op dit moment plaatsvindt bij de Raad van Europa. Het stuurcomité is momenteel bezig met het ontwikkelen van parameters waarin de kernelementen staan die nodig zijn om een democratie in stand te houden en te versterken. Het belang van ruimte voor maatschappelijk initiatief alsook het uitdaagrecht zal hierbij nogmaals door BZK onder de aandacht worden gebracht.


X Noot
1

Samenstelling:

Lagas (BBB) (voorzitter), Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Kroon (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Prins (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Talsma (ChristenUnie), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Straus (VVD), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp)

X Noot
2

Kamerstukken I 2024/25, 36 210, G.

Naar boven