Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2022
In de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid aan uw Kamer op 26 augustus
bent u geïnformeerd over de kabinetsbesluitvorming over de opvangcrisis.
De budgettaire gevolgen van de maatregelen uit deze brief zullen in de begroting van
2023 worden verwerkt. Een deel van de uitgaven en verplichtingen zullen echter al
dit jaar moeten worden aangegaan. Hiervoor zal zo snel mogelijk een incidentele suppletoire
begrotingswet aan u worden voorgelegd (Kamerstuk 36 183).
Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de
begrotingswet heeft geautoriseerd. Het kabinet wil echter zo spoedig mogelijk al starten
met de uitvoering van het maatregelenpakket waarbij onder andere sneller extra flexwoningen
gerealiseerd moet worden om de asielopvang op zo kort mogelijke termijn te ontlasten.
Daarom acht het kabinet het noodzakelijk en in het belang van het Rijk om na het indienen
van de incidentele suppletoire begroting – vooruitlopend op formele autorisatie door
beide Kamers – uitvoering te geven aan het besluit en de incidentele suppletoire begroting.
Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet
2016. De uiteindelijke besluitvorming en uitwerking van de financiële herplaatsingsgarantie
voor projecten met verplaatsbare flexwoningen zal plaatsvinden conform het beleidskader
risicoregelingen.
Afhankelijk van de vormgeving van de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen
is er een restrisico, nadat het budget is uitgeput, in het geval er aanspraak wordt
gemaakt op de garantie. Bij een dergelijke vormgeving zal de uitwerking van de financiële
herplaatsingsgarantie en uiteindelijke besluitvorming daarover plaatsvinden conform
het beleidskader risicoregelingen.
Afspraak is dat er voor een restrisico een evenwichtige verdeling komt tussen rijksoverheid
en andere betrokken partijen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge