36 177 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2022 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake personele inzet voor crisisopvang)

C VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING1 EN VOOR IMMIGRATIE & ASIEL / JBZ-RAAD2

Vastgesteld 8 november 2022

1. Inleiding

De leden van de GroenLinks-fractie onderschrijven de noodzaak van een snelle opschaling van de opvangcapaciteit waarmee het kabinet uitvoering gegeven heeft aan de aanvullende middelen voor personele inzet voor de crisisopvang alvorens deze incidentele suppletoire begroting was goedgekeurd. Wel zouden de leden de regering graag vragen om een reflectie op enkele punten.

De leden van de Fractie-Nanninga hebben kennisgenomen van het voorstel en hebben enkele vragen hierover aan de regering.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel en wensen de regering nog enkele vragen te stellen.

2. Extra personele inzet

Was de extra personele inzet waartoe in juni jl. is besloten uiteindelijk voldoende, ook gezien de uitspraak van de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 6 oktober 2022 in de zaak van Stichting VluchtelingenWerk Nederland tegen de Staat en het COA, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie.3 Hadden de problemen die de rechter in deze uitspraak vaststelt, voorkomen kunnen worden met extra personele inzet?

3. Urgentie

Hoe heeft de situatie zo urgent kunnen worden dat extra personele inzet op een zeer korte termijn nodig was, en hoe wordt voorkomen dat een dergelijke situatie zich in de toekomst weer voordoet? Kan de regering de leden van de GroenLinks-fractie aangeven welke concrete aanpassingen zij hiertoe maakt?

4. Toekomst

Hoe toekomstbestendig is de huidige inzet van personeel en middelen ten aanzien van de asielopvang, zeker gezien de prognose dat volgend jaar ongeveer 50.000 mensen asiel aan zullen vragen? De leden van de fractie van GroenLinks vragen de regering welke concrete stappen worden gezet om op tijd voldoende opvangplekken te realiseren?

5. Nationale crisisstructuur

In de brief van 26 juli 2022 van de Minister van BZK wordt aangegeven dat de doorstroom en opvang van asielzoekers hevig onder druk is komen te staan.4 De asielketen is zó onder druk komen te staan, dat er reden bestaat om de crisisstructuur te activeren. De leden van de Fractie-Nanninga onderschrijven dat we in een asielcrisis verkeren en is blij dat dit wordt toegegeven door de Minister. Zij vragen zich af waarom de regering wel reden ziet om de «crisisstand» aan te zetten als het gaat om opvang, maar niet als het gaat om uitstroom of het tegenhouden van de instroom. Welke «crisisstand» kan daarvoor worden gebruikt? Hoe verhoudt de inzet die gericht is op de opvang van de regering zich tot de pogingen om de instroom te beperken en de uitstroom te bevorderen? Liggen er ook suppletoire begrotingen klaar die meer budget regelen voor het organiseren van instroombeperkingen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de Fractie-Nanninga vragen zich voorts af onder welke condities de crisisstructuur zodanig wordt aangepast dat niet alleen aan opvang wordt gedaan, maar ook extra in uitzetting wordt geïnvesteerd. Anders gesteld: wat moet er gebeuren voordat we stoppen met dweilen terwijl de kraan open staat?

De leden van de PVV-fractie lezen in de voorgenoemde brief van de Minister van BZK van 26 juli 2022 het volgende: «In de afgelopen weken is de doorstroom en opvang van asielzoekers hevig onder druk komen te staan. Het kabinet heeft daarom – vanwege de ernst van de situatie – aanleiding gezien om op 17 juni 2022 de nationale crisisstructuur te activeren met het doel om snel extra opvangcapaciteit te kunnen bereiken.».

De leden van de PVV-fractie vragen de regering om aan te geven op basis van welke wettelijke grondslagen, kaders en concrete criteria de «nationale crisisstructuur» is geactiveerd voor dit doel. Kan de regering voorts aangeven op grond van welke criteria en met welk democratisch controleerbaar kader deze «nationale crisisstructuur» voor dit doel weer kan worden gedeactiveerd? Kan de regering tevens aangeven waarom het doel van «extra opvangcapaciteit» als nationale crisis wordt aangeduid? Worden deze uitgangspunten voor een «nationale crisis» voortaan ook toegepast bij andere grote problemen in de uitvoeringspraktijk zoals bij wachtlijsten in de gezondheidszorg?

