36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Nr. 101 MOTIE VAN HET LID VAN DER MOLEN

Voorgesteld 24 november 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de WHW staat dat Nederlands de voertaal in het hoger onderwijs is en deze wettelijke bepaling niet gehandhaafd wordt, terwijl juist tweetalig onderwijs internationale studenten de kans biedt om het Nederlands te leren;

overwegende dat, als we zouden stoppen met volledig Engelstalige bacheloropleidingen, dit volgens het CPB 150 miljoen structureel oplevert en dit terug kan vloeien naar die instellingen die het aantal studenten weet te vergroten dat na afstuderen nog in Nederland werkt;

overwegende dat een numerus fixus voor Engelstalige masterstudies met centrale afspraken ervoor kan zorgen dat de instroom gereguleerd kan worden, waarbij de toegestane instroom in studies voor tekortsectoren groter zou mogen zijn en instellingen in krimpregio's een hogere vaste voet in hun financiering zouden kunnen krijgen;

overwegende dat, indien onderwijsinstellingen direct verantwoordelijk zijn voor de huisvesting van internationale studenten, dit een beheerste werving van internationale studenten in de hand kan werken;

verzoekt de regering om uitgebreid op de voorgaande vier oplossingen te reageren in de brief die in februari naar de Kamer zal komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Molen

Naar boven