36 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023

Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2023

De overgang is een veelvoorkomend en normaal verschijnsel. Wij vinden het van belang dat burgers voldoende op de hoogte zijn van de symptomen, om (ernstige) klachten te herkennen en zo nodig ondersteuning of zorg te zoeken. Dit zou net zo vanzelfsprekend en bespreekbaar moeten zijn als de tekenen van zwangerschap, of de behoefte bij velen aan een leesbril na het 40e levensjaar. Niet iedereen krijgt kinderen, of heeft een leesbril nodig, maar alle vrouwen raken wel op enig moment in de overgang. Net als uw Kamer, vinden wij het tijd dat het maatschappelijk taboe op overgangsklachten doorbroken wordt. Hierin hebben we allemaal een rol, ook werkgevers, de gezondheidszorg, vrouwen en mannen. Wij willen bijdragen aan het doorbreken van het taboe. Hieronder schetsen wij hoe wij dit als kabinet willen doen.

Inleiding

De overgang is een levensfase voor vrouwen die heel natuurlijk is maar die tegelijkertijd ook een behoorlijke impact kan hebben op het dagelijks functioneren. De overgang – en ook menstruatie – kan aanleiding geven tot klachten en soms tot ziekte (bijv. bloedarmoede bij overmatig menstrueren), hoewel dit op zichzelf geen ziekte is en lang niet altijd om medische zorg vraagt. Op het moment dat er sprake is van veel of ernstige klachten kan ondersteuning noodzakelijk zijn, ook op het werk. In dat geval kan een afspraak gemaakt worden met de huisarts en/of de bedrijfsgeneeskundige zorg, waarbij in sommige gevallen een verwijzing naar de medisch specialistische zorg plaatsvindt.

Vanuit de maatschappij ontvangen wij signalen over overgangsklachten en andere hormoongerelateerde klachten onder vrouwen. Het komt nog altijd voor dat klachten niet tijdig worden herkend met mogelijk onnodig verzuim tot gevolg.

Naast het thema overgang (en werk) zijn er de afgelopen periode Kamervragen1 gesteld en een amendement2 ingediend over endometriose, is er een manifest3 aangeboden over een inhaalslag met betrekking tot de kennis over menstruatie en hormoongerelateerde klachten, is een petitie aangeboden door Voices for Women om meer onderzoek te laten doen naar (onverklaarde) gezondheidsklachten van vrouwen4, en zijn vragen gesteld over menstruatieverlof5.

Wat al deze initiatieven delen, is dat er gevraagd wordt om meer te investeren in kennis over en de bespreekbaarheid van de overgang en andere hormoongerelateerde klachten en verschillen tussen vrouwen en mannen in het algemeen als het gaat om de frequentie, presentatie en (h)erkenning van tal van aandoeningen. We delen dat deze onderwerpen aandacht behoeven, en verzenden deze brief daarom gezamenlijk.

Gebrek aan kennis en bespreekbaarheid kan leiden tot langdurige klachten en late diagnoses. Voor werkende vrouwen geldt daarbij dat ernstige klachten kunnen leiden tot ziekteverzuim. Dit raakt niet alleen vrouwen zelf, hun persoonlijke omgeving en de gezondheidszorg, maar ook de arbeidsmarkt. Daarbij wordt gevraagd om goede ondersteuning door werkgevers en, in sommige gevallen en bij ernstige klachten, ondersteuning of behandeling in de zorg.

Met de brief van de Minister van VWS op 20 december 2021 (Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 164) heeft u de toenmalige stand van zaken ontvangen rondom de twee moties van de leden Ellemeet en Sazias6 respectievelijk Ellemeet en Kuiken7, betreffende een oproep aan de regering om het taboe op de overgang te doorbreken. In genoemde brief zijn verschillende acties aangekondigd.

