36 201 Homogene Groep Internationale samenwerking 2023 (HGIS-nota 2023)

Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 juni 2023

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 17 mei 2023 inzake het Jaarverslag 2022 Homogene Groep Internationale Samenwerking (Kamerstuk 36 201, nr. 3).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 2 juni 2023. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Rudmer Heerema

De griffier van de commissie, Westerhoff

1

Zijn er in 2022 nog subsidies verstrekt aan de Palestijnse Autoriteit? Zo ja, kunt u daarvan een overzicht geven? Waar waren deze subsidies voor bestemd en hoeveel geld gaat er in 2023 naar de Palestijnse Autoriteit?

Antwoord

Nederland geeft geen financiële steun aan de Palestijnse Autoriteit.

2

Wat is de status van de huidige voortgang van de bilaterale migratiepartnerschappen?

Antwoord

Met een aantal landen is de dialoog reeds gaande en begint onze geïntegreerde aanpak zelfs al vruchten af te werpen, zoals met Marokko. Met andere landen zijn we nog in een verdiepende fase, waaronder Egypte en Niger. Op politiek, ambtelijk en operationeel niveau versterken we de samenwerking en zetten we alle mogelijke contactmomenten in om te werken naar concrete resultaten. Daarbij is geduld en een zekere realiteitszin geboden ten aanzien van haalbare resultaten op de korte termijn.

3

Met welke landen zijn er partnerschappen gesloten omtrent migratie en welke landen zijn potentieel interessant?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 2. Partnerschappen worden niet van de ene op de andere dag «gesloten». Het betreft een lange-termijn investering om een dergelijke samenwerking te ontwikkelen. Wederkerigheid, duurzaamheid en gelijkwaardigheid staan daarbij centraal. Momenteel loopt die intensivering voor een aantal prioritaire migratie herkomst- en transitlanden. Om het diplomatieke proces te beschermen noemen we geen specifieke landen zolang er nog geen akkoord is over een partnerschap

4

Welke concrete stappen gaat u in 2023 zetten om de beoogde partnerschappen te sluiten?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 2 en 3. Met verschillende partnerlanden is momenteel een dialoog gaande. De voortgang verschilt significant per land. In alle gevallen is een eerste stap (geweest) om een gezamenlijke visie te formuleren over de gebieden waarop zal worden samengewerkt. Het kan gaan om samenwerking op het tegengaan van mensenhandel en -smokkel, bescherming van migranten, legale migratie, terugkeer, grensmanagement en andere zaken. Op alle terreinen wordt momenteel een veelvoud aan stappen genomen om duurzame resultaten te behalen.

5

Met welke VN-organisaties zijn de langjarige contracten vernieuwd? Wat zijn de looptijden van deze contracten en om welke bedragen gaat het?

Antwoord

In 2022 zijn de contracten met de volgende VN-organisaties, waarnaar wordt verwezen, als volgt vernieuwd:

Organisatie

Contractbedrag

Einddatum

UNOCHA (UN Central Emergency Response Fund)

EUR 240 mln

31-12-2025

UNOCHA/UNDP (Bijdragen aan Country Based Pooled Funds)

EUR 105 mln

31-12-2022

WFP

EUR 75 mln

31-12-2022

UNICEF

EUR 72 mln

31-12-2025

UNHCR

EUR 33 mln

31-12-2022

UNOCHA (Vrijwillige bijdrage)

EUR 30 mln

31-12-2025

UNRWA

EUR 19 mln

31-12-2022

Conform het Nederlandse humanitaire hulp beleid waarbij partners zoveel als mogelijk zekerheid én flexibiliteit geboden wordt, zijn de contracten met UNCHR, WFP en UNRWA met ingang van 2023 opnieuw voor meerdere jaren afgesloten. De hoogte van de bijdrage aan de Country Based Pooled Funds (CBPF) wordt jaarlijks vastgesteld.

