36 142 Parlementaire Enquête corona

Nr. 6 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 26 juni 2024

Het Presidium legt hierbij aan u voor het verzoek van de parlementaire enquêtecommissie Corona bij brief van 14 juni 2024 om de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) te vragen om een verkennend onderzoek te verrichten. In artikel 112, tweede lid, van de Wiv 2017 is vastgelegd dat beide kamers der Staten-Generaal een verzoek kunnen doen tot het verrichten van een onderzoek.

Het Presidium stelt u voor in te stemmen met het bijgevoegde verzoek van de enquêtecommissie en dit door te geleiden aan de CTIVD.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Martin Bosma

BIJLAGE BRIEF VAN DE PARLEMENTAIRE ENQUÊTECOMMISSIE CORONA

Aan het Presidium

Den Haag, 14 juni 2024

Op 14 mei 2024 heeft de Tweede Kamer de onderzoeksopdracht vastgesteld voor de enquêtecommissie (Kamerstuk 36 142, nr. 5). Een van de thema’s van de onderzoekopdracht is de omgang met critici van het coronabeleid. In dat kader is in de onderzoeksopdracht de mogelijkheid opgenomen dat de enquêtecommissie een voorstel voor de Tweede Kamer uitwerkt, waarmee de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) wordt verzocht onderzoek uit te voeren naar het handelen van inlichtingen- en veiligheidsdiensten gericht op critici van het coronabeleid.

De enquêtecommissie ziet aanleiding om gebruik te maken van deze mogelijkheid. Uit openbare publicaties van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten blijkt dat zij tijdens de coronacrisis aandacht hebben besteed aan protest tegen coronamaatregelen en daaraan gerelateerde radicalisering en extremisme.

Daarnaast heeft de Tweede Kamer eerder verzocht onderzoek te laten uitvoeren naar het optreden van het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) van Defensie.1 De daaruit resulterende commissie Brouwer concludeert in haar rapport dat voor de trendanalyses door het LIMC van gebeurtenissen rondom COVID-19 de benodigde rechtsbasis (de juridische grondslag) ontbrak en daarmee onrechtmatig was.2

Gelet op het voorgaande acht de enquêtecommissie het wenselijk te laten onderzoeken of het optreden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten met betrekking tot coronacritici rechtmatig is geweest. De CTIVD is voor dergelijk onderzoek de aangewezen partij, vanwege haar wettelijke bevoegdheden, die voor wat betreft inlichtingen- en veiligheidsdiensten verder strekken dan de bevoegdheden van de enquêtecommissie.

De enquêtecommissie stelt de Tweede Kamer voor ermee in te stemmen het volgende verzoek door te geleiden naar de CTIVD:

De Tweede Kamer verzoekt de CTIVD te verkennen of er aanleiding is om onderzoek te doen naar het handelen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten gericht op critici van en protest tegen het coronabeleid. Indien de verkenning daartoe aanleiding geeft, verzoekt de Tweede Kamer de CTIVD een onderzoek te doen. Centraal in dit onderzoek staat de inzet van bevoegdheden door de diensten en de vraag of deze inzet rechtmatig is geweest. Onder rechtmatig vallen normen als gerichtheid, noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit van de inzet. Onderdeel van deze toets is tevens de vraag of inbreuken op fundamentele rechten in verhouding staan tot de dreiging voor de nationale veiligheid.

De Tweede Kamer verzoekt de CTIVD zoveel als mogelijk openbaar te rapporteren over de uitkomsten van de verkenning en het mogelijke onderzoek.

De voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie corona, De Kort

De griffier van de parlementaire enquêtecommissie corona, Rijkers


X Noot
1

Motie Belhaj c.s. van 26 mei 2021, Kamerstuk 32 761, nr. 186.

X Noot
2

Zie Kamerstuk 32 761, nr. 258.

Naar boven