Met deze brief gaan wij allereerst in op het vervolg hierop en geven wij u met het onderstaande een voorlopig laatste stand van zaken rondom:

  • Onderzoeken overgang & werk door RIVM, TNO en Panteia;

  • Uitkomsten van de ronde tafel overgang & werk en vervolgstappen;

  • Gesprekken met het Nederlands Huisartsen Genootschap.

Vervolgens wordt er kort ingegaan op de vervolgstappen betreffende vrouwspecifieke aandoeningen.

Onderzoeken RIVM, Panteia en TNO

Steeds meer vrouwen in Nederland werken. Het aantal werkende vrouwen neemt vooral toe in de leeftijdsgroep vanaf de middelbare leeftijd. In 2020 waren er in Nederland bijna 1,8 miljoen werkende vrouwen van 45 jaar en ouder. Vanaf deze leeftijd krijgen vrouwen in het algemeen te maken met de overgang en kunnen zij klachten ervaren8. Ook hebben deze klachten mogelijk invloed op hoe zij hun werk kunnen doen. Omdat geen landelijke cijfers beschikbaar waren over de prevalentie en aard van overgangsklachten onder werkende vrouwen, de impact hiervan op hun werk en de bespreekbaarheid op het werk, heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het RIVM en TNO gevraagd hier onderzoek naar te doen in 2022. Daarnaast bleek uit eerder literatuuronderzoek door RIVM dat nog weinig bekend is over effectieve interventies op het werk met betrekking tot overgangsklachten. Daarom heeft Panteia de effecten onderzocht van workshops over overgang en werk bij drie departementenin het kader van het Rijksbrede programma InOvergang, gericht op voorlichting aan medewerkers, leidinggevenden en arboprofessionals bij het Rijk.

Uit deze onderzoeken blijkt dat overgangsklachten de arbeidsmarkt raken. Substantiële aantallen werkende vrouwen in Nederland hebben last van overgangsklachten.Van de vrouwelijke werknemers in Nederland tussen 40 en 75 jaar is 16% in de overgang, dit betreft naar schatting 315.000 vrouwen.Van hen hebben 80% soms of regelmatig last van overgangsklachten, dit gaat om ongeveer 251.000 vrouwelijke werknemers (bron: TNO9). Vooral vrouwen in de perimenopauze, de fase rondom de laatste menstruatie, geven aan last te hebben van overgangsklachten (bron: RIVM10). Klachten waar werkende vrouwen in de overgang (heel) vaak last van hebben zijn niet alleen opvliegers en nachtelijk zweten. Naast deze bekende klachten gaat het ook om slaapstoornissen en spier- en gewrichtspijn (bron: RIVM).

Overgangsklachten kunnen impact hebben op de vitaliteit en inzetbaarheid van vrouwen. Ruim 1 op de 3 werkende vrouwen in de overgang geeft aan dat zij door hun klachten hun werk minder goed kunnen doen (bron: RIVM). Eenzelfde beeld komt uit het TNO-onderzoek: bij 55% van de vrouwen in de overgang hebben de klachten invloed op het werk, dit gaat om 173.000 vrouwelijke werknemers. Circa 36% vindt dat zij minder goed functioneert op het werk door bijvoorbeeld pijnklachten, vermoeidheid of concentratieproblemen. Ook beleven zij soms ongemakkelijke situaties op de werkvloer, bijvoorbeeld vanwege opvliegers, stemmingswisselingen of doorlekken (31%). Vrouwelijke werknemers met regelmatige overgangsklachten ervaren drie keer zo vaak burn-out klachten (39%) als vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep zonder overgangsklachten (13%).

Vrouwen met ernstige klachten melden zich vaker ziek, hebben meer behoefte aan herstel en zijn minder productief dan vrouwen zonder klachten of met minder last van klachten. Hoewel de bespreekbaarheid de gezondheid en het functioneren van werkende vrouwen in de overgang kan bevorderen, blijkt uit alle drie de onderzoeken dat overgangsklachten op het werk onvoldoende bespreekbaar zijn. De onderzoeken laten ook zien dat vrouwen juist behoefte hebben aan betere bespreekbaarheid.

Gegeven het belang van bespreekbaarheid op de werkvloer, is het relevant datworkshops over overgang & werk een positief effect bleken te hebben op de kennis van de deelnemers bij drie departementen en hielpen om klachten te bespreken op het werk (bron: Panteia11). Het onderzoek biedt enkele praktische aanknopingspunten hoe het taboe op de werkvloer te doorbreken, en werknemers, werkgevers en arbozorg handelingsperspectief te geven.

Alle drie de onderzoeken zijn te vinden via het Arboportaal12. In de bijlage lichten we deze onderzoeken kort toe.

Ronde tafel Overgang & werk

Op donderdag 7 juli 2022 heeft de Ronde Tafel Overgang en Werk plaatsgevonden in Den Haag. Deze ronde tafel is georganiseerd door de Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid Welzijn en Sport samen met de sociale partners.

De ronde tafel werd zeer goed bezocht met deelnemers uit alle geledingen: sociale partners, deskundigen, patiëntenvereniging, beroepsgroepen in de zorg en de Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid Welzijn en Sport. Het was een constructieve sessie, waarin de sterke betrokkenheid van veel deelnemers voelbaar was. Er is stilgestaan bij de bovengenoemde onderzoeken en is er kennisgenomen van indrukwekkende ervaringsverhalen.

In de bijeenkomst bleken deelnemers het erover eens dat er verbetering nodig is in de huidige situatie. Dit wordt ook onderschreven door de bovengenoemde onderzoeken over overgang & werk. De rode draad die tijdens deze bijeenkomst naar voren kwam, luidde: het taboe doorbreken rond overgangsklachten en werk, zodat vrouwen in hun welzijn en arbeidsdeelname ondersteund worden.

Veel verschillende ideeën over verbeter- en knelpunten kwamen langs tijdens de ronde tafel, en lopende of voorgenomen initiatieven werden naar voren gebracht. We lichten hier de belangrijkste signalen eruit. Als essentieel verbeterpunt kwam naar voren: het vergroten van de kennis en bewustwording onder artsen, burgers, en werkgevers/arbeidsorganisaties. Een veelgehoord knelpunt was dat vrouwen onvoldoende (verlichtende) behandeling krijgen voor ernstige klachten.

Na de ronde tafel is er, gegeven de aandachtspunten die tijdens de bijeenkomst naar voren kwamen, door de deelnemers gesproken over stappen die gezet kunnen worden om tot verbetering van de bespreekbaarheid, behandeling en ondersteuning bij ernstige klachten te komen. Inmiddels is een deel van deze stappen al gezet of opgestart, waarvan de belangrijkste zijn:

Handreiking

In de ronde tafel hebben sociale partners en departementen uitgesproken gezamenlijk te willen bezien hoe werkende vrouwen en werkgevers of arbeidsorganisaties beter geïnformeerd kunnen worden. Ideeën die naar voren kwamen waren bijvoorbeeld het delen van goede aanpakken via branches, via het informeren van HR-netwerken en opleidingen, en aandacht tijdens CAO onderhandelingen. In branches waar veel vrouwen werken bestaan soms al goede aanpakken, zoals voorlichting binnen bedrijven en het beschikbaar stellen van overgangsconsulenten. In nader gesprek tussen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en sociale partners is na de ronde tafel afgesproken om tot een gezamenlijke handreiking te komen. Doel hiervan is werkenden en werkgevers te informeren over overgangsklachten en werk en hen te ondersteunen bij het bespreken van overgangsklachten op het werk. Een werkgroep is bezig om de handreiking verder uit te werken. De verwachting is dat de handreiking en hiermee samenhangende communicatie richting werkenden en werkgevers in 2023 tot stand zal komen.

Informatievoorziening en media

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 7 juli 2022 een landingspagina gelanceerd over overgang & werk op het Arboportaal. Via deze pagina is informatie beschikbaar over overgang en werk voor werkenden, werkgevers en arboprofessionals.