Kan de regering onderbouwen waarom bij deze «nationale crisis» alleen het middel van «extra opvangcapaciteit» als oplossing wordt aangeduid en er niet voor andere en betere oplossingen wordt gekozen als het sluiten van onze grenzen voor gelukszoekers en het snel uitzetten van illegale vreemdelingen en uitgeprocedeerde asielzoekers?

De Minister stelt in de brief dat met medeoverheden is gesproken over deze aanpak. Welke medeoverheden betreft dit concreet, welke personen hebben aan deze gesprekken deelgenomen, vanuit welke rol en positie hebben zij dit overleg gevoerd en hoe is het mandaat en de democratische verantwoording ten aanzien van de bij deze medeoverheden betrokken volksvertegenwoordigingen vormgegeven? Kan de regering aangeven welke afspraken concreet met deze medeoverheden zijn gemaakt en met welke consequenties? Is de regering bereid om alle verslagen van deze overleggen beschikbaar te stellen?

6. Uitvoeringspartners

Kan de regering onderbouwen waarom de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb) voor dit doel is ingezet, nu dit gremium vooral bedoeld zou zijn voor de nationale veiligheid en acute crises in dat verband, in plaats van voor een organisatorisch vraagstuk? Ook vragen de leden van de PVV-fractie of de regering kan aangeven wat de rol, taak en het mandaat zijn van de VNG als private vereniging bij deze publieke taak? Kan de regering tevens verantwoorden hoe de VNG de gemeenteraden bij deze afspraken heeft betrokken en wie namens de VNG aan deze overleggen heeft deelgenomen? Kan de regering verantwoorden wat de rol, taak en het mandaat zijn van het Veiligheidsberaad bij deze overleggen, wie namens het Veiligheidsberaad aan deze overleggen heeft deelgenomen, hoe het doel van deze overleggen past bij de taakopvatting en doelstelling van het Veiligheidsberaad en hoe de democratische controle van het Veiligheidsberaad in dit kader plaatsvindt?

7. Budget

Gelet op de omvang van de asielstroom en de middelen die zijn aangekondigd in deze tweede incidentele suppletoire begroting, dient zich de vraag aan of dit wel voldoende middelen zijn. Bij welk budget denkt de regering dat we wél deugdelijk kunnen opvangen, gelet op de massale instroom? Met deze instroomcijfers en deze asielcrisis lijkt maximaal € 33,1 miljoen niet veel meer dan een doekje voor het bloeden. Verwacht de regering nog honderden miljoenen of miljarden nodig te hebben om alle asielzoekers die binnenkomen op te vangen zoals de rechter voorschrijft, zo vragen de leden van de Fractie-Nanninga.5

In de eerder aangehaalde brief van de Minister van BZK van 26 juli 2022 lezen de PVV-fractieleden «Het kabinet heeft daarom op 1 juli 2022 besloten de veiligheidsregio’s capaciteit toe te zeggen in de vorm van maximaal 30 medewerkers voor 7 dagen per week, per veiligheidsregio voor maximaal 3 maanden». Deze 3 maanden zijn inmiddels verstreken. Kan de regering aangeven wat dit betekent voor de periode ná deze 3 maanden? Is de met deze begrotingswijziging beschikbaar gestelde € 33,1 miljoen volledig gebruikt of is hiervan nog een deel over? Kan de regering aangeven in hoeverre na deze 3 maanden nog extra budget beschikbaar wordt gesteld voor dit doel, zo vragen de leden van de PVV-fractie.

De leden van de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning en voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad zien met belangstelling uit naar de memorie van antwoord naar aanleiding van het voorlopig verslag en ontvangen deze graag uiterlijk 18 november 2022.

De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, Dittrich

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, Faber- Van de Klashorst

De griffier voor dit verslag, Bergman


X Noot
1

Samenstelling:

Kox (SP), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Bezaan (VVD), Van den Berg (VVD), Crone (PvdA), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (Fractie-Frentrop), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Talsma (CU) en Dessing (FVD).

X Noot
2

Samenstelling:

Kox (SP), Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV) (voorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66) (ondervoorzitter), Van Rooijen (50PLUS), Van den Berg (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Doornhof (CDA), Karimi (GL), Veldhoen (GL), Vos (PvdA), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Dittrich (D66), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).

X Noot
3

ECLI:NL:RBDHA:2022:10210.

X Noot
4

Kamerstukken I 2021/22, 36 177, A.

Naar boven