6

Kunt u aangeven hoeveel euro er in 2022 in totaal is overgemaakt naar het United Nations Relief and Works Agency (UNRWA)? Welk bedrag is Nederland voornemens aan het UNRWA over te maken in 2023?

Antwoord

In zowel 2022 als 2023 heeft Nederland EUR 19 miljoen overgemaakt aan UNRWA.

7

Kunt u de Nederlandse inzet verduidelijken door het creëren van een kopgroep omtrent migratie met gelijkgezinde landen?

Antwoord

De Nederlandse inzet op migratie is helder, zoals uiteengezet in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Het wordt gekenmerkt door een aantal hoofdprioriteiten, zoals het beperken van irreguliere migratie, het verbeteren van terugkeersamenwerking, het tegengaan van mensensmokkel en handel, vrijwillige terugkeer en herintegratie en de bescherming van migranten gedurende hun migratiebewegingen. Prioriteiten verschillen logischerwijs per land. Waar behulpzaam en nuttig wordt samengewerkt met gelijkgezinden. De samenstelling van deze samenwerking verschilt per sub-onderwerp. Ter illustratie: elk bestemmingsland heeft andere uitdagingen met andere landen van herkomst als het om terugkeer van onderdanen gaat. Per geval wordt bekeken hoe een gezamenlijke aanpak kan bijdragen aan een sterkere boodschap en meer impact.

8

Heeft u een eenduidige strategie om in 2023 een aanjagende rol te blijven spelen bij de ontwikkeling van sanctiepakketten en bent u van plan om de sanctiecapaciteit verder te verhogen?

Antwoord

Het Europese sanctie-instrumentarium is onderdeel van de Europese gereedschapskist om de geopolitieke Unie vorm te geven. Sancties worden ingezet in situaties waar de kernwaarden van de Unie in het gedrang komen: de internationale rechtsorde, mensenrechten en democratie. Nederland draagt hier actief aan bij. Dit is mogelijk dankzij de versterkte sanctie-capaciteit op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zowel voor het ontwikkelen van nieuwe restrictieve maatregelen en de doorontwikkeling van het instrumentarium, als voor de implementatie en naleving ervan in Nederland en de EU. Met deze versterkte capaciteit zal Nederland deze actieve inzet voortzetten. Verdere versterking wordt momenteel niet voorzien.

9

Kunt u een verdere toelichting geven op het verschil van

€ 469.6 miljoen tussen begroting en realisatie van de post «afdrachten aan de Europese Unie»?

Antwoord

In het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» is de ODA-toerekening van de EU-afdrachten geactualiseerd en vastgesteld op EUR 863 miljoen per jaar. In de HGIS-nota 2022, gepubliceerd in het najaar van 2021 (Kamerstuk 35 926, nr. 1), stond het toenmalige bedrag van de EU-toerekening (EUR 393,4 miljoen) vermeld. Het verschil tussen beide bedragen komt uit op een mutatie van EUR 469,6 miljoen.

10

Wat heeft Nederland in 2022 financieel bijgedragen aan multilaterale klimaatfondsen, zoals het Least Developed Countries Fund (LDCF) en de Global Environment Facility (GEF)? Kan een overzicht worden gegeven van alle klimaatfondsen die Nederland steunde, inclusief de bedragen die het kabinet in deze fondsen stopte?

Antwoord

Nederland droeg in 2022 bij aan vier grote multilaterale klimaatfondsen: het Green Climate Fund (GCF), de Global Environment Facility (GEF), het Least Developed Country Fund (LDCF) en de Climate Investment Funds (CIF). De bijdragen zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Multilaterale klimaatfondsen

Bijdrage 2022

(euro)

Green Climate Fund

30.000.000

Global Environment Facility

31.000.000

Least Developed Country Fund

22.800.000

Climate Investment Funds

30.363.000

Voor een gedetailleerd overzicht van de meer dan 300 vanuit de gehele BHOS-begroting ondersteunde klimaatrelevante fondsen en programma’s, inclusief specifieke bijdragen in 2022, wordt verwezen naar het klimaatdashboard. (https://bit.ly/ClimFinNL)

11

Welke ambassades in Afrika en het Midden-Oosten hebben een eigen jongerenadviescommissie in het leven geroepen? Hoe worden de jongeren geselecteerd voor deze commissies en welk doel denken de ambassades te bereiken met deze commissies?

