36 183 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake huisvestingspakket migratiecrisis)

Nr. 5 AMENDEMENT VAN HET LID TONY VAN DIJCK

Ontvangen 6 oktober 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «migratiecrisis» ingevoegd «en regeling huurverlaging».

II

In de beweegreden wordt na «2022» ingevoegd «en dat het tevens gewenst is een regeling te treffen voor verlaging van de sociale huren en compensatie van verhuurders».

III

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. Ten aanzien van een zelfstandige woning als bedoeld in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek waarvan bij de aanvang van de bewoning een huurprijs gold of geldt, die, indien nodig herleid tot een bedrag per jaar, lager is dan het op die datum krachtens artikel 3, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte vastgesteld bedrag, wordt in afwijking van artikel 246 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek de huurprijs geldend op 31 oktober 2022 van rechtswege verlaagd met 15 procent per 1 november 2022. De verlaging laat onverlet de wettelijke dan wel reeds overeengekomen verhogingen of verlagingen tussen 1 november 2022 en 31 december 2023.

  • 2. De verlaging, bedoeld in het eerste lid, vervalt met ingang van 1 januari 2024.

IV

In artikel 3 Woningmarkt van de begrotingsstaat worden het verplichtingen- en uitgavenbedrag verhoogd met € 371.429 (x € 1.000).

Toelichting

Dit amendement regelt dat per 1 november 2022 de sociale huren met 15 procent worden verlaagd. Indiener beoogt hiermee de koopkracht van burgers te verbeteren en hen te compenseren voor de gestegen huren. Het betreft een tijdelijke verlaging tot 1 januari 2024. De bedoeling is dat er een subsidieregeling komt voor compensatie van de verhuurders. Voor de eerste twee maanden wordt hiervoor geld gereserveerd in dit amendement. Voor de overige twaalf maanden op de Begroting Binnenlandse Zaken voor 2023. De kosten hiervan bedragen in totaal 2,6 mld., waarvan € 371 mln. in 2022. Voor de compensatie van de verhuurders wordt de dekking meerjarig gevonden in de middelen voor het Transitiefonds landelijk gebied en natuur (het «stikstoffonds»). Indien dit niet mogelijk blijkt te zijn, verzoekt de indiener de regering om aan de Kamer voorstellen te doen ter dekking van deze maatregel.

T. van Dijck

Naar boven