36 150 Wijziging van de Kieswet, houdende vaststelling van regels over de programmatuur die bij verkiezingen wordt gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de verkiezingsuitslag (Wet programmatuur verkiezingsuitslagen)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op een betrouwbare, veilige en efficiënte vaststelling van de verkiezingsuitslag noodzakelijk is in de Kieswet een regeling op te nemen over de beschikbaarstelling, betrouwbare werking en beveiliging van programmatuur die gebruikt wordt bij de vaststelling van de uitslag van de verkiezingen en over de verantwoordelijkheden van de Kiesraad en andere actoren in het verkiezingsproces met betrekking tot deze uitslagprogrammatuur;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kieswet, zoals die komt te luiden wanneer het bij koninklijke boodschap van 10 juni 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet in verband met de aanpassing van de procedure voor de vaststelling van verkiezingsuitslagen alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet, de Waterschapswet, de Mediawet 2008 en de Mediawet BES (Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen) (35 489) tot wet is verheven, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel A 3 komt te luiden:

Artikel A 3

De Kiesraad heeft tot taak:

  • a. op te treden als centraal stembureau in de gevallen waarin de wet dat voorschrijft;

  • b. de regering en de beide kamers der Staten-Generaal van advies te dienen in uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht of de verkiezingen betreffen;

  • c. zorg te dragen voor programmatuur die bij de verkiezingen wordt gebruikt overeenkomstig de bij of krachtens deze wet te stellen bepalingen;

  • d. de uitslagen van de op basis van deze wet gehouden verkiezingen te verzamelen en op een algemeen toegankelijke wijze te ontsluiten;

  • e. de overige in deze wet aan hem opgedragen taken ten uitvoer te leggen.

B

Na hoofdstuk E wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, dat komt te luiden:

HOOFDSTUK EA DIGITALE ONDERSTEUNING IN HET VERKIEZINGSPROCES

Artikel Ea 1

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

uitslagprogrammatuur:
  • a. programmatuur die het gemeentelijk stembureau gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de aantallen, bedoeld in artikel Na 26;

  • b. programmatuur die het hoofdstembureau gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de aantallen, bedoeld in artikel O 5;

  • c. programmatuur die het nationaal briefstembureau gebruikt voor de vaststelling van de aantallen, bedoeld in artikel O 36; en

  • d. programmatuur die het centraal stembureau gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de uitslag van de verkiezing en de vaststelling van de aantallen, bedoeld in artikel P 20, eerste lid;

gebruiker:

het gemeentelijk stembureau, het nationaal briefstembureau, het hoofdstembureau of het centraal stembureau;

aansluitvoorschriften:

de aansluitvoorschriften, bedoeld in artikel Ea 4, eerste lid, aanhef en onder a;

gebruiksvoorschriften:

de gebruiksvoorschriften, bedoeld in artikel Ea 4, eerste lid, aanhef en onder b;

burgemeester en wethouders:

burgemeester en wethouders die het gemeentelijk stembureau hebben ingesteld, burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage die het nationaal briefstembureau hebben ingesteld, burgemeester en wethouders van de gemeente waar het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, onderscheidenlijk provinciale staten is gevestigd;

dagelijks bestuur:

het dagelijks bestuur van het waterschap waarvoor het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur is ingesteld.

Artikel Ea 2

  • 1. De Kiesraad draagt overeenkomstig de bij of krachtens dit hoofdstuk gestelde bepalingen zorg voor de beschikbaarstelling, instandhouding, betrouwbare werking en beveiliging van de uitslagprogrammatuur.

  • 2. De Kiesraad stelt bij elke verkiezing de uitslagprogrammatuur ter beschikking aan de gebruiker, mits vooraf een toets als bedoeld in artikel Ea 5, eerste lid, heeft plaatsgevonden.

  • 3. De Kiesraad richt bij elke verkiezing centrale voorzieningen in en treft centrale maatregelen met het oog op de betrouwbare werking en beveiliging van de uitslagprogrammatuur.

  • 4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het ter beschikking stellen van de uitslagprogrammatuur aan de gebruiker.

Artikel Ea 3

  • 1. Onverminderd de artikelen Ea 3, vierde lid, en Ea 5, vierde lid, maakt de Kiesraad, met het oog op transparantie van de uitslagprogrammatuur, voorafgaand aan elke verkiezing op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar:

    • a. gegevens, waaronder in ieder geval technische gegevens, met betrekking tot de uitslagprogrammatuur die bij die verkiezing wordt gebruikt, en

    • b. een beschrijving van de in artikel Ea 2, derde lid, bedoelde centrale voorzieningen en maatregelen van de Kiesraad.