Met financiering van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het RIVM voor het vaktijdschrift voor bedrijfsartsen TBV een artikel geschreven op basis van genoemd onderzoek, getiteld «Werkende vrouwen in de overgang: klachten en functioneren in het werk». Publicatie van de resultaten van dit onderzoek zal bijdragen aan kennis over dit onderwerp onder bedrijfsartsen.

Bedrijfsartsen vormen een belangrijke doelgroep omdat zij zowel werkgevers als werkende vrouwen in de overgang adviseren. Het artikel is online beschikbaar via de website van TBV13 en is in januari 2023 in het gedrukte tijdschrift verschenen.

Om bij te dragen aan de bespreekbaarheid van overgangsklachten in relatie tot werk heeft de voormalig secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Loes Mulder deelgenomen aan het televisieprogramma De Publieke Tribune over overgangsklachten en werk. De uitzending heeft plaatsgevonden op 4 december jongstleden14.

Richtlijnontwikkeling

Met betrekking tot kennis over overgangsklachten in relatie tot de bedrijfsgeneeskundige zorg heeft de beroepsvereniging van bedrijfsartsen (NVAB) in de ronde tafel aangekondigd een richtlijn te willen ontwikkelen voor bedrijfsartsen over overgangsklachten en werk. De NVAB zal dit bekostigen uit financiering die zij ontvangt van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Met deze vervolgstappen heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid navolging gegeven aan genoemde twee moties, om in gesprek met sociale partners te onderzoeken hoe het taboe op overgangsklachten op de werkvloer doorbroken kan worden. Met deze vervolgstappen – naast de onderzoeken en de ronde tafel met stakeholders – wordt een aanzet gegeven om het taboe daadwerkelijk te doorbreken. Dat doen we in het bijzonder door met de sociale partners samen een handreiking te gaan ontwikkelen voor de arbeidsmarkt en de richtlijn voor bedrijfsartsen te financieren. We hebben hiermee de moties beantwoord en afgedaan.

Vervolgstappen Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) over klachten bij de overgang

Begin juni 2022 is de NHG-standaard «Overgang» herzien. Een NHG-Standaard is bedoeld om het medisch beleid in de dagelijkse praktijk van de huisarts te ondersteunen. Bij de herziening van de NHG-Standaard rondom de overgang is vooral opnieuw gekeken naar de effectiviteit van hormoontherapie en de risico’s die deze behandeling met zich meebrengt. De vorige versie van de standaard was terughoudend ten aanzien van hormoontherapie, vooral vanwege de vermeende toename van het risico op borstkanker. Dat leverde de afgelopen jaren het verwijt op dat de standaard leidde tot onderbehandeling van vrouwen met ernstige klachten. Op basis van nieuw literatuuronderzoek blijkt dat die risico’s van hormoontherapie er wel zijn, maar bij een therapieduur korter dan vijf jaar doorgaans acceptabel blijven. Daarom is er bij de herziening meer ruimte gecreëerd om bij ernstige hinder door vasomotorische klachten de voor- en nadelen van hormoontherapie samen met de vrouw af te wegen. Omdat deze klachten doorgaans enkele jaren aanhouden, adviseert de standaard ook niet langer om al na een half jaar een stoppoging te ondernemen.

Zoals toegezegd in de brief van december 202115 is het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport met Stichting Vuurvrouw en het NHG in overleg gegaan over de communicatie rondom de herziening van de NHG-standaard «Overgang» en de informatie die aangeboden wordt via Thuisarts.nl. Het is belangrijk dat er voor iedereen in Nederland goede en toegankelijke informatie beschikbaar is. Het NHG zorgt ervoor dat door hen ontwikkelde richtlijnen op Thuisarts.nl vertaald worden in begrijpelijke informatie voor burgers, die hen helpt met zelfzorg, bij het inschatten of zorg nodig is en bij het voorbereiden van het gesprek met de zorgverlener (samen beslissen). Het NHG heeft de Minister van VWS laten weten dat de informatie over overgang op Thuisarts.nl via internetzoekmachines zeer goed vindbaar is. De meerderheid (80%) van de bezoekers op Thuisarts.nl komt via Google. Ook is de zoekfunctie op Thuisarts.nl de afgelopen maanden verbeterd.

