Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 36120-XVII nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 36120-XVII nr. 2 |
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,E.N.A.J. Schreinemacher
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2022 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met een toelichting op de substantiële verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel (tabel 1) conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 233 miljoen en een verhoging van de geraamde ontvangsten met EUR 1,7 miljoen.
Bij het coalitieakkoord Rutte IV is het budget voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) verhoogd met EUR 300 miljoen in 2022 t/m 2024 en vanaf 2025 met structureel EUR 500 miljoen. In dit wetvoorstel worden deze coalitieakkoordmiddelen, minus de aanvulling op de asieltoerekening voor eerstejaarsopvang, toegevoegd aan de BHOS-begroting.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.
Artikelnummer | Uitgaven 2022 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2022 | 3 265 762 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Klimaat | 2.3 | 30 555 |
2) Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids | 3.1 | 50 000 |
3) Humanitaire hulp | 4.1 | 81 762 |
4) Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 4.2 | 57 000 |
Overige mutaties | 13 782 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 3 498 861 |
Toelichting
1) Klimaat
De ophoging van het klimaatbudget betreft enerzijds een positieve bijstelling als gevolg van een meerjarige aanvulling vanuit het verdeelartikel 5.4 in 2023 met EUR 45 miljoen, in 2024 met EUR 44 miljoen en in 2025 en 2026 met EUR 38 miljoen. En daarnaast is vanuit de toegekende middelen van het coalitieakkoord Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8), budget toegekend aan klimaat (EUR 30 miljoen per jaar voor 2022 t/m 2024 en EUR 130 miljoen per jaar vanaf 2025).
2) SRGR
De ophoging van het uitgavenbudget van artikelonderdeel 3.1 betreft de toegekende middelen uit het coalitieakkoord Rutte IV (EUR 50 miljoen per jaar) voor de COVID-bestrijding via de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en het versterken van primaire gezondheidssystemen en inzet op SRGR.
3) Humanitaire hulp
De verhoging is gerelateerd aan de crisis in Oekraïne en betreffen uitgaven voor de eerste opvang in de regio van vluchtelingen uit Oekraïne (EUR 20 miljoen), de Giro 555 bijdrage voor de samenwerkende hulporganisaties voor de oorlog in Oekraïne (EUR 15 miljoen) en ten behoeve van de wereldwijde impact van de crisis door toegenomen voedselonzekerheid elders in de wereld (EUR 46,7 miljoen). De laatste twee verhogingen zijn gedaan vanuit het verdeelartikel 5.4. Verder is ten behoeve van opvang in de regio van vluchtelingen uit Oekraïne het budget eenmalig verhoogd met EUR 20 miljoen. Deze uitgaven zijn onderdeel van de toegekende middelen uit het coalitieakkoord Rutte IV voor opvang in de regio.
4) Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
De verhoging betreft de toegekende coalitieakkoordmiddelen uit het coalitieakkoord Rutte IV voor de opvang en bescherming in de regio (EUR 70 miljoen, waarvan EUR 20 miljoen voor humanitaire hulp in verband met eerste opvang van vluchtelingen). Daarnaast is onder andere het budget extra opgehoogd met EUR 10 miljoen voor opvang van vluchtelingen uit Oekraïne in Moldavië vanuit het verdeelartikel 5.4.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 575 216 | 0 | 575 216 | 49 103 | 624 319 | 537 | 30 | 22 | ‒ 213 | |
waarvan garantieverplichtingen | 100 000 | 0 | 100 000 | 0 | 100 000 | |||||
waarvan overige verplichtingen | 475 216 | 0 | 475 216 | 49 103 | 524 319 | |||||
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 550 199 | 0 | 550 199 | 5 147 | 555 346 | 487 | 487 | 487 | 1 987 | |
waarvan juridisch verplicht | 90% | 91% | ||||||||
1.1 | Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO | 31 525 | 0 | 31 525 | ‒ 113 | 31 412 | ‒ 13 | ‒ 13 | ‒ 13 | ‒ 13 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 13 575 | 0 | 13 575 | 0 | 13 575 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 2 611 | 0 | 2 611 | ‒ 100 | 2 511 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 2 294 | 0 | 2 294 | ‒ 13 | 2 281 | ‒ 13 | ‒ 13 | ‒ 13 | ‒ 13 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 1 850 | 0 | 1 850 | 0 | 1 850 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) | 5 195 | 0 | 5 195 | 0 | 5 195 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.2 | Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 86 665 | 0 | 86 665 | 6 760 | 93 425 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 10 000 | 0 | 10 000 | 200 | 10 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterking concurrentiepositie Nederland | 6 502 | 0 | 6 502 | 0 | 6 502 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Invest Internationaal | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 4 499 | 0 | 4 499 | 0 | 4 499 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Garanties | ||||||||||
Dutch Trade and Investment Fund | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 11 566 | 0 | 11 566 | 0 | 11 566 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Dutch Trade and Investment Fund | 450 | 0 | 450 | 0 | 450 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Wereldtentoonstelling Dubaï | 0 | 0 | 0 | 3 500 | 3 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 43 148 | 0 | 43 148 | 3 060 | 46 208 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | |
1.3 | Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 432 009 | 0 | 432 009 | ‒ 1 500 | 430 509 | ‒ 1 500 | ‒ 1 500 | ‒ 1 500 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 8 450 | 0 | 8 450 | 0 | 8 450 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Economic governance and institutions | 26 400 | 0 | 26 400 | ‒ 1 500 | 24 900 | ‒ 1 500 | ‒ 1 500 | ‒ 1 500 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 36 810 | 0 | 36 810 | ‒ 2 896 | 33 914 | ‒ 3 730 | ‒ 2 500 | ‒ 1 500 | ‒ 1 000 | |
Infrastructuurontwikkeling | 36 500 | 0 | 36 500 | ‒ 3 100 | 33 400 | ‒ 1 700 | ‒ 1 800 | 0 | 0 | |
Duurzame productie en handel | 39 700 | 0 | 39 700 | 0 | 39 700 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nexus onderwijs en werk | 0 | 0 | 0 | 12 350 | 12 350 | 9 450 | 7 579 | 7 522 | 7 000 | |
Lokale private sector ontwikkeling | 0 | 0 | 0 | 1 470 | 1 470 | 1 040 | 580 | 500 | 0 | |
Leningen | ||||||||||
Infrastructuurontwikkeling | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 34 000 | 0 | 34 000 | 0 | 34 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Garanties | ||||||||||
Financiële sector ontwikkeling | 1 000 | 0 | 1 000 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | ||||||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Economic governance and institutions | 18 000 | 0 | 18 000 | 0 | 18 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 4 000 | 0 | 4 000 | 0 | 4 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Infrastructuurontwikkeling | 750 | 0 | 750 | 0 | 750 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 19 305 | 0 | 19 305 | 0 | 19 305 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 34 000 | 0 | 34 000 | 0 | 34 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
International Labour Organisation | 5 700 | 0 | 5 700 | 0 | 5 700 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lokale private sector ontwikkeling | 29 794 | 0 | 29 794 | 1 426 | 31 220 | 2 690 | 1 920 | 1 000 | 1 000 | |
Marktontwikkeling en markttoegang | 8 500 | 0 | 8 500 | 0 | 8 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Partnershipprogramma ILO | 5 500 | 0 | 5 500 | 0 | 5 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Economic governance and institutions | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Financiële sector ontwikkeling | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Infrastructuurontwikkeling | 57 000 | 0 | 57 000 | 0 | 57 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
(Jeugd)werkgelegenheid | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nexus onderwijs en werk | 22 600 | 0 | 22 600 | ‒ 9 250 | 13 350 | ‒ 7 750 | ‒ 5 779 | ‒ 7 522 | ‒ 7 000 | |
Ontvangsten | 6 264 | 0 | 6 264 | 0 | 6 264 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.10 | Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 3 264 | 0 | 3 264 | 0 | 3 264 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.30 | Ontvangsten DGGF | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 1 neemt in 2022 toe vanwege het aangaan van nieuwe committeringen voor onder andere het Health Innovation Fund, Programma Uitgezonden Managers (PUM-DECP) en Private Infrastructure Development Group (PIDG). In 2023 e.v. neemt het verplichtingenbudget af. De toename in 2022 is in lijn met het uitgavenbudget voor de komende jaren.
Uitgaven
Technische mutaties
BZ werkt in Rijksbreed kader aan een betere aansluiting tussen de financiële systemen enerzijds en de begrotingstabellen anderzijds om zo in het kader van ‘verantwoord begroten’ de financiële inzet op instrumentniveau te presenteren. Dat leidt binnen artikelonderdeel 1.3 tot aanpassingen op instrument- en detailniveau voor de gedecentraliseerde budgetten Nexus onderwijs en werk.
Artikelonderdeel 1.2
Het uitgavenbudget voor artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie neemt per saldo toe doordat de wereldtentoonstelling Expo 2020 Dubai met een jaar is uitgesteld als gevolg van de huidige COVID-pandemie, wat extra kosten met zich meebrengt. De Nederlandse deelname stond in het teken van Uniting Water, Energy and Food. Verder is de bijdrage aan RVO verhoogd ter compensatie van prijsstijgingen.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 636 000 | 0 | 636 000 | 309 040 | 945 040 | 59 730 | 45 500 | 118 000 | 81 500 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 776 880 | 0 | 776 880 | 29 555 | 806 435 | 74 445 | 73 445 | 167 515 | 168 000 | |
waarvan juridisch verplicht | 95% | 91% | ||||||||
2.1 | Voedselzekerheid | 328 672 | 0 | 328 672 | 0 | 328 672 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 20 000 | 0 | 20 000 | ‒ 2 000 | 18 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 38 000 | 0 | 38 000 | ‒ 22 500 | 15 500 | ‒ 22 500 | ‒ 22 500 | ‒ 22 500 | ‒ 22 500 | |
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 3 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitbannen huidige honger en voeding | 25 327 | 0 | 25 327 | 0 | 25 327 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Voedselzekerheid | 0 | 0 | 0 | 62 396 | 62 396 | 47 572 | 40 560 | 35 865 | 33 990 | |
Opdrachten | ||||||||||
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 33 000 | 0 | 33 000 | ‒ 12 000 | 21 000 | ‒ 12 450 | ‒ 11 970 | ‒ 10 500 | ‒ 9 500 | |
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Voedselzekerheid | 0 | 0 | 0 | 2 200 | 2 200 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 4 245 | 0 | 4 245 | ‒ 350 | 3 895 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Voedselzekerheid | 147 650 | 0 | 147 650 | ‒ 48 796 | 98 854 | ‒ 36 122 | ‒ 28 590 | ‒ 25 365 | ‒ 24 490 | |
Realiseren Ecologische Houdbare Voedselsystemen | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 18 450 | 0 | 18 450 | 21 050 | 39 500 | 22 500 | 22 500 | 22 500 | 22 500 | |
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 20 000 | 0 | 20 000 | 0 | 20 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitbannen huidige honger en voeding | 4 000 | 0 | 4 000 | 0 | 4 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.2 | Water | 188 619 | 0 | 188 619 | ‒ 1 000 | 187 619 | ‒ 1 000 | ‒ 1 000 | ‒ 700 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Waterbeheer | 17 045 | 0 | 17 045 | 10 809 | 27 854 | 8 250 | 4 621 | 2 750 | 2 000 | |
Drinkwater en sanitatie | 24 429 | 0 | 24 429 | ‒ 3 255 | 21 174 | 273 | ‒ 3 500 | ‒ 3 200 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Waterbeheer | 0 | 0 | 0 | 7 391 | 7 391 | 5 927 | 4 029 | 3 000 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Waterbeheer | 95 050 | 0 | 95 050 | ‒ 17 770 | 77 280 | ‒ 14 750 | ‒ 6 150 | ‒ 3 250 | ‒ 2 000 | |
Drinkwater en sanitatie | 50 095 | 0 | 50 095 | 1 825 | 51 920 | ‒ 700 | 0 | 0 | 0 | |
2.3 | Klimaat | 259 589 | 0 | 259 589 | 30 555 | 290 144 | 75 445 | 74 445 | 168 215 | 168 000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Klimaat algemeen | 32 400 | 0 | 32 400 | 1 750 | 34 150 | 1 100 | 400 | 0 | 0 | |
Hernieuwbare energie | 35 000 | 0 | 35 000 | ‒ 9 000 | 26 000 | ‒ 9 000 | ‒ 9 000 | ‒ 9 000 | ‒ 9 000 | |
Dutch Fund for Climate and Development | 40 000 | 0 | 40 000 | 0 | 40 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 3 000 | 0 | 3 000 | 320 | 3 320 | 400 | 400 | 400 | 400 | |
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Contributie IZA/IZT | 357 | 0 | 357 | 0 | 357 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Klimaatprogramma's (non-ODA) | 1 150 | 0 | 1 150 | 555 | 1 705 | 445 | 445 | 215 | 0 | |
Klimaat algemeen | 123 540 | 0 | 123 540 | 27 930 | 151 470 | 73 500 | 73 200 | 167 600 | 167 600 | |
Hernieuwbare energie | 17 000 | 0 | 17 000 | 9 000 | 26 000 | 9 000 | 9 000 | 9 000 | 9 000 | |
UNEP | 7 142 | 0 | 7 142 | 0 | 7 142 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 2 neemt toe vanaf 2022. Dit is in lijn met de verhoging van het uitgavenbudget. Dit is mede mogelijk vanwege de middelen uit het coalitieakkoord Rutte IV die zijn toegekend aan klimaat. Mede daarmee kan gevolg worden gegeven aan de collectieve internationale toezegging om USD 100 miljard per jaar voor klimaatactie in OS-landen beschikbaar te stellen. In 2022 wordt voorts op klimaat non-ODA in 2022 een nieuwe committering aangegaan voor het RVO-programma Klimaat- en Energiediplomatie en een additionele bijdrage gedaan aan de organisatie IRENA. Ook wordt op het thema klimaat een nieuwe verplichting aangegaan op het gebied van hernieuwbare energie in de Sahel en Noord-Afrika.
Op het gebied van de thema’s voedselzekerheid en water worden er voorts in diverse landen verplichtingen aangegaan vanuit het decentrale budget, waaronder in Benin voor een programma van SNV gericht op versterking van voedselzekerheid en agrarische productiviteit in het noorden van dit land, met een focus op klimaatbestendige landbouw en duurzame oogsten. Op het gebied van waterbeheer speelt dit voor diverse verplichtingen waaronder in Bangladesh (UNICEF t.b.v. Rohingya’s), in Egypte (o.a. met de FAO gericht op climate smart agriculture irrigation), in Burkina Faso (een identificatiemissie) en voor programma's in Mali en Niger. Daarnaast worden er ook nieuwe verplichtingen aangegaan op het gebied van integraal waterbeheer voor programma's zoals o.a.: de waterconferentie 2023, het Global Water Security Partnership met de Wereldbank en een bijdrage aan de OMVS (Organisation pour la mise en valeur du fleuve Sénégal).
Uitgaven
Technische mutaties
BZ werkt in Rijksbreed kader aan een betere aansluiting tussen de financiële systemen enerzijds en de begrotingstabellen anderzijds om zo in het kader van ‘verantwoord begroten’ de financiële inzet op instrumentniveau te presenteren. Dat leidt binnen artikelonderdelen 2.1 en 2.2 tot aanpassingen op instrument- en detailniveau voor de gedecentraliseerde budgetten voedselzekerheid en waterbeheer.
Artikelonderdeel 2.2
Het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 2.2 neemt meerjarig af als gevolg van een meerjarige budgetoverheveling naar artikelonderdeel 4.3 Veiligheid en Rechtsstaatontwikkeling bedoeld als bijdrage aan het multi-thematische programma van VNG-International.
Artikelonderdeel 2.3
Het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 2.3 klimaat neemt meerjarig toe. Het budget is meerjarig aangevuld vanuit het verdeelartikel 5.4 in 2023 met EUR 45 miljoen, in 2024 met EUR 44 miljoen en in 2025 en 2026 met EUR 38 miljoen. Daarnaast is vanuit de toegekende middelen van het coalitieakkoord Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8), budget toegekend aan klimaat (EUR 30 miljoen per jaar voor 2022 t/m 2024 en EUR 130 miljoen per jaar vanaf 2025). Hiermee draagt Nederland bij aan de collectieve internationale toezegging om USD 100 miljard per jaar beschikbaar te maken voor klimaatactie in OS-landen. Hiermee dragen we extra bij aan groene-investeringen in Afrika, het tegengaan van ontbossing, versterking van de klimaatweerbaarheid van de meest kwetsbaren en aan multilaterale klimaatfondsen zoals de Global Environment Facility (GEF). Daarnaast wordt er in 2022 op Klimaat non-ODA een nieuwe meerjarige committering aangegaan voor een RVO-programma Klimaat- en Energiediplomatie en wordt een additionele bijdrage gedaan aan de organisatie IRENA.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 956 568 | 7 500 | 964 068 | ‒ 4 665 | 959 403 | 111 572 | ‒ 51 878 | 11 162 | 43 087 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 847 956 | 7 500 | 855 456 | 50 000 | 905 456 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | |
waarvan juridisch verplicht | 95% | 86% | ||||||||
3.1 | Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids | 529 119 | 0 | 529 119 | 50 000 | 579 119 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
SRGR en hiv/aids | 104 343 | 0 | 104 343 | 51 797 | 156 140 | 68 853 | 61 938 | 58 747 | 55 067 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 0 | 0 | 0 | 52 000 | 52 000 | 52 000 | 52 000 | 52 000 | 52 000 | |
Opdrachten | ||||||||||
SRGR en hiv/aids | 22 000 | 0 | 22 000 | ‒ 7 000 | 15 000 | 10 825 | 10 825 | 10 975 | 10 825 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 100 | 0 | 100 | 300 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
WHO/PAHO | 6 713 | 0 | 6 713 | 0 | 6 713 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
SRGR en hiv/aids | 171 950 | 0 | 171 950 | 21 241 | 193 191 | ‒ 20 881 | ‒ 13 966 | ‒ 10 925 | ‒ 7 095 | |
UNFPA | 75 000 | 0 | 75 000 | 0 | 75 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNAIDS | 20 000 | 0 | 20 000 | 0 | 20 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Partnershipprogramma WHO | 12 013 | 0 | 12 013 | 3 203 | 15 216 | 3 203 | 3 203 | 3 203 | 3 203 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 52 000 | 0 | 52 000 | ‒ 52 000 | 0 | ‒ 52 000 | ‒ 52 000 | ‒ 52 000 | ‒ 52 000 | |
UNICEF | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 9 000 | ‒ 12 000 | ‒ 12 000 | ‒ 12 000 | ‒ 12 000 | |
Vrouwenrechten en keuzevrijheid | 56 000 | 0 | 56 000 | ‒ 19 541 | 36 459 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.2 | Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 51 643 | 0 | 51 643 | 0 | 51 643 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Vrouwenrechten | 36 243 | 0 | 36 243 | 669 | 36 912 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Vrouwenrechten | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Vrouwenrechten | 8 400 | 0 | 8 400 | ‒ 669 | 7 731 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNWOMEN | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 6 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.3 | Maatschappelijk middenveld | 197 644 | 7 500 | 205 144 | 0 | 205 144 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Twinningsfaciliteit Suriname | 700 | 0 | 700 | 260 | 960 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterking maatschappelijk middenveld | 184 361 | 7 500 | 191 861 | ‒ 9 059 | 182 802 | ‒ 3 733 | ‒ 2 837 | ‒ 3 637 | ‒ 2 887 | |
Opdrachten | ||||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 4 000 | 0 | 4 000 | 6 000 | 10 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | |
Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds | 0 | 0 | 0 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 8 583 | 0 | 8 583 | 1 799 | 10 382 | 733 | ‒ 163 | 637 | ‒ 113 | |
3.4 | Onderwijs | 69 550 | 0 | 69 550 | 0 | 69 550 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Onderzoeksprogramma's | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 1 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Onderwijs | 0 | 0 | 0 | 200 | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Hoger Onderwijs | 48 251 | 0 | 48 251 | 0 | 48 251 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Onderwijs | 9 799 | 0 | 9 799 | ‒ 200 | 9 599 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Global partnership for education | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor SRGR wordt verhoogd met EUR 150 miljoen waarvan de belangrijkste mutaties zijn: het budget voor de posten wordt per saldo verhoogd met EUR 73 miljoen voor het aangaan van meerjarige verplichtingen in o.a. Niger (EUR 30 miljoen), Zuidelijk Afrika (EUR 25 miljoen) en Benin (EUR 23,6 miljoen). Daarnaast wordt het verplichtingenbudget verhoogd voor UNAIDS (EUR 20 miljoen omdat voor vier jaar i.p.v. voor drie jaar wordt gecommitteerd) en voor WHO (EUR 20 miljoen i.v.m. verhoging van de jaarlijkse bijdrage met EUR 5 miljoen per jaar). Tenslotte wordt het verplichtingenbudget verhoogd voor de toegekende middelen uit het coalitieakkoord (EUR 50 miljoen) die ingezet zullen worden voor COVID-bestrijding via de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en het versterken van gezondheidssystemen en SRGR.
Het verplichtingenbudget voor Maatschappelijk middenveld wordt verlaagd omdat meerjarige programma’s al in 2020 en 2021 zijn verplicht.
Het verplichtingenbudget voor Onderwijs wordt verlaagd omdat de huidige fase van het Orange Knowledge Programme is verlengd en de nieuwe fase niet in 2022 maar in 2023 wordt gecommitteerd.
Uitgaven
Technische mutaties
BZ werkt in Rijksbreed kader aan een betere aansluiting tussen de financiële systemen enerzijds en de begrotingstabellen anderzijds om zo in het kader van ‘verantwoord begroten’ de financiële inzet op instrumentniveau te presenteren. Dat leidt binnen artikelonderdelen 3.1 en 3.3 tot aanpassingen op instrument- en detailniveau voor de gedecentraliseerde budgetten SRGR en Versterking maatschappelijk middenveld.
Artikelonderdeel 3.1
Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 3.1 is meerjarig verhoogd. Deze verhoging betreft de toegekende intensiveringsmiddelen uit het coalitieakkoord Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8). Deze intensiveringsmiddelen (EUR 50 miljoen per jaar) zullen worden besteed aan de COVID-bestrijding via de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en het versterken van wereldwijde gezondheidssystemen en SRGR.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 1 000 214 | ‒ 7 500 | 992 714 | 471 362 | 1 464 076 | 55 600 | ‒ 116 000 | 306 000 | 83 000 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 815 152 | ‒ 7 500 | 807 652 | 144 262 | 951 914 | 72 500 | 72 500 | 122 200 | 120 000 | |
waarvan juridisch verplicht | 86% | 90% | ||||||||
4.1 | Humanitaire hulp | 438 017 | ‒ 7 500 | 430 517 | 81 762 | 512 279 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Noodhulpprogramma's | 107 000 | 0 | 107 000 | 0 | 107 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Noodhulpprogramma's | 248 000 | ‒ 7 500 | 240 500 | 73 762 | 314 262 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Noodhulpprogramma's non-ODA | 1 017 | 0 | 1 017 | 0 | 1 017 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNHCR | 33 000 | 0 | 33 000 | 0 | 33 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNRWA | 13 000 | 0 | 13 000 | 0 | 13 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Wereldvoedselprogramma | 36 000 | 0 | 36 000 | 8 000 | 44 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.2 | Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 162 000 | 0 | 162 000 | 57 000 | 219 000 | 67 000 | 67 000 | 117 000 | 120 000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Opvang in de regio | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 5 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Opvang in de regio | 123 000 | 0 | 123 000 | 57 000 | 180 000 | 67 000 | 67 000 | 117 000 | 120 000 | |
Migratie en ontwikkeling | 34 000 | 0 | 34 000 | 0 | 34 000 | |||||
4.3 | Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 215 135 | 0 | 215 135 | 5 500 | 220 635 | 5 500 | 5 500 | 5 200 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Legitieme stabiliteit | 7 000 | 0 | 7 000 | 0 | 7 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inclusieve vredes- en politieke processen | 8 000 | 0 | 8 000 | 5 500 | 13 500 | 5 500 | 5 500 | 5 200 | 0 | |
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Functionerende rechtsorde | 21 205 | 0 | 21 205 | 12 538 | 33 743 | 11 680 | 6 350 | 3 338 | 500 | |
Opdrachten | ||||||||||
Inclusieve vredes- en politieke processen | 0 | 0 | 0 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Legitieme stabiliteit | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Functionerende rechtsorde | 132 930 | 0 | 132 930 | ‒ 11 788 | 121 142 | ‒ 10 930 | ‒ 5 600 | ‒ 3 338 | ‒ 500 | |
Inclusieve vredes- en politieke processen | 35 000 | 0 | 35 000 | ‒ 2 250 | 32 750 | ‒ 2 250 | ‒ 2 250 | ‒ 1 500 | ‒ 1 500 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 4 neemt in 2022 met EUR 7,5 miljoen af vanwege de verwerking van het amendement van het lid Hammelburg c.s. (vergaderjaar 2021-2022, 35 925 XVII nr. 18) en neemt toe met EUR 471 miljoen. Deze toename in 2022 is toe te schrijven aan de toegekende middelen uit het coalitieakkoord Rutte IV (EUR 70 miljoen voor opvang in de regio waarvan EUR 20 miljoen voor het VN-appeal voor opvang in de regio ten behoeve van vluchtelingen Oekraïne via het beleidsartikel voor humanitaire hulp), verhogingen verband houdende met de crisis in Oekraïne (EUR 15 miljoen Giro 555 actie, EUR 10 miljoen opvang vluchtelingen Moldavië en een verhoging met EUR 47 miljoen voor humanitaire hulp toegenomen honger elders in de wereld). De resterende stijging van EUR 329,6 miljoen in 2022 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan nieuwe verplichtingenbudgetten voor noodhulp. Dit betreffen subsidies (EUR 217 miljoen) vanwege de publicatie van een nieuw meerjarig subsidiebeleidskader en bijdragen (EUR 332 miljoen) voor meerjarige committeringen voor Central Emergency Response Fund (CERF), International Committee of the Red Cross (ICRC), UNICEF en United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA). Daarnaast is er sprake van neerwaartse bijstellingen (EUR 246 miljoen) vanwege de verwachting dat al in 2021 meerjarige verplichtingen konden worden aangegaan met een aantal VN-instellingen met betrekking tot de algemene vrijwillige bijdrage. Tenslotte zijn er meerdere kleinere mutaties van per saldo circa EUR 27 miljoen.
Voor de periode 2023 tot en met 2026 worden de verplichtingenbudgetten verhoogd vanwege de toegekende coalitieakkoordmiddelen voor opvang in de regio en migratiesamenwerking (resp. EUR 70 miljoen voor 2023 en 2024 en EUR 120 miljoen voor 2025 en 2026). In aanvulling daarop zijn er de volgende grote mutaties:
In 2024 is er sprake van een neerwaartse bijstelling van het verplichtingenbudget voor Noodhulp subsidies en bijdragen vanwege de in 2022 aangegane meerjarige verplichtingen. Verder is er een opwaartse bijstelling voor Migratie en ontwikkeling van EUR 34 miljoen, budgetneutraal overgeheveld uit 2025 en 2026 voor het vervolg op het programma COMPASS.
In 2025 is het budget verhoogd voor noodhulp bijdragen en subsidies (samen per saldo EUR 48 miljoen), noodhulp UNHCR (EUR 66 miljoen, budgetneutraal overgeheveld vanuit 2027), UNRWA (EUR 13 miljoen voor nieuwe 4 jarige verplichting) en WFP (EUR 72 miljoen, budgetneutraal overgeheveld vanuit 2027). Daarnaast is er sprake van een verlaging van EUR 17 miljoen voor Migratie en ontwikkeling in 2024, welke budgetneutraal is overgeheveld naar 2024.
Uitgaven
Artikelonderdeel 4.1
Het budget voor humanitaire hulp in 2022 is met EUR 7,5 miljoen verlaagd vanwege de verwerking van het amendement van het lid Hammelburg c.s. (vergaderjaar 2021-2022, 35 925 XVII nr. 18) voor het Civic Space Fund. Aanvullend is het budget voor 2022 met EUR 81,7 miljoen verhoogd. Deze verhoging houdt verband met de oorlog in Oekraïne en betreft het volgende:
– EUR 20 miljoen voor opvang in de regio via het VN-appeal voor hulp aan vluchtelingen gedekt uit de coalitieakkoordmiddelen en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8).
– EUR 15 miljoen voor de Giro 555 actie ten behoeve van de samenwerkende hulporganisaties gedekt vanuit de reserves op het verdeelartikel 5.4
– EUR 46,7 miljoen voor toegenomen honger door voedselonzekerheid elders in de wereld, gedekt vanuit de reserves op het verdeelartikel 5.4.
– Tenslotte is binnen het budget voor noodhulp EUR 8 miljoen overgeheveld naar het budget voor WFP.
Artikelonderdeel 4.2
Het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 4.2 opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking wordt in 2022 opgehoogd met EUR 57 miljoen. Dit betreft EUR 70 miljoen uit de toegekende intensiveringsmiddelen voor opvang in de regio uit het coalitieakkoord van Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8). Hiervan is EUR 20 miljoen overgeheveld naar humanitaire hulp voor de eerste opvang van vluchtelingen uit Oekraïne via het VN-appeal. Aanvullend wordt het budget voor opvang in de regio vanuit de reserves op het verdeelartikel 5.4 opgehoogd met EUR 10 miljoen voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne in Moldavië.
De budgetten voor opvang in de regio voor de jaren 2023 tot en met 2026 worden met EUR 70 miljoen (2023 en 2024) en EUR 120 miljoen (2025 en 2026) opgehoogd vanuit toegekende intensiveringsmiddelen uit het coalitieakkoord Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4.
Tenslotte wordt vanuit artikel 4.2 (Opvang in de regio en migratiesamenwerking) voor de jaren 2022 t/m 2025 jaarlijks EUR 3 miljoen geschoven naar artikel 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling in verband met een bijdrage aan een multi-thematische programma van VNG-International.
Artikelonderdeeldeel 4.3
Vanuit artikel 1.3 Private sector ontwikkeling (2022 t/m 2025 jaarlijks EUR 1,5 miljoen), artikel 2.2 Water (2022 t/m 2024 jaarlijks EUR 1 miljoen, 2025 EUR 0,7 miljoen) en vanuit artikel 4.2 (2022 t/m 2025 jaarlijks EUR 3 miljoen) worden budgetten overgeheveld naar artikel 4.3 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling in verband met een bijdrage aan het multi-thematische programma van VNG-International. De overige mutaties op het artikelonderdeel betreffen de saldi van diverse kleinere verschuivingen tussen de instrumenten voor subsidies en bijdragen binnen het thema functionerende rechtsorde van het artikelonderdeel.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 502 542 | 502 542 | 3 400 | 505 942 | 400 | 200 | 1 400 | 2 800 | ||
waarvan garantieverplichtingen | ||||||||||
waarvan overige verplichtingen | 502 542 | 502 542 | 505 942 | |||||||
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 275 575 | 0 | 275 575 | 4 135 | 279 710 | 5 488 | 130 801 | 377 007 | 389 268 | |
waarvan juridisch verplicht | 78% | 85% | ||||||||
5.1 | Multilaterale samenwerking | 151 410 | 0 | 151 410 | 3 680 | 155 090 | 180 | 135 | 135 | 135 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNIDO | 1 950 | 0 | 1 950 | 0 | 1 950 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNDP | 28 814 | 0 | 28 814 | 0 | 28 814 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNICEF | 31 814 | 0 | 31 814 | 0 | 31 814 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Speciale multilaterale activiteiten | 4 077 | 0 | 4 077 | 0 | 4 077 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Assistent deskundigenprogramma | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 9 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationale Financiële Instellingen | 5 490 | 0 | 5 490 | 0 | 5 490 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen | 63 789 | 0 | 63 789 | 3 500 | 67 289 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken | 6 476 | 0 | 6 476 | 180 | 6 656 | 180 | 135 | 135 | 135 | |
5.2 | Overig armoedebeleid | 107 314 | 0 | 107 314 | 17 306 | 124 620 | 3 854 | 5 235 | 1 309 | ‒ 235 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 9 905 | 0 | 9 905 | ‒ 1 580 | 8 325 | 200 | 0 | 0 | 0 | |
Nationale SDG Implementatie | 0 | 0 | 0 | 650 | 650 | 650 | 650 | 650 | 650 | |
Opdrachten | ||||||||||
Nationale SDG implementatie | 0 | 0 | 0 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNESCO | 4 400 | 0 | 4 400 | 0 | 4 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse ondersteunende activiteiten | 30 041 | 0 | 30 041 | 15 806 | 45 847 | 2 287 | 4 385 | 459 | ‒ 1 085 | |
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 410 | 0 | 410 | 2 180 | 2 590 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Schuldverlichting | 62 308 | 0 | 62 308 | 0 | 62 308 | 517 | 0 | 0 | 0 | |
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking | 250 | 0 | 250 | 50 | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.4 | Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 16 851 | 0 | 16 851 | ‒ 16 851 | 0 | 1 454 | 125 431 | 375 563 | 389 368 |
Ontvangsten | 45 310 | 0 | 45 310 | 1 730 | 47 040 | 1 730 | 1 730 | 1 730 | 0 | |
5.20 | Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen | 24 134 | 0 | 24 134 | 0 | 24 134 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.21 | Ontvangsten OS | 21 176 | 0 | 21 176 | 0 | 21 176 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.22 | Koersverschillen OS | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.23 | Diverse ontvangsten non-ODA | 0 | 0 | 0 | 1 730 | 1 730 | 1 730 | 1 730 | 1 730 | 0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet wordt in 2022 verhoogd. Dit betreft hoofdzakelijk een verhoging van het verplichtingenbudget voor de nationale coördinatietaak van de Sustainable Development Goals (SDG's). Deze nationale coördinatietaak is belegd bij de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en omvat het monitoren, rapporteren en het stimuleren van de samenwerking binnen de overheid intern en tussen overheid en maatschappij.
Uitgaven
Artikelonderdeel 5.1
In 2022 is het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 5.1 Multilaterale samenwerking verhoogd. Deze verhoging is toe te schrijven aan een wijziging van het Nederlandse beleid omtrent promesses. Het kabinet heeft in overleg met De Nederlandse Bank (DNB) besloten het beleid omtrent promesses te wijzigen en geen nieuwe promesses uit te geven. Promesses zijn financiële instrumenten die dienen als garanties voor betalingen aan internationale (financiële) instellingen. De Asian Development Bank (AsDB) heeft aangegeven dat door het ontbreken van nieuwe promesses, Nederland over een kortere periode aan haar betalingsverplichting moet voldoen. In 2022 levert dat een budgettaire verhoging op van EUR 3,5 miljoen.
Artikelonderdeel 5.2
Het budget op artikelonderdeel artikel 5.2 Overig armoedebeleid is in 2022 verhoogd. Dit is vooral toe te schrijven aan een overheveling van de Verdragsmiddelen voor Suriname van het verdeelartikel 5.4. De Verdragsmiddelen zijn in 2021 niet meer tot uitputting gekomen en bij de Tweede suppletoire begroting 2021 overgeheveld naar het verdeelartikel 5.4. Deze middelen blijven, conform de uitvoering van het verdrag, de komende jaren wel beschikbaar en zijn hierdoor voor 2022 overgeheveld naar het hiervoor bestemde artikelonderdeel.
Artikelonderdeel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is met ingang van begrotingsjaar 2017 artikel 5.4 gecreëerd, het 'verdeelartikel'. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp in beginsel niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget.
Het budget van verdeelartikel 5.4 betreft een saldo van verschillende mutaties die in 2022 op nul uitkomt. In eerste instantie was er sprake van een meerjarige verhoging als gevolg van de meest recente ramingen van het Centraal Planbureau (CEP 2022) over de ontwikkeling van het BNI, en daarmee het ODA-budget. Vervolgens was er sprake van een meerjarige verlaging van het verdeelartikel door een hogere verwachte opvang van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen (naast de hogere uitgaven waarmee in het coalitieakkoord al rekening werd gehouden, zie tabel 8). Hierdoor stijgt de asieltoerekening verder met EUR 89 miljoen in 2022, EUR 113 miljoen in 2023 alsook een verhoging in de jaren daarna. Bovenop deze reguliere asieltoerekening draagt BHOS eenmalig EUR 150 miljoen bij uit het ODA-budget in 2022 voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Deze eenmalige bijdrage wordt gedekt middels een kasschuif van EUR 75 miljoen in zowel 2023 als 2024.
Inmiddels zijn de onderhandelingen over het IDA20 pakket afgerond door donoren en is de financieringshoogte en daarmee de bijdrage van Nederland aan IDA20 bepaald. De opgenomen reservering op de begroting van het Ministerie van Financiën voor de betalingsverplichtingen van IDA20 is hierdoor meerjarig met EUR 94 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit bedrag is meerjarig toegevoegd aan het verdeelartikel 5.4 op de BHOS-begroting.
Het restant van het budget op het verdeelartikel 5.4 is meerjarig herverdeeld over de verschillende beleidsartikelen, waarmee de stand op het verdeelartikel 5.4 in 2022 op nul uitkomt. Het budget op het verdeelartikel is herverdeeld over onder andere de volgende onderwerpen:
– In 2022 is in verband met de huidige oorlog in Oekraïne budget overgeheld naar beleidsartikel 4 voor een eenmalige bijdrage voor Giro555 van EUR 15 miljoen en de bijdrage van EUR 10 miljoen voor de opvang van vluchtelingen in Moldavië. Daarbij is ook EUR 46,7 miljoen overgeheveld naar beleidsartikel 4 ten behoeve van de toegenomen honger door voedselonzekerheid elders in de wereld.
– De reservering van de Verdragsmiddelen voor Suriname.
– Een aanvullende overheveling naar artikelonderdeel 2.3 klimaat in het kader van het voortzetten van de intensivering op klimaat met het oog op de internationale collectieve toezegging van USD 100 miljard per jaar voor klimaatactie in OS-landen.
– Bij het coalitieakkoord van Rutte IV is het ODA-budget verhoogd met EUR 300 miljoen en vanaf 2025 met structureel EUR 500 miljoen. Na de reservering voor de toegenomen asieltoerekening wordt het restant van de intensivering conform het coalitieakkoord ingezet op klimaat, opvang in de regio en aan COVID-bestrijding en het versterken van wereldwijde gezondheidssystemen. Wegens het meerjarige fluctuerende karakter van de intensivering uit het coalitieakkoord (door de reservering asieltoerekening) is deze reeks aangevuld met de middelen op verdeelartikel 5.4. (Zie onderstaande tabel 8.)
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
ODA intensivering Rutte IV | 300 | 300 | 300 | 500 | 500 |
Aanvullende asieltoerekening (JenV) | ‒ 154 | ‒ 177 | ‒ 213 | ‒ 220 | ‒ 221 |
Subtotaal: Restant middelen coalitieakkoord | 146 | 123 | 87 | 280 | 279 |
Aanvulling vanaf verdeelartikel 5.4 | 4 | 27 | 63 | 20 | 21 |
Totaal | 150 | 150 | 150 | 300 | 300 |
Ontvangsten
De verwachte ontvangsten op artikelonderdeel 5.23 worden vanaf 2022 t/m 2025 geraamd op EUR 1,73 miljoen door de rente-ontvangsten vanuit een achtergestelde converteerbare schuldenfaciliteit. Deze faciliteit beoogd op een innovatieve manier valutarisico’s weg te nemen voor lokale leningnemers en financiële instellingen in het kader van een versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36120-XVII-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.