  • 2. Van het eerste lid kan worden afgeweken, voor zover zwaarwegende redenen met betrekking tot de beveiliging van de uitslagprogrammatuur of de centrale voorzieningen en maatregelen zich tegen openbaarmaking verzetten.

  • 3. De Kiesraad stelt voor de uitslagprogrammatuur een specificatie op, die duidelijk maakt op welke wijze in de uitslagprogrammatuur de voor de berekening en vaststelling van de uitslag van de verkiezing relevante bepalingen van hoofdstuk P worden toegepast.

  • 4. De Kiesraad laat de specificatie toetsen door een deskundige en onafhankelijke instantie, en maakt de specificatie en de uitkomst van de toets op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

  • 5. De uitslagprogrammatuur bevat de functionaliteiten die overeenkomstig de specificatie, bedoeld in het derde lid, nodig zijn voor de berekening en vaststelling van de uitslag van de verkiezingen.

  • 6. Het ontwerp van de uitslagprogrammatuur is erop gericht om toevallig of opzettelijk foutief gebruik daarvan te voorkomen.

  • 7. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over:

    • a. de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a, en de wijze van openbaarmaking van die gegevens en van de beschrijving, bedoeld in het eerste lid, onder b,

    • b. de werking, het ontwerp, de betrouwbaarheid en de beveiliging van de uitslagprogrammatuur, en

    • c. de inrichting, de werking, de betrouwbaarheid en de beveiliging van de in artikel Ea 2, derde lid bedoelde centrale voorzieningen en de eisen met betrekking tot de in dat artikellid bedoelde maatregelen.

Artikel Ea 4

  • 1. De Kiesraad stelt met het oog op de betrouwbare werking en de beveiliging van de uitslagprogrammatuur voor elke verkiezing bij regeling vast:

    • a. aansluitvoorschriften inzake de decentrale voorzieningen en maatregelen als bedoeld in artikel Ea 6, eerste lid, voor het gebruik van de uitslagprogrammatuur;

    • b. gebruiksvoorschriften inzake het gebruik van de uitslagprogrammatuur.

  • 2. De aansluitvoorschriften en gebruiksvoorschriften dragen bij aan het veilig en betrouwbaar gebruik van de uitslagprogrammatuur.

  • 3. Voorafgaand aan de vaststelling van de aansluitvoorschriften en gebruiksvoorschriften worden een instantie die representatief kan worden geacht voor de colleges van burgemeester en wethouders en een instantie die representatief kan worden geacht voor de dagelijks besturen geconsulteerd.

  • 4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de onderwerpen waarop de aansluitvoorschriften en gebruiksvoorschriften betrekking kunnen hebben en het moment van vaststelling van de aansluitvoorschriften en gebruiksvoorschriften.

Artikel Ea 5

  • 1. Voordat de Kiesraad uitslagprogrammatuur bij een verkiezing ter beschikking stelt, is door een door de Kiesraad aan te wijzen deskundige en onafhankelijke instantie getoetst dat:

    • a. de uitslagprogrammatuur voldoet aan de vereisten, bedoeld in artikel Ea 3, vijfde en zesde lid en het zevende lid van dat artikel, aanhef en onder b,

    • b. de in artikel Ea 2, derde lid, bedoelde centrale voorzieningen en maatregelen van de Kiesraad voldoen aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel Ea 3, zevende lid, aanhef en onder c, en

    • c. de aansluitvoorschriften en de gebruiksvoorschriften voldoen aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel Ea 4, vierde lid.

  • 2. Indien de Kiesraad na het afronden van de toets, bedoeld in het eerste lid, wijzigingen van ondergeschikte aard aanbrengt in de uitslagprogrammatuur, de centrale voorzieningen en maatregelen van de Kiesraad, de aansluitvoorschriften of de gebruiksvoorschriften, behoeft geen hernieuwde toets plaats te vinden voordat hij de uitslagprogrammatuur aan de gebruiker ter beschikking stelt, mits deze wijzigingen in ieder geval geen betrekking hebben op:

    • a. de wijze waarop in de uitslagprogrammatuur hoofdstuk P wordt toegepast om de zetels aan de lijsten en aan de kandidaten toe te wijzen;

    • b. onderdelen die de beveiliging van de uitslagprogrammatuur ten doel hebben.

  • 3. Indien naar aanleiding van een aanbeveling uit de toets, bedoeld in het eerste lid, een niet-ondergeschikte wijziging in de uitslagprogrammatuur, de centrale voorzieningen en maatregelen, de aansluitvoorschriften of de gebruiksvoorschriften wordt doorgevoerd, wordt het onderdeel waarop de wijziging van toepassing is nogmaals getoetst door de instantie, bedoeld in het eerste lid.

  • 4. De Kiesraad maakt op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar:

    • a. de uitkomst van de toets, bedoeld in het eerste en derde lid, en

    • b. indien van toepassing, gegevens met betrekking tot ondergeschikte wijzigingen als bedoeld in het tweede lid.

  • 5. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de openbaarmaking, bedoeld in het vierde lid.

Artikel Ea 6

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen bij elke verkiezing de gebruiker, niet zijnde de Kiesraad in zijn functie als centraal stembureau, in staat om op een betrouwbare en veilige wijze de uitslagprogrammatuur te kunnen gebruiken. Daartoe richten zij decentrale voorzieningen in en treffen decentrale maatregelen, en dragen er zorg voor dat deze decentrale voorzieningen en maatregelen aan de aansluitvoorschriften voldoen.

  • 2. Burgemeester en wethouders onderzoeken uiterlijk op een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip voor de dag van stemming of de decentrale voorzieningen en maatregelen aan de aansluitvoorschriften voldoen en stellen een verklaring op over de uitkomsten van dit onderzoek. De Kiesraad stelt bij regeling een model voor deze verklaring vast. Burgemeester en wethouders maken deze verklaring onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar. Zij verstrekken deze verklaring tevens onverwijld aan de Kiesraad.

  • 3. Burgemeester en wethouders onderbreken al dan niet tijdelijk het gebruik van de uitslagprogrammatuur door een gebruiker, niet zijnde de Kiesraad in zijn functie als centraal stembureau, indien zij constateren dat de decentrale voorzieningen of maatregelen niet langer aan de aansluitvoorschriften voldoen. Zodra burgemeester en wethouders vaststellen dat de decentrale voorzieningen en maatregelen opnieuw aan de aansluitvoorschriften voldoen, stellen zij de betrokken gebruiker opnieuw in staat om de uitslagprogrammatuur te gebruiken.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen de Kiesraad onverwijld in kennis van een onderbreken en van een opnieuw in staat stellen van het gebruik van de uitslagprogrammatuur als bedoeld in het derde lid.

  • 5. Indien het college van burgemeester en wethouders het gebruik van de uitslagprogrammatuur onderbreekt, als bedoeld in het derde lid, neemt het maatregelen om het gebruik zo spoedig als mogelijk te kunnen hervatten.

  • 6. Indien het na onderbreking van het gebruik van de uitslagprogrammatuur, op grond van het derde lid, niet mogelijk is om het gebruik binnen afzienbare tijd te hervatten, neemt het college van burgemeester en wethouders contact op met de Kiesraad.

  • 7. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op:

    • a. de Kiesraad, die zichzelf in zijn functie als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, in staat stelt om op een betrouwbare en veilige wijze de uitslagprogrammatuur te kunnen gebruiken en, in de situatie bedoeld in het derde lid, zijn gebruik van de uitslagprogrammatuur al dan niet tijdelijk onderbreekt. Het tweede lid, laatste volzin, het vierde lid en het zesde lid, zijn niet van toepassing.

    • b. het dagelijks bestuur voor wat betreft het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur.

  • 8. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het onderzoek en de verklaring, bedoeld in het tweede lid.

Artikel Ea 7

  • 1. De gebruiker maakt bij de vaststelling, bedoeld in de artikelen Na 26, O 5, O 36, onderscheidenlijk P 20, eerste lid, gebruik van de door de Kiesraad ter beschikking gestelde uitslagprogrammatuur.

  • 2. De gebruiker draagt er zorg voor dat de uitslagprogrammatuur betrouwbaar en veilig door hem wordt gebruikt. Daarbij neemt hij de gebruiksvoorschriften in acht.

Artikel Ea 8

  • 1. De Kiesraad, de colleges van burgemeester en wethouders, de dagelijkse besturen en de gebruikers werken bij de uitvoering van de bij of krachtens dit hoofdstuk aan hen toegekende taken samen om tot een betrouwbaar en veilig gebruik van de uitslagprogrammatuur te komen.

  • 2. De Kiesraad stelt ter bevordering van het betrouwbaar en veilig gebruik van de uitslagprogrammatuur een samenwerkingsprotocol vast na overleg met: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een instantie die representatief kan worden geacht voor de colleges van burgemeester en wethouders alsmede een instantie die representatief kan worden geacht voor de dagelijks besturen.

  • 3. In het samenwerkingsprotocol worden in ieder geval procedures vastgelegd voor gevallen waarin:

    • a. decentrale voorzieningen of maatregelen als bedoeld in artikel Ea 6, eerste lid, onder a, niet in overeenstemming zijn met de aansluitvoorschriften;

    • b. het gebruik van de uitslagprogrammatuur door de gebruiker niet in overeenstemming is met de gebruiksvoorschriften;

    • c. anderszins sprake is van een storing in of aantasting van de werking, betrouwbaarheid of beveiliging van de uitslagprogrammatuur, misbruik of oneigenlijk gebruik van de toegang tot de uitslagprogrammatuur, of het vermoeden of de dreiging daarvan.

  • 4. De Kiesraad maakt het samenwerkingsprotocol in de Staatscourant bekend. Tevens maakt de Kiesraad het samenwerkingsprotocol voor de dag van de kandidaatstelling op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

Artikel Ea 9

  • 1. De Kiesraad verstrekt burgemeester en wethouders, het dagelijks bestuur en de gebruiker desgevraagd en uit eigen beweging gegevens en inlichtingen over een inbreuk op de betrouwbare en veilige werking van de uitslagprogrammatuur of de dreiging of het vermoeden daarvan, voor zover dit noodzakelijk is voor het betrouwbare en veilige gebruik van de uitslagprogrammatuur.

  • 2. Burgemeester en wethouders, het dagelijks bestuur en de gebruiker stellen, onderscheidenlijk stelt de Kiesraad desgevraagd en uit eigen beweging onverwijld in kennis van:

    • a. een misbruik of oneigenlijk gebruik van de uitslagprogrammatuur of het vermoeden daarvan;

    • b. een inbreuk op de beveiliging of de integriteit van de decentrale voorzieningen en maatregelen;

    • c. andere informatie die de Kiesraad nodig heeft om maatregelen te kunnen nemen om een inbreuk op de betrouwbare en veilige werking van de uitslagprogrammatuur te voorkomen of te beëindigen.

  • 3. Eenieder kan schriftelijk bij de Kiesraad een onderbouwde melding maken van een vermeende of geconstateerde storing in of aantasting van de werking, betrouwbaarheid of beveiliging van de uitslagprogrammatuur of de dreiging daarvan. Onverminderd artikel Ea 12, tweede lid, aanhef en onder b, maakt de Kiesraad deze meldingen bij elke verkiezing op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

  • 4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de publicatie van de meldingen, bedoeld in het derde lid.

Artikel Ea 10

  • 1. De Kiesraad kan burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur een beheersaanwijzing geven met betrekking tot decentrale voorzieningen en decentrale maatregelen als bedoeld in artikel Ea 6, eerste lid, indien:

    • a. burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur tekortschieten, respectievelijk tekortschiet in de naleving van de aansluitvoorschriften en daardoor de betrouwbare of veilige werking van de uitslagprogrammatuur ernstig in gevaar is; of

    • b. sprake is van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn, dat de betrouwbare of veilige werking van de uitslagprogrammatuur ernstig in gevaar is.

  • 2. De Kiesraad kan de gebruiker een beheersaanwijzing geven met betrekking tot het gebruik van de uitslagprogrammatuur indien:

    • a. de gebruiker tekortschiet in de naleving van de gebruiksvoorschriften en daardoor de betrouwbare of veilige werking van de uitslagprogrammatuur ernstig in gevaar is; of

    • b. sprake is van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn, dat de betrouwbare of veilige werking van de uitslagprogrammatuur ernstig in gevaar is.

  • 3. Een beheersaanwijzing is evenredig aan het doel waarvoor zij wordt gegeven.

  • 4. De Kiesraad stelt in de beheersaanwijzing een termijn waarbinnen aan de aanwijzing moet zijn voldaan.

Artikel Ea 11

  • 1. De Kiesraad kan het gebruik van de uitslagprogrammatuur door een gebruiker al dan niet tijdelijk onderbreken of doen onderbreken indien:

    • a. een beheersaanwijzing als bedoeld in artikel Ea 10 niet wordt nageleefd;

    • b. anderszins sprake is van een ernstige storing of ernstige aantasting van de werking, beveiliging of betrouwbaarheid van de uitslagprogrammatuur of de dreiging daarvan; of

    • c. anderszins sprake is van een ernstig misbruik of oneigenlijk gebruik van de toegang tot de uitslagprogrammatuur of de dreiging daarvan.

  • 2. Onderbreking van het gebruik van de uitslagprogrammatuur op grond van het eerste lid, is een uiterst middel dat slechts kan worden ingezet indien het geven van instructies en het geven van een beheersaanwijzing niet mogelijk dan wel niet toereikend blijkt te zijn om het gesignaleerde risico voor de betrouwbare en veilige werking van de uitslagprogrammatuur weg te nemen.

  • 3. Zodra de Kiesraad vaststelt dat de grond die aanleiding gaf tot het onderbreken van het gebruik zich niet langer voordoet, stelt hij de betrokken gebruiker opnieuw in staat of doet hij de betrokken gebruiker opnieuw in staat stellen om de uitslagprogrammatuur te gebruiken.

  • 4. De Kiesraad stelt burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur en de gebruiker zo mogelijk voorafgaand aan een onderbreken en van het opnieuw in staat stellen van het gebruik van de uitslagprogrammatuur, doch in ieder geval onverwijld na een onderbreken of het opnieuw in staat stellen van het gebruik, in kennis hiervan.

  • 5. Bij de kennisgeving over het onderbreken van het gebruik van de uitslagprogrammatuur, geeft de Kiesraad instructies aan het betrokken college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur, en de betrokken gebruiker over de te nemen maatregelen om het gebruik te kunnen hervatten.

  • 6. De Kiesraad stelt tevens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld in kennis van een onderbreken van het gebruik en van het opnieuw in staat stellen van het gebruik van de uitslagprogrammatuur.

  • 7. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de gevolgen van het onderbreken of doen onderbreken van het gebruik van de uitslagprogrammatuur.

Artikel Ea 12

  • 1. De Kiesraad kan een rapportage van bevindingen opstellen over de betrouwbaarheid en beveiliging van het gebruik en van de werking van de uitslagprogrammatuur bij een verkiezing.

  • 2. De Kiesraad stelt een rapportage als bedoeld in het eerste lid in ieder geval op:

    • a. als het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden hierom verzoekt;

    • b. de Kiesraad bij de verkiezing een melding heeft ontvangen als bedoeld in artikel Ea 9, derde lid, die voor hem aanleiding is geweest om maatregelen te treffen;

    • c. de Kiesraad bij de verkiezing gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel Ea 10 of Ea 11.

  • 3. Burgemeester en wethouders, het dagelijks bestuur en de gebruiker verstrekkende Kiesraad desgevraagd en uit eigen beweging gegevens en inlichtingen die de Kiesraad nodig heeft voor de opstelling van de rapportage.

  • 4. De Kiesraad zendt een rapportage zo spoedig mogelijk na vaststelling naar het betrokken vertegenwoordigend orgaan en maakt deze op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

Artikel Ea 13

Indien de Kiesraad bij een verkiezing geen uitslagprogrammatuur ter beschikking stelt of de Kiesraad het gebruik van de uitslagprogrammatuur onderbreekt of doet onderbreken, zijn bij de vaststelling van de uitkomst van de stemming en van de uitslag van de verkiezing door de gebruiker, de artikelen in de hoofdstukken Na, O en P voor zover die betrekking hebben op het gebruik van de uitslagprogrammatuur niet van toepassing.

C

Na artikel Na 26 wordt een artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel Na 26a

  • 1. Het gemeentelijke stembureau voert onder vermelding van het nummer van het stembureau in ieder geval de volgende gegevens uit het proces-verbaal in de programmatuur in:

    • a. het aantal geldige stempassen;

    • b. het aantal geldige kiezerspassen;

    • c. het aantal geldige volmachtsbewijzen;

    • d. het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten, zijnde de som van de aantallen onder a tot en met c;

    • e. het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;

    • f. per lijst de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder e;

    • g. het aantal blanco stemmen;

    • h. het aantal ongeldige stemmen;

    • i. het aantal stemmen dat is geteld, zijnde de som van de aantallen onder f, g en h.

  • 2. De invoer, bedoeld in het eerste lid, wordt afzonderlijk van elkaar door twee leden van het gemeentelijk stembureau of ondersteuners gedaan.

D

Artikel Na 27 komt te luiden:

Artikel Na 27

  • 1. Het gemeentelijk stembureau controleert de met de programmatuur gegenereerde uitkomst van de stemming op gemeentelijk niveau aan de hand van een door de Kiesraad op te stellen controleprotocol. Indien het gemeentelijk stembureau tot het oordeel komt dat de programmatuur niet betrouwbaar heeft gefunctioneerd en het gebrek na onderzoek niet hersteld kan worden, laat het de met de programmatuur gegenereerde uitkomst buiten beschouwing en stelt het de Kiesraad onverwijld van dit oordeel in kennis.

  • 2. De uitkomst van de controle, bedoeld in het eerste lid, wordt in het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau vermeld.

  • 3. De Kiesraad maakt het controleprotocol, bedoeld in het eerste lid, voor een verkiezing uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling in de Staatscourant bekend.

E

In artikel Na 28 wordt «in het proces-verbaal» vervangen door «in de programmatuur en het proces-verbaal».

F

Artikel Na 32, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het gemeentelijk stembureau brengt het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand met de uitkomst van de stemming op gemeentelijk niveau langs elektronische weg over naar de burgemeester, het hoofdstembureau en het centraal stembureau, dan wel, indien het de verkiezing betreft van de gemeenteraad, van het algemeen bestuur of van provinciale staten van een provincie die één kieskring vormt, naar de burgemeester en het centraal stembureau.

G

Artikel Na 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau» ingevoegd «, het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand met de uitkomst van de stemming op gemeentelijk niveau».

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

H

Artikel Na 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

2. In het tweede lid (nieuw) vervalt «, en de verstrekking, bedoeld in het tweede lid».

I

Artikel O 2 komt te luiden:

Artikel O 2

  • 1. Het hoofdstembureau controleert of het digitale bestand, bedoeld in artikel Na 32, derde lid, overeenkomstig daaraan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen aan hem is verstrekt.

  • 2. Het hoofdstembureau verzoekt het gemeentelijk stembureau dat het betreft alsnog onverwijld zorg te dragen voor verstrekking van het bestand overeenkomstig deze eisen, indien het constateert dat dat niet is gebeurd.

J

In artikel O 3 wordt «artikel Na 35, tweede lid» vervangen door «artikel Na 32, derde lid».

K

Na artikel O 5 wordt een artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel O 5a

  • 1. Het hoofdstembureau voert onder vermelding van het nummer van het stembureau in ieder geval de volgende gegevens uit het proces-verbaal in de programmatuur in:

    • a. het aantal geldige stempassen;

    • b. het aantal geldige kiezerspassen;

    • c. het aantal geldige volmachtsbewijzen;

    • d. het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten, zijnde de som van de aantallen onder a tot en met c;

    • e. het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;

    • f. per lijst de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder e;

    • g. het aantal blanco stemmen;

    • h. het aantal ongeldige stemmen;

    • i. het aantal stemmen dat is geteld, zijnde de som van de aantallen onder f, g en h.

  • 2. De invoer, bedoeld in het eerste lid, wordt afzonderlijk van elkaar door twee leden van het hoofdstembureau of ondersteuners gedaan.

L

Artikel O 6 komt te luiden:

Artikel O 6

  • 1. Het hoofdstembureau controleert de met de programmatuur gegenereerde uitkomst van de stemming op kieskringniveau aan de hand van een door de Kiesraad op te stellen controleprotocol. Indien het hoofdstembureau tot het oordeel komt dat de programmatuur niet betrouwbaar heeft gefunctioneerd en het gebrek na onderzoek niet hersteld kan worden, laat het de met de programmatuur gegenereerde uitkomst buiten beschouwing en stelt het de Kiesraad onverwijld van dit oordeel in kennis.

  • 2. De uitkomst van de controle, bedoeld in het eerste lid, wordt in het proces-verbaal van het hoofdstembureau vermeld.

  • 3. De Kiesraad maakt het controleprotocol, bedoeld in het eerste lid, voor een verkiezing uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling in de Staatscourant bekend.

M

Artikel O 8, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand met de uitkomst van de stemming in een kieskring wordt eveneens onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar gemaakt.

N

Artikel O 10, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand met de uitkomst van de stemming in een kieskring wordt eveneens onverwijld aan het centraal stembureau verstrekt.

O

Artikel O 36a wordt vernummerd tot artikel O 36b en komt te luiden:

Artikel O 36b

  • 1. Het nationaal briefstembureau controleert de met de programmatuur gegenereerde uitkomst van de stemopneming van het stemmen per brief aan de hand van een door de Kiesraad op te stellen controleprotocol. Indien het nationaal briefstembureau tot het oordeel komt dat de programmatuur niet betrouwbaar heeft gefunctioneerd en het gebrek na onderzoek niet hersteld kan worden, laat het de met de programmatuur gegenereerde uitkomst buiten beschouwing en stelt het de Kiesraad onverwijld van dit oordeel in kennis.

  • 2. De uitkomst van de controle, bedoeld in het eerste lid, wordt in het proces-verbaal van het nationaal briefstembureau vermeld.

  • 3. De Kiesraad maakt het controleprotocol, bedoeld in het eerste lid, voor een verkiezing uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling in de Staatscourant bekend.

P

Na artikel O 36 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel O 36a

  • 1. Het nationaal briefstembureau voert onder vermelding van de naam van de gemeente de volgende gegevens uit het proces-verbaal van het briefstembureau in de programmatuur in:

    • a. het aantal ontvangen briefstembewijzen;

    • b. het aantal ontvangen vervangend briefstembewijzen;

    • c. het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten, zijnde de som van de aantallen, bedoeld onder a en b;

    • d. het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;

    • e. per lijst de som van de aantallen, bedoeld onder d;

    • f. het aantal blanco stemmen;

    • g. het aantal ongeldige stemmen;

    • h. het aantal stemmen dat is geteld, zijnde het totaal van de aantallen, bedoeld onder e, f en g.

  • 2. Indien het briefstembureau op grond van artikel O 35, eerste lid, overgaat tot een nieuwe opneming van alle verkiezingsbescheiden, dan wel een deel daarvan, heeft de invoer, bedoeld in het eerste lid, betrekking op het proces-verbaal van de nieuwe stemopneming.

Q

In artikel O 37 wordt «het proces-verbaal» vervangen door «de programmatuur en het proces-verbaal».

R

Artikel O 40, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het nationaal briefstembureau verstrekt het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand met de uitkomst van de stemming per brief langs elektronische weg aan het centraal stembureau en aan de burgemeester van ’s-Gravenhage.

S

Artikel O 41, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De burgemeester van ’s-Gravenhage maakt het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand met de uitkomst van de stemming per brief onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

T

Artikel P 1a vervalt.

U

Artikel P 1b, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Een melding als bedoeld in het eerste lid kan ook betrekking hebben op een vermeende fout in het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand met de uitkomst van de stemming.

V

Artikel P 1c komt te luiden:

Artikel P 1c

  • 1. Het centraal stembureau controleert of het digitale bestand, bedoeld in artikel Na 32, derde lid, overeenkomstig daaraan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen aan hem is verstrekt.

  • 2. Het centraal stembureau verzoekt het gemeentelijk stembureau dat het betreft alsnog onverwijld zorg te dragen voor verstrekking van het bestand overeenkomstig deze eisen, indien het constateert dat dat niet is gebeurd.

W

Artikel P 1d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt «Indien het centraal stembureau een digitaal bestand als bedoeld in artikel Na 35, tweede lid, heeft ontvangen, controleert het of de in dit bestand» vervangen door «Het centraal stembureau controleert of de in het digitale bestand, bedoeld in artikel Na 32, derde lid,»

2. In het vierde lid wordt «protocol» telkens vervangen door «controleprotocol».

3. In het vijfde lid vervalt de zinsnede «, en indien van toepassing,» en wordt «Na 35, tweede lid,» vervangen door «Na 32, derde lid,».

X

In artikel P 1e, vierde lid, wordt «Indien het gemeentelijk stembureau programmatuur heeft gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de uitkomst van de stemming in een gemeente brengt het de inhoud van het daarmee gegenereerde digitale bestand» vervangen door «Het gemeentelijk stembureau brengt de inhoud van het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand met de uitkomst van de stemming in een gemeente»

Y

In artikel P 1ea, vijfde lid, wordt «Indien het hoofdstembureau programmatuur heeft gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de uitkomst van de stemming in een kieskring brengt het centraal stembureau de inhoud van het daarmee gegenereerde digitale bestand» vervangen door «Het centraal stembureau brengt de inhoud van het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand van de uitkomst van de stemming in een kieskring».