Begin juli 2022 heeft het NHG haar leden een thema nieuwsbrief verstuurd over de NHG-Standaard «Overgang» met daarin alle informatie op Thuisarts.nl, de vernieuwde e-learning en de H&W podcast over de Overgang. Ook op NHG.org stond een nieuwsbericht over de NHG-Standaard Overgang. Eind juli is aan alle NHG-leden een nieuwsbrief verstuurd met daarin aandacht voor de drie nieuwe keuzekaarten16 over de overgang die via Thuisarts.nl te vinden zijn. Eveneens is in juni 2022 via de homepagina van Thuisarts.nl een nieuwsbericht17 geplaatst waarbij aandacht werd geschonken aan overgangsklachten. Dit nieuwsbericht was ook te zien op wachtkamerschermen in de huisartsenpraktijk. Ook werkt het NHG aan een keuzehulp voor vrouwen over overgangsklachten op Thuisarts.nl. Deze komt in 2023 beschikbaar.

De overgang is vaak een complexe periode voor vrouwen tussen de 40 en 60 jaar. Er over spreken kan lastig zijn, zelfs in de huisartsenpraktijk. Daarom is een e-learning speciaal voor huisartsen gemaakt die handvatten bevat voor de zorg en ondersteuning bij overgangsklachten. De e-learning is gebaseerd op de aangepaste NHG-Standaard Overgang (juni 2022) en er worden accreditatiepunten voor toegekend.

Met deze vervolgstappen heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport navolging gegeven aan genoemde twee moties, specifiek gericht op de kennis van vrouwen (en ook huisartsen) over de overgang. We beschouwen hiermee de moties als afgedaan.

Vervolgstappen vrouwspecifieke aandoeningen

De Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport ontvangt – breder dan alleen de overgang – signalen dat het nog altijd voorkomt dat klachten van vrouwen niet tijdig worden herkend, met lang zoeken in de zorg en mogelijk onnodig verzuim tot gevolg. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is hierover in overleg met maatschappelijke organisaties (onder andere WOMEN Inc., Vuurvrouwen, Voices for Women, patiëntenverenigingen), wetenschappelijke verenigingen (zoals NVOG), het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (FMS), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en ZonMw om te bezien of het mogelijk is om te komen tot een maatschappelijke agenda op gebied van vrouwspecifieke aandoeningen. De NVOG heeft hiertoe initiatief genomen. Daarbij worden zij ondersteund door ZonMw. Er wordt ingezet op de ontwikkeling van een onderzoeksagenda, implementatieagenda en een maatschappelijke agenda voor vrouwspecifieke aandoeningen, inclusief een prioritering van acties daarin. Er is inmiddels een brede werkgroep aan de slag waarin een impactanalyse wordt gedaan op dit onderwerp. De Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport verwacht deze impactanalyse nog dit jaar te ontvangen. Uw Kamer zal daarover t.z.t. geïnformeerd worden.

Tot slot

De vele ervaringsverhalen op gebied van overgang en bredere vrouwspecifieke aandoeningen waar wij kennis van hebben genomen zijn indrukwekkend. De vitaliteit van (werkende) vrouwen vraagt meer kennis en bewustzijn rondom de overgang. De kwaliteit van ondersteuning hierbij is voor iedereen van belang, voor vrouwen en mannen in alle levensfasen. Wij zetten ons dan ook met bovengenoemde acties de komende periode in om de bespreekbaarheid en de kennis over overgangsklachten te vergroten, onder vrouwen, mannen, werkgevers, artsen en arboprofessionals.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven