36 200 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023

Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2022

Hierbij informeer ik u, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften, over de beleidsmatige en overige mutaties die na de Najaarsnota 2022 (Kamerstuk 36 250) en de bijbehorende tweede suppletoire begrotingswet (Kamerstuk 36 250 IX), inclusief de nota van wijziging (Kamerstuk 36 250 IX, nr. 4), zijn opgetreden op de begroting IX (Financiën en Nationale Schuld). Deze mutaties worden in de Slotwet 2022 verwerkt. Hieronder geef ik een toelichting.

  • Artikel 2 – Financiële markten

    Het voorschot aan De Nederlandsche Bank (DNB) voor circulatiemunten 2023 moet worden verstrekt in 2022 (€ 2,7 mln.), omdat er anders sprake is van monetaire financiering. Monetaire financiering is verboden uit hoofde van het EU-verdrag.

    Artikel 8 – Apparaat Kerndepartement

    Het verplichtingenbudget 2022 op artikel 8 Apparaat Kerndepartement wordt opgehoogd met € 30 mln. Dit hangt samen met de in 2022 afgesloten meerjarige contracten voor categoriemanagement voor onder andere vakliteratuur. De meerjarige verplichtingen passen niet binnen het verplichtingenbudget dat voor artikel 8 gelijk is gesteld aan het kasbudget voor 2022.

  • Artikel 9 – Douane

    In 2022 valt de verplichtingenrealisatie op externe inhuur naar verwachting circa € 8 mln. hoger uit dan bij de tweede suppletoire begroting 2022 voorzien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door contractverlengingen voor diverse trajecten voor het jaar 2023, welke reeds in 2022 worden aangegaan en verlengd. Dit betreft zowel rijksbrede trajecten (zoals Informatiehuishouding op Orde), als Douane specifieke trajecten (zoals Digitale Snelweg Douane en het Strategisch meerjarenplan), als Europese trajecten (zoals de herziening Douanewetboek van de Unie). Daarnaast is het vanwege de huidige krapte op de arbeidsmarkt noodzakelijk externe inhuur in te zetten.

  • Artikel 13 – Toeslagen

    In 2022 valt de kasrealisatie op externe inhuur naar verwachting circa € 8 mln. hoger uit dan bij de tweede suppletoire begroting 2022 voorzien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat meer inhuur wordt ingezet dan eerder voorzien. Dit treedt voor een groot deel op bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).

    In 2022 valt de verplichtingenrealisatie naar verwachting circa € 61 mln. hoger uit dan bij de tweede suppletoire begroting 2022 voorzien. Dit wordt veroorzaakt doordat in 2022 naar verwachting ook meer inhuurcontracten (circa € 31 mln.) worden aangegaan en verlengd, voor het jaar 2023, met name bij UHT. Daarnaast zijn er naar verwachting hogere verplichtingen vanwege het kwijtschelden van private schulden (circa € 30 mln.). Dit wordt veroorzaakt door betalingen voor de afwikkeling van de MSNP/WSNP (schuldhulpverlening voor natuurlijke personen).

Informatievoorziening over andere relevante wijzigingen

  • Artikel 5 – Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

    De definitieve storting in of onttrekking uit de begrotingsreserve is afhankelijk van het saldo van realisatiecijfers van de premies, schades op afgesloten dossiers en uitvoeringskosten ultimo 2022. Dit betekent dat de precieze omvang van de definitieve storting of onttrekking na 31 december 2022 kan worden vastgesteld en in de Slotwet worden verwerkt. De in de tweede suppletoire begroting 2022 gemelde stand kan derhalve nog wijzigen op basis van de uiteindelijke realisatiecijfers. Ditzelfde geldt voor de niet-definitieve schades en restituties.

    Op basis van het huidige beeld is de verwachting dat de realisatie van de restituties in ieder geval met € 60 mln. wijzigt ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2022. Dit komt met name door een terugbetaling van een langlopende schadezaak aan een Nederlandse baggermaatschappij in verband met een transactie op een overheids-gelieerd havenbedrijf in Brazilië. Onlangs is het gelukt om deze schade op de Braziliaanse overheid te verhalen, wat heeft geresulteerd in een schaderestitutie van circa € 48 mln. Tot slot is in oktober in de Club van Parijs een akkoord met Argentinië bereikt waarin is afgesproken dat zij de resterende schuld (circa € 160 mln. voor Nederland) verspreid over de komende zes jaar terugbetaalt. De eerste betaling van circa € 12 mln. staat voor eind dit jaar gepland.

  • Artikel 6 – Btw-compensatiefonds

    Als gevolg van een overheveling van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt een bedrag toegevoegd aan het Gemeente- of Provinciefonds. Het geraamde btw-deel wordt door de betreffende ministeries overgeheveld naar het Btw-compensatiefonds (BCF). Gemeenten en provincies kunnen de betaalde btw vervolgens terugvragen uit het BCF. Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2022 vinden er nog enkele overhevelingen (circa € 54 mln.) plaats van de Ministeries Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken en Klimaat, en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten.

  • Artikel 11 – Financiering staatsschuld

    Op basis van de eindstand van de staatsschuld per 31 december 2022 wordt de omvang van de uitgifte van vaste en vlottende schuld bijgesteld. Door onzekerheden met betrekking tot de uitgaven en belastinginkomsten van het Rijk is het lastig om de omvang van de financieringsbehoefte exact in te schatten. In de Slotwet 2022 zullen eventuele mutaties worden gepresenteerd en toegelicht.

  • Artikel 12 – Kasbeheer

    De uitgaven en ontvangsten van artikel 12 Kasbeheer zijn onder andere afhankelijk van de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Hierdoor laten deze uitgaven en ontvangsten zich op voorhand lastig ramen. De gerealiseerde mutaties zullen conform artikel 2.10 lid 2 CW als slotverschil in de Slotwet 2022 worden vermeld.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

Naar boven