1. Inleiding
De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden wensen de regering hierover
de volgende vragen te stellen.
2. Vragen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de fractie van de PVV constateren dat uit de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer
blijkt dat per jaar circa 4,5 miljard euro aan motorrijtuigenbelasting wordt betaald
en dat hiervan circa 3,2 miljard euro wordt besteed aan de aanleg en het onderhoud
van wegen.2
De leden van de PVV-fractie vragen de regering om de redenen aan te geven waarom niet
het volledige bedrag aan ontvangen motorrijtuigenbelasting wordt besteed aan de aanleg
en het onderhoud van wegen. Daarnaast vragen deze leden waaraan het resterende bedrag
van 1,3 miljard euro dan wordt besteed. Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd
antwoord.
Verder vragen de leden van de fractie van de PVV de regering om de Kamer een overzicht
te doen toekomen waaruit voor elk jaar vanaf het jaar 2017 staat aangegeven welk bedrag
aan motorrijtuigenbelasting is ontvangen en welk bedrag daarvan daadwerkelijk is besteed
aan de aanleg en het onderhoud van wegen en waaraan het alsdan resterende bedrag precies
is besteed. Graag ontvangen deze leden een goed gemotiveerd en gedetailleerd antwoord
van de regering.
Kan de regering aan de leden van de PVV-fractie aangeven, voor elk jaar vanaf het
jaar 2017, of er projecten zijn of waren die vallen of vielen onder de verantwoordelijkheid
van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en die net als het voorliggende
systeem een negatieve balans hebben of hadden tussen kosten en opbrengsten? Deze leden
wijzen erop dat de kosten voor het voorliggende systeem circa 300 miljoen euro bedragen
en dat de opbrengsten daarvan tussen de 100–150 miljoen euro bedragen.
De leden van de fractie van de PVV vragen de regering wat zij heeft ondernomen – in
de breedste zin van het woord – om in de toekomst te voorkomen dat bij projecten,
daaronder ook systemen begrepen, de kosten veel hoger uitvallen dan de opbrengsten,
zoals het geval is bij het voorliggend systeem. Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd
antwoord.
Tot slot vragen de fractieleden van de PVV de regering om inzichtelijk te maken op
welke wijze de lastendruk zich vanaf het jaar 2017 heeft ontwikkeld voor de gemiddelde
automobilist ten opzichte van de gemiddelde gebruiker van het openbaar vervoer. Graag
ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord met zoveel mogelijk details.
De vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving ziet met belangstelling
uit naar de memorie van antwoord en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Meijer
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Dragstra