Z

Artikel P 1eb, tweede lid, komt te luiden:

Het centraal stembureau verstrekt tevens het gecorrigeerde digitale bestand aan het hoofdstembureau.

AA

In artikel P 1g, eerste lid, wordt «artikel O 41, derde lid» vervangen door «O 40, derde lid».

BB

Artikel P 20a wordt vernummerd tot artikel P 20b en komt te luiden:

  • 1. Het centraal stembureau controleert de met de programmatuur gegenereerde uitkomst van de stemming aan de hand van een door de Kiesraad op te stellen controleprotocol. Indien het centraal stembureau tot het oordeel komt dat de programmatuur niet betrouwbaar heeft gefunctioneerd en het gebrek na onderzoek niet hersteld kan worden, laat het de met de programmatuur gegenereerde uitkomst buiten beschouwing. Indien het de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, de provinciale staten of het algemeen bestuur betreft, stelt het centraal stembureau de Kiesraad onverwijld van dit oordeel in kennis.

  • 2. De Kiesraad maakt het controleprotocol, bedoeld in het eerste lid, voor een verkiezing uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling in de Staatscourant bekend.

CC

Na artikel P 20 wordt een artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel P 20a

  • 1. Het centraal stembureau voert onder vermelding van de naam van de kieskring in ieder geval de volgende gegevens uit het proces-verbaal van het hoofdstembureau in de programmatuur in:

    • a. het aantal geldige stempassen;

    • b. het aantal geldige kiezerspassen;

    • c. het aantal geldige volmachtsbewijzen;

    • d. het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten, zijnde de som van de aantallen onder a tot en met c;

    • e. het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;

    • f. per lijst de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder e;

    • g. het aantal blanco stemmen;

    • h. het aantal ongeldige stemmen;

    • i. het aantal stemmen dat is geteld, zijnde de som van de aantallen onder e, g en h;

    • j. het aantal kiesgerechtigden.

  • 2. Het centraal stembureau leest tevens de digitale bestanden, bedoeld in artikel O 10, tweede lid, in de programmatuur in.

DD

Artikel P 23, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het centraal stembureau maakt tevens het met de programmatuur gegenereerde digitale bestand op een algemeen toegankelijk wijze elektronisch openbaar.

EE

Na artikel Ya 3a wordt een artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel Ya 3b

  • 1. In afwijking van artikel Ea 7, eerste lid, stellen de Kiesraad en het bestuurscollege in onderling overleg vast of het stembureau van het openbaar lichaam en het centraal stembureau bij de vaststelling, bedoeld in de artikelen Na 26a en P 20a, gebruik maken van de door de Kiesraad ter beschikking te stellen uitslagprogrammatuur.

  • 2. Indien het stembureau van het openbaar lichaam en het centraal stembureau bij de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, geen gebruik maken van de uitslagprogrammatuur, zijn hoofdstuk Ea en de artikelen uit de hoofdstukken O en P die zien op het gebruik van de uitslagprogrammatuur niet van toepassing.

FF

Na artikel Ya 17 wordt een artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel Ya 18

De gezaghebber brengt zo spoedig mogelijk nadat over de toelating van de gekozenen is beslist een afschrift van het proces-verbaal van het stembureau van het openbaar lichaam, bedoeld in artikel Na 31, en een afschrift van het proces-verbaal van het centraal stembureau, bedoeld in artikel P 22, langs elektronische weg over aan de Kiesraad, dan wel, indien het stembureau van het openbaar lichaam of het centraal stembureau programmatuur heeft gebruikt, de digitale bestanden.

GG

Na artikel Z 2 wordt een artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel Z 2a

Degene die opzettelijk en wederrechtelijk de uitslagprogrammatuur binnendringt, beschadigt of de betrouwbare werking ervan beïnvloedt wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vierde categorie.

ARTIKEL II

Indien toepassing is gegeven aan artikel VIIIA zoals voorzien in het bij koninklijke boodschap van 10 juni 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet in verband met de aanpassing van de procedure voor de vaststelling van verkiezingsuitslagen alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet, de Waterschapswet, de Mediawet 2008 en de Mediawet BES (Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen) (35 489), brengt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de plaatsing van deze wet in het Staatsblad de in deze wet voorkomende aanhalingen van artikelen, paragrafen, hoofdstukken en titels met de nieuwe nummering in overeenstemming.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Wet programmatuur verkiezingsuitslagen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven