36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Nr. 179 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2022

Tijdens de stemmingen over de moties ingediend bij het Wetgevingsoverleg Sport en Bewegen op 1 december jl. hebben de leden Van Nispen (SP), Mohandis (PvdA) en Westerveld (GL) verzocht om een schriftelijke reactie op enkele door hen ingediende moties. Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek.

Motie Van Nispen en Van der Laan over een Sportwet1

Ik ga aan de slag met de motie Van Nispen en Van der Laan die de regering verzoekt een Sportwet uit te werken die deze kabinetsperiode behandeld kan worden. Deze motie had ik ontraden omdat uit de uitkomsten van de verdiepingsslag geen toegevoegde waarde van een alomvattende sportwet volgt. Uw Kamer heeft nu een duidelijke wens voor een sportwet uitgesproken, waar ik mee aan de slag ga.

Vóór de zomer ontvangt u van mij een Kamerbrief waarin ik de hoofdlijnen schets van wetgeving op het gebied van sport. Daarbij maak ik gebruik van de aangenomen moties die u over een Sportwet heeft ingediend, de uitkomsten van het advies van de Nederlandse Sportraad en de knelpunten en bouwstenen die zijn opgehaald in het traject van de verdiepingsslag. Ik ga graag naar aanleiding van mijn ideeën over wetgeving voor de sport het gesprek met uw Kamer aan.

Na het vaststellen van de hoofdlijnen voor wetgeving op het gebied van sport werk ik de juridische en financiële consequenties verder uit. Ook hierover zal ik uw Kamer informeren en ga ik het gesprek met u aan. Ik streef ernaar de uitkomsten van deze stap in de tweede helft van 2023 aan uw Kamer toe te sturen. In het verdere traject om te komen tot een wetgeving op het gebied van sport betrek ik ook de belangrijke partijen in het sportstelsel, zoals NOC*NSF, het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS), de Maatschappelijke Organisaties in de Sport (MOS), gemeenten, provincies en belangenorganisaties.

Naast wetgeving in de sport, werk ik samen met de sector aan de uitwerking van het Hoofdlijnen Sportakkoord II. In de uitwerking hiervan neem ik de bouwstenen uit de verdiepingsslag mee. De afspraken uit het hoofdlijnenakkoord concretiseer ik in overleg met de sector en uw Kamer, met als doel om te komen tot minder vrijblijvende afspraken ten behoeve van een vitale sportsector.

Motie Van Nispen c.s. over sporthulpmiddelen2

Ik vind het belangrijk dat sporthulpmiddelen bereikbaar zijn voor mensen met een beperking die graag willen sporten. Ik heb in het afgelopen Wetgevingsoverleg Sport en Bewegen dan ook aangegeven dat ik de lijn van de motie van het lid Van Nispen ondersteun. Omdat ik hierbij nog geen bedragen en uitkomsten kan noemen, heb ik de motie ontraden, maar ik heb wel verschillende stappen gezet om te zorgen dat sporthulpmiddelen bereikbaar zijn in 2023 en dat vervolgens te bestendigen. Zo is de inrichting van een centraal loket voor informatie over, en aanvraag van sporthulpmiddelen gereed zodat mensen zich op één punt kunnen melden en niet verschillende loketten hoeven op te zoeken. Daarnaast is er structurele financiering vanaf 2023 van € 750.000 per jaar, aanvullend op de financiering die er al is vanuit gemeenten en zorgverzekeraars.

In het komende jaar laat ik in kaart brengen wat de gemeenten en zorgverzekeraars al financieren aan sporthulpmiddelen en wat dan nog ontbreekt aan middelen. Daarnaast zal ik in 2023 inzetten op robuuste afspraken met de VNG en Zorgverzekeraars Nederland over de gezamenlijke taken en verantwoordelijkheden bij het verstrekken van sporthulpmiddelen aan mensen met een beperking. Ik informeer uw Kamer voorafgaand aan het Commissiedebat Sport 2023 over de voortgang.

Motie Mohandis en Van der Laan over het Jeugdfonds Sport en Cultuur3

Ik heb de motie over ondersteuning van het Jeugdfonds Sport en Cultuur de appreciatie Oordeel Kamer meegegeven omdat ik al in gesprek ben met het fonds. Daarover heb ik in het afgelopen Wetgevingsoverleg Sport en Bewegen toegezegd dat ik een aanvullende bijdrage ga doen aan het Jeugdfonds Sport en Cultuur. Bovenop de structurele financiering van € 400.000 stel ik vanaf 2023 structureel € 100.000 extra beschikbaar voor het Jeugdfonds zodat het fonds passend ondersteund wordt.

Motie Mohandis c.s. over ondersteuning bij versneld verduurzamen4 & Motie Westerveld c.s. over subsidieregelingen beter laten aansluiten5

De moties Mohandis c.s. en Westerveld c.s. heb ik beiden de appreciatie Oordeel Kamer gegeven omdat ik de noodzaak van passende ondersteuning bij verduurzaming zie. Ik zal nader ingaan op wat ik al gedaan heb voorafgaand aan het Wetgevingsoverleg Sport en Bewegen, wat er in gang is gezet met de evaluatie van de BOSA-regeling en wat ik aanvullend ga doen naar aanleiding van uw moties.

Voor sportverenigingen die nu versneld willen verduurzamen is al ondersteuning beschikbaar, zoals de BOSA-regeling en gratis begeleiding bij verduurzaming via het platform Sport NL Groen. Het Ministerie van BZK onderzoekt of de middelen van de tweede tranche van de subsidieregeling DUMAVA naar voren gehaald kunnen worden. Gemeenten kunnen een beroep doen op deze regeling wanneer zij gemeentelijk maatschappelijk vastgoed, zoals met een sportfunctie, willen verduurzamen.

Verder loopt op dit moment de evaluatie van de BOSA-regeling. In die evaluatie kijk ik samen met de sport hoe deze regeling vanaf 2024 beter kan worden gericht op de opgaven die ik in mijn sportaccommodatiebeleid zie, zoals fysieke toegankelijkheid en verduurzaming. Onderdeel daarvan is de vraag hoe de regeling beter vindbaar kan worden gemaakt en of de subsidiepercentages nog passend zijn, zoals u in uw moties verzoekt. Ook de optie uit de motie van het lid Inge Van Dijk6 om de BOSA anders in te richten neem ik in deze evaluatie mee.

In reactie op uw moties wil ik onderzoeken welke verbeteringen er mogelijk zijn in de financieringsstructuur van verduurzaming in de sport, waaronder de beschikbare mogelijkheden voor subsidies, leningen of fondsen. Daarom vraag ik de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) om als onderdeel van de Routekaart Verduurzaming Sport een projectgroep in te richten waar ook NOC*NSF en het Platform Ondernemende Sportaanbieders onderdeel van uitmaken. Ik vraag die projectgroep om de financieringsstructuur van verduurzaming bij sportaanbieders te onderzoeken, knelpunten te identificeren en te komen met concrete voorstellen voor verbetering. Ik informeer uw Kamer graag over de uitkomsten en benodigde vervolgstappen zodra die beschikbaar zijn.

Ik hoop dat ik u met deze brief voldoende heb geïnformeerd.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 162.

X Noot
2

Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 164.

X Noot
3

Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 169.

X Noot
4

Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 168.

X Noot
5

Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 174.

X Noot
6

Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 170.

Naar boven