36 152 Uitvoering van de Verordening (EU) van het Europees parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) nr. 2020/1784 (PbEU 2020, L 405/40) (Uitvoeringswet Betekeningsverordening)

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 augustus 2022

Abusievelijk heeft uw Kamer vanwege een administratieve vergissing aan de zijde van het departement in bovengenoemd dossier (met Kamerstuk 36 152) het wetsvoorstel aangeboden gekregen, zoals eerder aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State (Kamerstuk 36 152, nr. 2). Daarin is dus geen rekening gehouden met het advies van de Afdeling advisering.

Bijgaande nota van wijziging herstelt de administratieve vergissing door aanpassing van het wetsvoorstel, rekening houdend met de opmerkingen van de Afdeling advisering in haar advies (Kamerstuk 36 152, nr. 6). De memorie van toelichting (Kamerstuk 36 152, nr. 3), zoals aangeboden aan uw Kamer, betreft wel de correcte versie van de toelichting. Daarom is bijgaande nota van wijziging verder niet voorzien van toelichting, maar wordt volstaan met de opmerking dat een administratieve fout wordt hersteld.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven