Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36068 nr. E |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36068 nr. E |
Vastgesteld 12 januari 2023
De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid1, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2, en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning3 hebben kennisgenomen van de brief4 van 1 november 2022, waarmee de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nadere vragen beantwoordt over het Digitaal EU-COVID-Certificaat naar aanleiding van het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening tot wijziging van de verordening betreffende het DCC.5 De leden van de PVV-fractie hebben nog een aantal vervolgvragen.
Naar aanleiding hiervan is op 9 december 2022 een brief gestuurd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De Minister heeft op 12 januari 2023 gereageerd.
De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier voor dit verslag, Van Dooren
BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID, VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, EN VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING
Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Den Haag, 9 december 2022
De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief6 van 1 november 2022, waarmee u nadere vragen beantwoordt over het Digitaal EU-COVID-Certificaat (hierna: DCC) naar aanleiding van het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening tot wijziging van de verordening betreffende het DCC.7 De leden van de PVV-fractie hebben nog de volgende vervolgvragen.
In de beantwoording op de vraag waarom er nu van zo’n effect van bescherming tegen transmissie wordt uitgegaan en of dit een vaccinatiebewijs voor de inzet van het DCC zou legitimeren, verwijst u naar onderzoeken naar de alfavariant en de deltavariant, maar ontbreekt enige feitelijke onderbouwing ten aanzien van de omikronvariant. Er wordt slechts een «mogelijk» en «tijdelijk» beschermend effect verondersteld.8
1. Kunt u aangeven waarom deze op louter aannames gebaseerde hypothetische veronderstelling een voldoende grondslag kan vormen voor een ingrijpend middel als een vaccinatiebewijs om het DCC te legitimeren?
2. In de G20 Bali Leaders» Declaration van 15-16 november 2022 wordt onder punt 23 gesteld: «We acknowledge the importance of shared technical standards and verification methods, under the framework of the IHR (2005), to facilitate seamless international travel, interoperability, and recognizing digital solutions and non-digital solutions, including proof of vaccinations.»9
a. Kunt u aangeven of de regering dit punt van de verklaring onderschrijft?
b. Kunt u tevens, mede gelet op het onder vraag 1 gestelde, aangeven waarom wordt vastgehouden aan vaccinatiebewijzen voor internationaal reizen nu wetenschappelijk bewijs voor een beschermend effect ontbreekt?
c. Kunt u aangeven wat de concrete consequenties zijn van deze G20-verklaring voor de inzet van vaccinatiebewijzen?
De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag aan het einde van het kerstreces van de Kamer, te weten 13 januari 2023.
Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, M.M. de Boer
Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, T. Klip-Martin
Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, B.O. Dittrich
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 januari 2023
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vervolgvragen van de leden van de PVV-fractie over het Digitaal EU-COVID-Certificaat van 9 december 2022.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Antwoorden op vervolgvragen van de leden van de PVV-fractie over het Digitaal EU-COVID-Certificaat naar aanleiding van de brief van 1 november 2022 (ingezonden 9 december 2022).
In de beantwoording op de vraag waarom er nu van zo’n effect van bescherming tegen transmissie wordt uitgegaan en of dit een vaccinatiebewijs voor de inzet van het DCC zou legitimeren, verwijst u naar onderzoeken naar de alfavariant en de deltavariant, maar ontbreekt enige feitelijke onderbouwing ten aanzien van de omikronvariant. Er wordt slechts een «mogelijk» en «tijdelijk» beschermend effect verondersteld.
1. Kunt u aangeven waarom deze op louter aannames gebaseerde hypothetische veronderstelling een voldoende grondslag kan vormen voor een ingrijpend middel als een vaccinatiebewijs om het DCC te legitimeren?
Antwoord op vraag 1
De leden van de PVV-fractie vragen waarom de door hen gesuggereerde hypothetische veronderstellingen voldoende grondslag bieden voor een ingrijpend middel als een vaccinatiebewijs om het DCC te legitimeren. Ik wijs de leden van de fractie er graag op dat de aangehaalde onderzoeken over de alfavariant en de deltavariant waarnaar verwezen werd in mijn vorige brief, antwoord gaven op de door hen gestelde vraag over welk effect vaccins eerder hebben gehad op transmissie.
Zoals ik in mijn brieven van 13 juli 2022 en 1 november 2022 reeds aan de leden van de PVV-fractie heb aangegeven, heb ik gezegd dat er een mogelijk effect is op transmissie. Het DCC wordt in Nederland niet ingezet op dit moment. Nederland is op grond van de Europese DCC-verordening10 verplicht om vaccinatiebewijzen in DCC-vorm uit te geven aan personen die een bewijs wensen. De inzet van deze bewijzen, zoals het vragen van een bewijs voor inreis, is aan de lidstaten zelf. Op het moment dat de epidemiologische situatie vraagt om inzet van het DCC, zal op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten bepaald worden in welke vorm dat effectief is en of vaccinatie daar onderdeel van uitmaakt.
2. In de G20 Bali Leaders» Declaration van 15-16 november 2022 wordt onder punt 23 gesteld: «We acknowledge the importance of shared technical standards and verification methods, under the framework of the IHR (2005), to facilitate seamless international travel, interoperability, and recognizing digital solutions and non-digital solutions, including proof of vaccinations.
a. Kunt u aangeven of de regering dit punt van de verklaring onderschrijft?
b. Kunt u tevens, mede gelet op het onder vraag 1 gestelde, aangeven waarom wordt vastgehouden aan vaccinatiebewijzen voor internationaal reizen nu wetenschappelijk bewijs voor een beschermend effect ontbreekt?
c. Kunt u aangeven wat de concrete consequenties zijn van deze G20-verklaring voor de inzet van vaccinatiebewijzen?
Antwoord op vraag 2
a. Voor internationale reizen is het belangrijk dat er, waar nodig, bewijzen kunnen worden getoond van vaccinatie. Ik onderschrijf deze verklaring dan ook. Voor de eventuele introductie van een internationaal digitaal vaccinatiebewijs op de lange termijn zou eerst onderzocht moeten worden wat het doel, nut en noodzaak hiervan is.
b. Er zijn binnen Europa 30 landen aangesloten bij het EU-DCC (27 EU-landen en 3 EER-landen), daarbuiten zijn er nog eens 46 landen («derde landen») bij het EU-DCC aangesloten en 20 landen die een aanvraag hebben ingediend voor aansluiting bij het EU-DCC. Hoewel er binnen de EU en de EER momenteel geen vaccinatie-, test- of herstelbewijs wordt gevraagd bij inreis, is dit wel het geval in sommige derde landen. Om die reden is de regering van mening dat het DCC vaccinatiebewijs voor internationaal reizen op dit moment verstrekt moet blijven worden. Nederland is op grond van de Europese DCC-verordening11 op dit moment ook verplicht om vaccinatiebewijzen in DCC-vorm uit te geven aan personen die een bewijs wensen. De inzet van deze bewijzen, zoals het vragen van een bewijs voor inreis, is aan de lidstaten zelf. Zoals hierboven aangeven, is de regering van mening dat voor een Europees of internationaal digitaal vaccinatiebewijs (breder dan voor Covid-19) eerst onderzocht moet worden wat het doel, nut en noodzaak hiervan is.
c. De verklaring van de G20 heeft geen invloed op de inzet van vaccinatiebewijzen. Nederland geeft op dit moment vaccinatiebewijzen voor COVID-19 uit volgens Europese standaarden, zoals vastgelegd in de Europese DCC-verordening. Voor overige vaccinaties wordt momenteel gebruik gemaakt van het zogenaamde «gele boekje» van de Wereldgezondheidsorganisatie. De inzet van een bewijs, bijvoorbeeld het vragen van een bewijs voor inreizen, is een nationale competentie. De genoemde G20 verklaring heeft geen directe consequenties voor de inzet van vaccinatiebewijzen
Samenstelling:
Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Rombouts (CDA), Baay-Timmerman (50PLUS), Van den Berg (VVD), Arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Dittrich (D66), Doornhof (CDA), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU), Hiddema (Fractie-Frentrop) en Krijnen (GL).
Samenstelling:
Ganzevoort (GL), Gerkens (SP), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Bredenoord (D66), Koole (PvdA), De Bruijn-Wezeman (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Klip-Martin (VVD) (voorzitter), Vos (VVD), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Prast (PvdD), Van Pareren (Fractie-Nanninga) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Krijnen (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van der Voort (D66), Keunen (VVD), Hermans (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA).
Samenstelling:
Kox (SP), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Bezaan (VVD), Van den Berg (VVD), Crone (PvdA), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (Fractie-Frentrop), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Talsma (CU) en Dessing (FVD).
COM(2022)50; zie voor de behandeling in de Eerste Kamer dossier E220005 op de website van de Eerste Kamer (https://www.eerstekamer.nl/eu/edossier/e220005_voorstel_voor_een).
COM(2022)50; zie voor de behandeling in de Eerste Kamer dossier E220005 op de website van de Eerste Kamer (https://www.eerstekamer.nl/eu/edossier/e220005_voorstel_voor_een).
Verordening (EU) 2022/1034 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/953, betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren.
Verordening (EU) 2022/1034 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/953, betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36068-E.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.