36 137 Wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 in verband met de Wet implementatie EETS-richtlijn en enkele technische aanpassingen

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING1

Vastgesteld 6 maart 2023

1. Inleiding

De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden wensen de regering hierover de volgende vragen te stellen.

2. Vragen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de fractie van de PVV constateren dat uit de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer blijkt dat per jaar circa 4,5 miljard euro aan motorrijtuigenbelasting wordt betaald en dat hiervan circa 3,2 miljard euro wordt besteed aan de aanleg en het onderhoud van wegen.2

De leden van de PVV-fractie vragen de regering om de redenen aan te geven waarom niet het volledige bedrag aan ontvangen motorrijtuigenbelasting wordt besteed aan de aanleg en het onderhoud van wegen. Daarnaast vragen deze leden waaraan het resterende bedrag van 1,3 miljard euro dan wordt besteed. Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord.

Verder vragen de leden van de fractie van de PVV de regering om de Kamer een overzicht te doen toekomen waaruit voor elk jaar vanaf het jaar 2017 staat aangegeven welk bedrag aan motorrijtuigenbelasting is ontvangen en welk bedrag daarvan daadwerkelijk is besteed aan de aanleg en het onderhoud van wegen en waaraan het alsdan resterende bedrag precies is besteed. Graag ontvangen deze leden een goed gemotiveerd en gedetailleerd antwoord van de regering.

Kan de regering aan de leden van de PVV-fractie aangeven, voor elk jaar vanaf het jaar 2017, of er projecten zijn of waren die vallen of vielen onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en die net als het voorliggende systeem een negatieve balans hebben of hadden tussen kosten en opbrengsten? Deze leden wijzen erop dat de kosten voor het voorliggende systeem circa 300 miljoen euro bedragen en dat de opbrengsten daarvan tussen de 100–150 miljoen euro bedragen.

De leden van de fractie van de PVV vragen de regering wat zij heeft ondernomen – in de breedste zin van het woord – om in de toekomst te voorkomen dat bij projecten, daaronder ook systemen begrepen, de kosten veel hoger uitvallen dan de opbrengsten, zoals het geval is bij het voorliggend systeem. Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord.

Tot slot vragen de fractieleden van de PVV de regering om inzichtelijk te maken op welke wijze de lastendruk zich vanaf het jaar 2017 heeft ontwikkeld voor de gemiddelde automobilist ten opzichte van de gemiddelde gebruiker van het openbaar vervoer. Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord met zoveel mogelijk details.

De vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving ziet met belangstelling uit naar de memorie van antwoord en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Meijer

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Dragstra


X Noot
1

Samenstelling:

Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Arbouw (VVD), Bezaan (PVV), Fiers (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Janssen (SP), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Meijer (VVD) (voorzitter), Moonen (D66), Nicolaï (PvdD), Prins (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), vacant (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA) (ondervoorzitter).

X Noot
2

Handelingen II 2022/23, nr. 42, item 8, p. 2.

Naar boven