Antwoord

Betekenisvolle jongerenparticipatie is één van de drie pijlers van de Youth At Heart strategie. De benadering is landenspecifiek. De ambassades in Benin, Jordanië, Kenia, Mali, Mozambique, Niger, Nigeria, Oeganda en Jemen hebben een functionerende commissie. In Burundi is deze in oprichting. Het doel van de commissies is het leveren van advies op de ontwikkeling en inhoud van beleid, programma’s en projecten. Dit vanuit de behoeftes en uitdagingen van jongeren. Benoeming vindt plaats na een open sollicitatieprocedure met vooraf opgestelde criteria. Na fysieke sollicitatiegesprekken van de meest kansrijke kandidaten, wordt voor de definitieve selectie rekening gehouden met een zo groot mogelijke diversiteit.

12

Is er in de begroting voor het Centraal Orgaan opvang asielzoekers in 2023 rekening gehouden met een negatief scenario om grote balansmutaties te voorkomen?

Antwoord

De raming voor de uitgaven aan de opvang van asielzoekers wordt ieder jaar gemaakt op basis van de Meerjaren Productie Prognose (MPP). Dit is een product van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V). In deze prognose staan meerdere scenario’s uitgewerkt. Conform de huidige afspraken worden de ramingen die volgen uit het medio scenario budgettair verwerkt. Het doel hiervan is om zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke realisatie te komen. Daar is in 2022 of 2023 niet van af geweken. Bij de tweede suppletoire begroting BHOS 2022 (Kamerstuk 36 250 XVII) is alvast EUR 160 miljoen overgemaakt naar J&V om de verwachte nacalculatie in 2023 over 2022 te verkleinen.

13

Heeft u binnen de genoemde prioritaire thema’s voor het Nederlandse postennet een prioritering? Hoe verhouden mensenrechten en klimaat zich tot economische diplomatie en handel bijvoorbeeld?

Antwoord

Binnen de genoemde prioritaire thema’s is geen sprake van een prioritering. Het afgelopen jaar is uw Kamer via diverse beleidsnota’s, zoals het hoofdlijnenbeleid Ministerie van Buitenlandse Zaken en de beleidsnota «Doen waar Nederland goed in is» geïnformeerd welke prioriteiten het kabinet ten aanzien van het Nederland Buitenlands beleid kent. In deze nota’s is ook aangegeven welke thema’s voor welke landen prioritair zijn zoals voor mensenrechten, klimaat en economische diplomatie en handel. Dit is ook de lijn waarlangs de versterking van het postennet is doorgevoerd.

14

Heeft Nederland nog steeds een defensieattaché gestationeerd in Iran? Zo ja, wat kost dit jaarlijks en wat heeft de aanwezigheid van deze attaché tot op heden opgeleverd?

Antwoord

Ja. Het normbedrag wat de HGIS hanteert voor een attaché is 275.000 euro per jaar en wordt jaarlijks bijgesteld. Dit betreft het totale bedrag voor stationering van een attaché inclusief onder meer loonkosten, buitenlandvergoeding en huisvesting. Het precieze bedrag is afhankelijk van de functieschaal en of additionele toelagen van toepassing zijn conform de Aanvullende CAO Rijk Uitzendingen of de Arbeidsvoorwaarden Defensiepersoneel. Net als de andere defensie attachés behartigt deze defensie attaché de belangen van Nederland in het buitenland op het gebied van veiligheid en defensie.

Naar boven