Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2024
Op 9 november 2023 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer laten weten dat het keuzerecht
bedrag ineens niet eerder dan op 1 januari 2025 in werking zal kunnen treden, met
het oog op zowel voldoende tijd voor de parlementaire behandeling als het tijdig informeren
van deelnemers zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken.1
De regering vindt het belangrijk dat deelnemers goed worden geïnformeerd over het
keuzerecht voor opname van een bedrag ineens van het ouderdomspensioen. Dit vergt
allereerst goede informatie vanuit pensioenuitvoerders en daarnaast voldoende tijd
voor een deelnemer om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Het is belangrijk dat
pensioenuitvoerders deelnemers tijdig informeren over het keuzerecht. De (vertegenwoordigers
van) pensioenuitvoerders hebben aangegeven na instemming van beide Kamers ten minste
zes tot negen maanden nodig te hebben om deelnemers goed te kunnen informeren. Daarnaast
dienen pensioenuitvoerders voldoende tijd te hebben om het keuzerecht te kunnen implementeren.
Uit de langetermijnagenda van de Tweede Kamer blijkt dat de parlementaire behandeling
van het wetsvoorstel herziening bedrag ineens in de week van 24 september a.s. zal
plaatsvinden. Daarmee resteert minder dan zes maanden voor het tijdig informeren van
deelnemers. Ik kan daarom – mede namens de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst
– niet anders concluderen dan dat de voorgenomen inwerkingtredingsdatum van 1 januari
2025 niet meer haalbaar is.
Het wetsvoorstel voorziet in een behoefte om mensen bij pensionering meer flexibiliteit
te bieden in de aanwending van pensioen zodat beter kan worden aangesloten bij de
eigen bestedingsbehoefte. Er zal daarom een goede balans gevonden moeten worden tussen
enerzijds het bieden van voldoende tijd voor implementatie en informatieverstrekking
door pensioenuitvoerders en anderzijds het voorkomen van onnodige vertraging van de
introductie van het bedrag ineens.
Gelet op het bovenstaande zal het keuzerecht bedrag ineens niet eerder dan 1 juli
2025 in werking treden, waarbij zij opgemerkt dat de uiteindelijke datum afhankelijk
zal zijn van de voortgang van het parlementaire proces.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum