36 059 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markten voor hernieuwbaar gas, aardgas en waterstof (COM(2021)803)| Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interne markten voor hernieuwbaar gas, aardgas en waterstof (COM(2021)804)| Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de vermindering van de uitstoot van methaan in de energiesector en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 2019/942 (COM(2021)805)

D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 8 december 2022

De leden van de vaste commissies voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 en voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving2hebben kennisgenomen van de Europese voorstellen inzake methaanemissies en gasmarkten uit het 'Fit for 55'-pakket die op 15 december 2021 door de Europese Commissie zijn gepubliceerd3 en de daarbij behorende BNC-fiches.4 De leden van de fracties van GroenLinks en Forum voor Democratie hebben naar aanleiding hiervan een aantal vragen en opmerkingen.

Naar aanleiding hiervan is op 3 juni 2022 een brief gestuurd aan de Minister voor Klimaat en Energie. Vervolgens is op 17 oktober 2022 een rappelbrief gestuurd.

De Minister heeft op 8 december 2022 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT / LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VOOR VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING

Aan de Minister voor Klimaat en Energie

Den Haag, 3 juni 2022

De leden van de vaste commissies voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/ LNV) en voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) hebben met belangstelling kennisgenomen van de Europese voorstellen inzake methaanemissies en gasmarkten uit het 'Fit for 55'-pakket die op 15 december 2021 door de Europese Commissie zijn gepubliceerd5 en de daarbij behorende BNC-fiches.6 De leden van de fracties van GroenLinks en Forum voor Democratie hebben naar aanleiding hiervan enkele vragen en opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks

De leden van de fractie van GroenLinks danken u voor de onderhavige BNC-fiches en de nadere reactie op de vraag of de oorlog in de Oekraïne en de energiecrisis aanleiding is om de kabinetsappreciatie te wijzigen. Dat is niet het geval, zo begrijpen deze leden.

De leden van de fractie van GroenLinks verzoeken u nader uiteen te zetten wat naar de opvatting van het kabinet in de komende jaren de rol moet zijn van blauwe waterstof. Deze leden begrijpen, uit de inzet van de Europese Commissie, dat gestuurd wordt op substantiële reductie van gebruik van aardgas richting 2030. De huidige en voorziene toepassing en volumes van blauwe waterstof in Nederland stroken daarmee niet. Welke implicaties heeft dat? Het komt deze leden voor dat een versterkte inzet op groene waterstof hoofdlijn van de beleidsreactie moet zijn.7 Zij vernemen graag wat uw positie hierin is.

Ten aanzien van groene waterstof zal in ieder geval sprake moeten zijn van zeer substantiële opschaling van de productie. De richtlijn en verordening zijn daarin behulpzaam omdat hiermee een expliciete marktordening ontstaat die marktpartijen en netbedrijven richting geeft. Er is momenteel evenwel nauwelijks een groene waterstofmarkt. Deze markt moet gemaakt worden, zo stellen deze leden. De leden van de GroenLinksfractie vragen daarom of in deze richtlijn en verordening niet sprake is van een belangrijke omissie: beleid productie(capaciteit) te realiseren met onder andere een duidelijke rol voor lidstaten en publieke spelers om de productie van groene waterstof aan te jagen, een afnameplicht voor bijvoorbeeld industriële partijen die momenteel grijze waterstof gebruiken. Hoe kijkt u hier tegenaan? Moet dit niet onderdeel zijn van de kabinetsappreciatie en de discussie met de Europese Commissie en de lidstaten?

Daarnaast vragen de leden van de fractie van GroenLinks of u nader uiteen kunt zetten hoe de certificering van koolstofarme waterstof geregeld gaat worden. Private partijen zullen dit ter hand nemen. Is dat een systeem dat voldoende scherpte brengt in de naleving van de certificering? Hoe kijk u hier tegenaan? Daarnaast vragen deze leden u om uit te leggen waarom de CO2-reductienorm van 70% in uw ogen niet bepalend kan zijn voor steun aan Carbon Capture and Storage. Welke norm is dan wel aan de orde? Of behoort steun aan Carbon Capture and Storage los te staan van deze norm? Is deze lijn consistent met de recente inzet van de Europese Commissie (en toch ook het kabinet) om de inzet van aardgas zo snel mogelijk terug te dringen? Zo ja, dan vernemen deze leden graag waarom.

Tenslotte vragen de leden van de fractie van GroenLinks naar verduidelijking van het kabinetspositie omtrent de gezamenlijke inkoop van gas en benutting van opslagen als strategische reserve. U staat welwillend tegenover het eerste en plaatst kanttekeningen bij de tweede gedachte, zo begrijpen deze leden. Het komt deze leden voor dat de komende jaren het belang van strategische reserves middels gezamenlijk inkoop evident is en dat het gevaar van verdringing van marktpartijen ten aanzien van opslagcapaciteit niet doorslaggevend kan zijn. Waarom overweegt u hier niet een offensievere lijn ten bate van het publiek belang voor leveringszekerheid in de komende jaren?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie Forum voor Democratie

De leden van de fractie Forum voor Democratie vragen of bekend is hoeveel extra kosten er door respectievelijk de landbouw, afval en energiesector gemaakt moeten worden om te voldoen aan de nieuwe standaarden en datavergaring omtrent methaanemissie? Voorts vragen deze leden of de verplichte algemene mitigatie en meet-, rapporteer- en verifieersystematiek een opdrijvend kosteneffect heeft voor producenten. Zij vernemen graag een gekwantificeerd antwoord. Indien er sprake is van een opdrijvend kosteneffect voor producenten, hoe verwacht u dat dit zijn uitwerking zal hebben op de kostprijs voor de consument?

Hoe is het gesteld met de concurrentiepositie van Europa ten opzichte van de externe markt als het gaat om de landbouw, energie en daaraan verbonden industrieën en welk effect hebben deze extra maatregelen hierop?

De Europese Commissie heeft in het BNC-fiche aangekondigd met meer regelgeving te komen wanneer er meer data beschikbaar is.8 Heeft de Europese Commissie al bepaalde regelgeving en/of scenario’s in gedachte hoe deze data ingezet gaat worden? De Europese Commissie heeft in datzelfde BNC-fiche aangegeven dat met behulp van een satelliet zogenaamde super-uitstoters openbaar bekend zullen worden gemaakt. Wat is het doel van de Europese Commissie om buiten haar eigen invloedsfeer super-uitstoters mondiaal openbaar te maken? Aan welke voorwaarden moet een uitstoter voldoen om tot super-uitstoter aangeduid te worden?

De Europese Commissie geeft aan dat er een 58% reductie in methaanemissies tot 2030 in de energiesector nodig is om in 2050 klimaatneutraal te zijn. In de door Nederland ondertekende 'Global Methane Pledge' committeert het zich aan een 30% reductie van methaanemissies tot 2030. Welk van de twee percentages is leidend voor Nederland en waarom? Heeft u zicht op wat het meetbare effect is van de voorgenomen 58% reductie in methaanemissies in Nederland op de mondiale temperatuur? Heeft Nederland zich al gebonden door middel van een ondertekend verdrag aan 58% methaanreductie, of is dit een vrijwillige keuze van het kabinet bovenop de genoemde 30% reductie die voorkomt uit de Global Methane Pledge? Zo ja, door middel van welk verdrag?

In de verordening methaanemissies geeft het kabinet aan dat er een verplichting komt voor leveranciers buiten Europa om data omtrent methaanemissies bij te houden. Europa is nu nog meer dan voorheen afhankelijk van externe leveranciers wat betreft energie. Denkt u dat deze extra last voor externe leveranciers een reden kan zijn om energie aan andere (minder veeleisende) afnemers dan Europa te zullen exporteren?

Door de extra regeldruk zullen netbeheerders de extra kosten doorberekenen aan huishoudens. Met hoeveel euro gaat de energierekening hierdoor voor een gemiddeld huishouden omhoog? Is het kabinet bereid een eventuele verhoging van de energieprijzen voor huishoudens te compenseren? Indien het geval, wat is de maximale compensatie per huishouden en in het totaal?

Overige bedrijven in de energiesector die te maken krijgen met substantiële verhoging van kosten door inhuur van extra personeel, meet- en regelapparatuur en controlemechanismen zullen deze kosten ook doorberekenen aan afnemers wat uiteindelijk de consument zal raken. Zal bijvoorbeeld hierdoor de benzineprijs nog verder stijgen en zo ja, met hoeveel verwacht u dat de prijs van benzine, diesel en gas zal stijgen door dit beleid?

In de verordening methaanemissies staat verder dat door deze extra kosten Europa zich hoogstwaarschijnlijk uit de markt prijst ten opzichte van externe energieproducenten. Tegelijkertijd wil het kabinet voorkomen dat hierdoor energie met een hogere footprint dan uit eigen productie geïmporteerd wordt, en is door de escalatie met Rusland deze energieleverancier een onzekere factor. Hoe denkt u het doel te bereiken om energie met gelijke of lagere footprint te importeren, terwijl het zichzelf uit de markt prijst en zelf niet afdoende energie produceert om zelfvoorzienend te zijn, indien afblazen niet toegestaan zal zijn? Kunt u aangeven hoe groot het effect is op de leveringszekerheid voor Nederland? Hoe denkt u dit te kunnen opvangen en tegen welke meerprijs?

Zijn er bepaalde punten uit de verordeningen reden voor het kabinet om het vetorecht te gebruiken en fel tegenstand te bieden?9 Zo ja, dan vernemen deze leden graag om welke punten het gaat.

In de verordening methaanemissies geeft het kabinet voorts aan dat het positief is over de methaanemissieverordening als het gaat om kapitaalvoorraden voor latere generaties,10 omdat het reduceren van methaanemissies als mitigerend middel dient tegen de negatieve effecten van methaanemissies. Kunt u aangeven hoeveel extra kosten deze verordening met zich meebrengt voor de gehele productieketen? Kunt u daarnaast ook een indicatie geven hoeveel geld er extra uitgegeven zou moeten worden in de toekomst om schade door klimaatverandering en in het specifiek het niet reduceren van methaanemissies te herstellen als wij deze verordening niet aannemen? Zo nee, hoe is het kabinet dan tot de conclusie gekomen dat het een positief effect heeft op de kapitaalvoorraden voor toekomstige generaties? Ten slotte vragen de leden van de fractie Forum voor Democratie in hoeverre het nu is te bepalen welke schade er in de toekomst door klimaatverandering (en in het specifiek het niet reduceren van methaanemissies) zou kunnen ontstaan, en welke meetmethode(n) is gebruikt om tot deze bedragen te komen?

De leden van de vaste commissies voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 24 juni 2022.

Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit L.P. van der Linden

Voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving H.J. Meijer

BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT / LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Minister voor Klimaat en Energie

Den Haag, 17 oktober 2022

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/ LNV) en voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) hebben u op 3 juni 2022 een brief gestuurd met vragen over de Europese voorstellen inzake methaanemissies en gasmarkten – Fit for 55 pakket met een reactietermijn tot 24 juni 2022.11 De reactietermijn is inmiddels ruimschoots verstreken. Deze leden verzoeken u de vragen binnen twee weken na dagtekening van deze brief te beantwoorden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2022

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden van de fracties van GroenLinks en Forum voor Democratie inzake Europese voorstellen inzake methaanemissies en gasmarkten – Fit for 55-pakket (uw kenmerk 171352U, ingezonden op 3 juni 2022). Tevens biedt ik uw Kamer mijn welgemeende excuses aan voor de late reactie op uw vragen.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

171352U

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks

1

De leden van de fractie van GroenLinks verzoeken u nader uiteen te zetten wat naar de opvatting van het kabinet in de komende jaren de rol moet zijn van blauwe waterstof. Deze leden begrijpen, uit de inzet van de Europese Commissie, dat gestuurd wordt op substantiële reductie van gebruik van aardgas richting 2030. De huidige en voorziene toepassing en volumes van blauwe waterstof in Nederland stroken daarmee niet. Welke implicaties heeft dat? Het komt deze leden voor dat een versterkte inzet op groene waterstof hoofdlijn van de beleidsreactie moet zijn. Zij vernemen graag wat uw positie hierin is.

Antwoord

Het kabinet zet reeds in op een versterking van de ambities voor hernieuwbare waterstof, onder meer gekoppeld aan de aangekondigde uitbreiding van de offshore windcapaciteit voor 2030. In een brief voor de zomer van dit jaar aan de Tweede Kamer over de Europese waterstofambities (zie Kamerstuk II 22 112, nr. 3433) heb ik uiteengezet welke rol ik voorzie voor waterstof uit (aard)gas. De toepassing van CO2-afvang en -opslag is een belangrijk instrument voor het bereiken van kosteneffectieve CO2-reductie op de korte termijn, zo ook bij bestaande waterstofproductie en potentiële waterstofproductie uit onvermijdelijke industriële restgassen. Voor het verminderen van het aardgasgebruik zet het kabinet in op beleid gericht op de korte termijn, middellange en lange termijn. Zie ook o.a. de brief van 3 juni 2022 aan de Tweede Kamer (Reactie op verzoek commissie over de laatste stand van zaken betreffende de gasmarkt en de leveringszekerheid; Kamerstuk II 29 023, nr. 308). De opschaling van hernieuwbare waterstof draagt op termijn daar natuurlijk sterk aan bij.

2

Ten aanzien van groene waterstof zal in ieder geval sprake moeten zijn van zeer substantiële opschaling van de productie. De richtlijn en verordening zijn daarin behulpzaam omdat hiermee een expliciete marktordening ontstaat die marktpartijen en netbedrijven richting geeft. Er is momenteel evenwel nauwelijks een groene waterstofmarkt. Deze markt moet gemaakt worden, zo stellen deze leden. De leden van de GroenLinksfractie vragen daarom of in deze richtlijn en verordening niet sprake is van een belangrijke omissie: beleid productie(capaciteit) te realiseren met onder andere een duidelijke rol voor lidstaten en publieke spelers om de productie van groene waterstof aan te jagen, een afnameplicht voor bijvoorbeeld industriële partijen die momenteel grijze waterstof gebruiken. Hoe kijkt u hier tegenaan? Moet dit niet onderdeel zijn van de kabinetsappreciatie en de discussie met de Europese Commissie en de lidstaten?

Antwoord

De conceptrichtlijn betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markten voor hernieuwbaar gas, aardgas en waterstof (COM (2021) 803 final 2021/0425) en de concept-verordening betreffende de interne markten voor hernieuwbaar gas, aardgas en waterstof (COM (2021) 804 final, 2021/0424) bevatten Commissievoorstellen gericht op het goed laten functioneren van de (Europese) interne markt voor bovengenoemde gassen en het verkrijgen van effectieve toegang tot markten en infrastructuur voor marktpartijen en consumenten, wat uiteindelijk moet bijdragen aan verduurzaming, leveringszekerheid en betaalbaarheid. Beleid gericht op het realiseren van productie van groene waterstof, door bijvoorbeeld afnameverplichtingen vindt plaats in andere Europese wetsvoorstellen, zoals de herziening van de hernieuwbare energierichtlijn (COM (2021) 557 final 2021/0218). De Raad heeft hierover in juni jl. een algemene oriëntatie aangenomen. De trilogen met het Europees Parlement en de Europese Commissie zijn gestart en zullen mogelijk nog voor het einde van het jaar afgerond kunnen worden.

3

Daarnaast vragen de leden van de fractie van GroenLinks of u nader uiteen kunt zetten hoe de certificering van koolstofarme waterstof geregeld gaat worden. Private partijen zullen dit ter hand nemen. Is dat een systeem dat voldoende scherpte brengt in de naleving van de certificering? Hoe kijk u hier tegenaan?

Antwoord

De certificering van koolstofarme waterstof gaat vergelijkbaar in zijn werk met de certificering van hernieuwbare waterstof, waarover ik in de brief over de voortgang van de ordening en ontwikkeling van de waterstofmarkt aan de Tweede Kamer (Kamerstuk II 32 813, nr. 1060) al meer heb geschreven. Ik heb er vertrouwen in dat het systeem van private certificeringsschema’s goed functioneert voor dit doel.

4

Daarnaast vragen deze leden u om uit te leggen waarom de CO2-reductienorm van 70% in uw ogen niet bepalend kan zijn voor steun aan Carbon Capture and Storage. Welke norm is dan wel aan de orde? Of behoort steun aan Carbon Capture and Storage los te staan van deze norm? Is deze lijn consistent met de recente inzet van de Europese Commissie (en toch ook het kabinet) om de inzet van aardgas zo snel mogelijk terug te dringen? Zo ja, dan vernemen deze leden graag waarom.

Antwoord

In de kabinetsappreciatie wordt vermeld dat de CO2-reductienorm van 70% niet bepalend moet worden bij het verlenen van steun voor CO2-afvang bij bestaande waterstofproductie uit aardgas. De reden hiervoor is dat een aantal bestaande waterstofproductie-installaties die aardgas gebruiken wellicht niet aan de 70% CO2-reductienorm kunnen voldoen, maar wel een snelle en kosteneffectieve emissiereductie kunnen bewerkstelligen. Dit heeft te maken met het soort waterstofproductieproces dat wordt toegepast en de hoeveelheid CO2 die kan worden afgevangen. De reductie van CO2 bij bestaande waterstofinstallaties kan een belangrijke bijdrage leveren aan het bereiken van de nationale en Europese klimaatdoelstellingen, en de uitsluiting van deze bedrijfsactiviteiten van beschikbare subsidieregelingen, zoals de SDE++ vind ik daarom onwenselijk. Het kabinet stuurt zowel aan op een vermindering van het gebruik van aardgas, door bijvoorbeeld de productie van groene waterstof te stimuleren, als op kosteneffectieve CO2-reductie op de korte termijn.

5

Tenslotte vragen de leden van de fractie van GroenLinks naar verduidelijking van het kabinetspositie omtrent de gezamenlijke inkoop van gas en benutting van opslagen als strategische reserve. U staat welwillend tegenover het eerste en plaatst kanttekeningen bij de tweede gedachte, zo begrijpen deze leden. Het komt deze leden voor dat de komende jaren het belang van strategische reserves middels gezamenlijk inkoop evident is en dat het gevaar van verdringing van marktpartijen ten aanzien van opslagcapaciteit niet doorslaggevend kan zijn. Waarom overweegt u hier niet een offensievere lijn ten bate van het publiek belang voor leveringszekerheid in de komende jaren?

Antwoord

Het kabinet ondersteunt de plannen van de Commissie wat betreft de gezamenlijke inkoop en is voornemens actief deel te nemen aan gezamenlijke inkoop om dit onderdeel van het pakket na maanden praten ook daadwerkelijk van de grond te krijgen.12 Het kabinet ziet geen reden om bedrijven te dwingen tot gezamenlijke inkoop, dit kan prijsopdrijvend werken en leiden tot zeer complexe (her)verdelingsvraagstukken.

Wat betreft opslagen als strategische reserves: conform de motie van de Tweede Kamerleden Erkens en Kröger (Kamerstuk II 36 200 XIII, nr. 38) kom ik voor de zomer 2023 met een langetermijnvisie over de inzet van gasopslagen. Het kabinet heeft voor afgelopen vulseizoen voor minder vergaande opties gekozen om te stimuleren dat de Nederlandse gasopslagen voldoende gevuld werden. Uw Kamer wordt op korte termijn geïnformeerd over de inzet van het kabinet volgende winter.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van Forum voor Democratie

6

De leden van de fractie Forum voor Democratie vragen of bekend is hoeveel extra kosten er door respectievelijk de landbouw, afval en energiesector gemaakt moeten worden om te voldoen aan de nieuwe standaarden en datavergaring omtrent methaanemissie? Voorts vragen deze leden of de verplichte algemene mitigatie en meet-, rapporteer- en verifieersystematiek een opdrijvend kosteneffect heeft voor producenten. Zij vernemen graag een gekwantificeerd antwoord. Indien er sprake is van een opdrijvend kosteneffect voor producenten, hoe verwacht u dat dit zijn uitwerking zal hebben op de kostprijs voor de consument?

Antwoord

Nederland heeft een leidende rol in methaanemissiereductie in Europa in de olie- en gasproducerende sector (hierna: O&G-sector). Recent heeft de sector offshore een methaanemissiereductie van meer dan 64% gerealiseerd op basis van een convenant dat het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat met de sector heeft afgesloten (Kamerstuk II 22 112, nr. 3351).

De meetmethodiek in de huidige versie van de verordening sluit aan bij de systematiek die bedrijven grotendeels al toepassen. De Nederlandse O&G-sector heeft namelijk het 'Oil & Gas Methane Partnership 2.0' ondertekend en de verordening wil een vergelijkbare systematiek gaan hanteren. Over de frequentie van monitoren vinden op dit moment nog onderhandelingen plaats.

Ten aanzien van verificatie kan ik op dit moment nog geen uitspraken doen of dit een prijsopdrijvend effect zal hebben. Nederland zal zich inzetten om, in tegenstelling zoals het tot op dit moment is geformuleerd in de concept-verordening, verificatie risicogestuurd te laten plaatsvinden, dat wil zeggen bronnen met een grote kans op lekkage en bronnen met een kans op grotere hoeveelheden methaanemissies vaker laten verifiëren dan bronnen met een kleiner risico. Met het Fit for 55-pakket en de voorliggende verordening 'Methaanemissies in de energiesector' (COM(2021) 805) worden er geen nieuwe standaarden of datavergaring omtrent methaanemissies in de landbouw- of afvalsector voorgesteld.

7

Hoe is het gesteld met de concurrentiepositie van Europa ten opzichte van de externe markt als het gaat om de landbouw, energie en daaraan verbonden industrieën en welk effect hebben deze extra maatregelen hierop?

10

In de verordening methaanemissies geeft het kabinet aan dat er een verplichting komt voor leveranciers buiten Europa om data omtrent methaanemissies bij te houden. Europa is nu nog meer dan voorheen afhankelijk van externe leveranciers wat betreft energie. Denkt u dat deze extra last voor externe leveranciers een reden kan zijn om energie aan andere (minder veeleisende) afnemers dan Europa te zullen exporteren?

Antwoord 7 en 10

De invloed van de oorlog in Oekraïne heeft de hele situatie in de wereld veranderd, ook ten aanzien van de energievoorziening. De conceptverordening was geformuleerd voorafgaand aan deze oorlog, die de hele energiesector beïnvloedt. Deze ontwikkelingen hebben invloed op de voortgang van de onderhandelingen over de door u benoemde verordeningen en richtlijnen. Leveringszekerheid is een belangrijk aandachtspunt ook op Europees niveau. Tegelijkertijd zorgen de ontwikkelingen er ook voor dat een versnelling van de overstap naar duurzame energievoorziening ook tot de mogelijkheden behoort. Of de aangescherpte eisen vanuit Europa ook zullen leiden tot een extra last voor importeurs, en wat daar de eventuele gevolgen van zijn voor leveringszekerheid, is nu moeilijk in te schatten, maar acht ik niet substantieel.

8

De Europese Commissie heeft in het BNC-fiche aangekondigd met meer regelgeving te komen wanneer er meer data beschikbaar is. Heeft de Europese Commissie al bepaalde regelgeving en/of scenario’s in gedachte hoe deze data ingezet gaat worden? De Europese Commissie heeft in datzelfde BNC-fiche aangegeven dat met behulp van een satelliet zogenaamde super-uitstoters openbaar bekend zullen worden gemaakt. Wat is het doel van de Europese Commissie om buiten haar eigen invloedsfeer super-uitstoters mondiaal openbaar te maken? Aan welke voorwaarden moet een uitstoter voldoen om tot super-uitstoter aangeduid te worden?

Antwoord

De Europese Commissie wil op termijn toewerken naar een systeem waarbij de geïmporteerde brandstofstromen een gelijkwaardige methaanvoetafdruk hebben als de geproduceerde olie en gas binnen de Europese Unie.

9

De Europese Commissie geeft aan dat er een 58% reductie in methaanemissies tot 2030 in de energiesector nodig is om in 2050 klimaatneutraal te zijn. In de door Nederland ondertekende 'Global Methane Pledge' committeert het zich aan een 30% reductie van methaanemissies tot 2030. Welk van de twee percentages is leidend voor Nederland en waarom? Heeft u zicht op wat het meetbare effect is van de voorgenomen 58% reductie in methaanemissies in Nederland op de mondiale temperatuur? Heeft Nederland zich al gebonden door middel van een ondertekend verdrag aan 58% methaanreductie, of is dit een vrijwillige keuze van het kabinet bovenop de genoemde 30% reductie die voorkomt uit de Global Methane Pledge? Zo ja, door middel van welk verdrag?

Antwoord

Het percentage in het Global Methane Pledge is een totale methaanemissiereductie in alle sectoren die methaan uitstoten binnen Nederland. De methaanemissiereductie die wordt nagestreefd door de Commissie in de methaanverordening voor de energiesector is een streefpercentage voor de EU. Dit is niet vastgelegd op het niveau van de lidstaat. In het recente verleden heeft Nederland al grote methaanemissiereducties gerealiseerd onder het methaanconvenant dat is afgesloten tussen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de mijnbouwsector. De gerealiseerde reductie in die periode bedraagt 64%, waardoor de totale methaanemissiereductie (onshore en offshore) 16% bedraagt in de genoemde periode.

11

Door de extra regeldruk zullen netbeheerders de extra kosten doorberekenen aan huishoudens. Met hoeveel euro gaat de energierekening hierdoor voor een gemiddeld huishouden omhoog? Is het kabinet bereid een eventuele verhoging van de energieprijzen voor huishoudens te compenseren? Indien het geval, wat is de maximale compensatie per huishouden en in het totaal?

Antwoord

Bij de nettarieven is er sprake van wettelijk gereguleerde tarieven die conform Europees recht bij alle eindverbruikers in rekening wordt gebracht. Het is dus niet mogelijk hier apart op te sturen. Uiteraard wordt middels het prijsplafond wel een significante korting op de energierekening gerealiseerd.

12

Overige bedrijven in de energiesector die te maken krijgen met substantiële verhoging van kosten door inhuur van extra personeel, meet- en regelapparatuur en controlemechanismen zullen deze kosten ook doorberekenen aan afnemers wat uiteindelijk de consument zal raken. Zal bijvoorbeeld hierdoor de benzineprijs nog verder stijgen en zo ja, met hoeveel verwacht u dat de prijs van benzine, diesel en gas zal stijgen door dit beleid?

Antwoord

De methaanverordening is momenteel onderwerp van onderhandeling tussen de lidstaten. In de meest recente versie die van het Tsjechische voorzitterschap is ontvangen is een van de maatregelen, mede onder druk van Nederland, geschrapt, die zou leiden tot substantiële kostenverhoging naar aanleiding van voorgestelde buitenproportionele hoeveelheid controles. Over de overige maatregelen ben ik nog in onderhandeling, en ik streef naar een verordening die zo goed mogelijk uitvoerbaar is en zo goed mogelijk aansluit bij de huidige Nederlandse werkwijze.

13

In de verordening methaanemissies staat verder dat door deze extra kosten Europa zich hoogstwaarschijnlijk uit de markt prijst ten opzichte van externe energieproducenten. Tegelijkertijd wil het kabinet voorkomen dat hierdoor energie met een hogere footprint dan uit eigen productie geïmporteerd wordt, en is door de escalatie met Rusland deze energieleverancier een onzekere factor. Hoe denkt u het doel te bereiken om energie met gelijke of lagere footprint te importeren, terwijl het zichzelf uit de markt prijst en zelf niet afdoende energie produceert om zelfvoorzienend te zijn, indien afblazen niet toegestaan zal zijn? Kunt u aangeven hoe groot het effect is op de leveringszekerheid voor Nederland? Hoe denkt u dit te kunnen opvangen en tegen welke meerprijs?

Antwoord

De invloed van de oorlog in Oekraïne heeft de hele situatie in de wereld veranderd, ook ten aanzien van de energievoorziening. De conceptverordening was geformuleerd voorafgaand aan deze oorlog, die de hele energiesector beïnvloedt. Deze ontwikkelingen hebben invloed op de voortgang van de onderhandelingen over de door u benoemde verordeningen en richtlijnen. Leveringszekerheid is een belangrijk aandachtspunt, ook op Europees niveau. Tegelijkertijd zorgen de ontwikkelingen er ook voor dat een versnelling van de overstap naar duurzame energievoorziening ook tot de mogelijkheden behoort. Ook wordt in de onderhandelingen gesproken over het stellen van gelijke eisen aan brandstoffen die geïmporteerd worden als aan brandstoffen die binnen de EU worden geproduceerd.

14

Zijn er bepaalde punten uit de verordeningen reden voor het kabinet om het vetorecht te gebruiken en fel tegenstand te bieden?5 Zo ja, dan vernemen deze leden graag om welke punten het gaat.

Antwoord

Ik merk op dat het Nederlandse standpunt erg belangrijk wordt gevonden in Brussel, juist omdat Nederland een belangrijk aandeel heeft in de energievoorziening. Ook de signalen die ik ontvang uit Brussel duiden er op dat de Commissie bereid is om mee te denken in richting van de Nederlandse voorstellen. Ik ga er daarom van uit dat de Commissie bereid is om grotendeels tegemoet te komen aan de Nederlandse standpunten en dat ik geen gebruik hoef te maken van mijn vetorecht.

15

In de verordening methaanemissies geeft het kabinet voorts aan dat het positief is over de methaanemissieverordening als het gaat om kapitaalvoorraden voor latere generaties, omdat het reduceren van methaanemissies als mitigerend middel dient tegen de negatieve effecten van methaanemissies. Kunt u aangeven hoeveel extra kosten deze verordening met zich meebrengt voor de gehele productieketen? Kunt u daarnaast ook een indicatie geven hoeveel geld er extra uitgegeven zou moeten worden in de toekomst om schade door klimaatverandering en in het specifiek het niet reduceren van methaanemissies te herstellen als wij deze verordening niet aannemen? Zo nee, hoe is het kabinet dan tot de conclusie gekomen dat het een positief effect heeft op de kapitaalvoorraden voor toekomstige generaties?

Antwoord

Methaangas heeft een waarde. Er is daarom een financiële prikkel om deze niet naar de atmosfeer uit te stoten, maar te verkopen of nuttig toe te passen als brandstof. Het reduceren van methaanemissies heeft daarom een dempend effect op de kostenstijging, omdat deze later nog verkocht kan worden. Op dit moment kan ik niet kwantificeren hoeveel extra kosten deze verordening netto met zich meebrengt. Dat zal deels afhangen van de uiteindelijke bepalingen die worden vastgesteld in de richtlijn. Alhoewel ik het belangrijk vind om de methaanemissies maximaal te reduceren, heb ik ook oog voor de mogelijke lastenverzwaring die dit met zich mee brengt en zet ik mij in om deze zo veel mogelijk te beperken.

16

Ten slotte vragen de leden van de fractie Forum voor Democratie in hoeverre het nu is te bepalen welke schade er in de toekomst door klimaatverandering (en in het specifiek het niet reduceren van methaanemissies) zou kunnen ontstaan, en welke meetmethode(n) is gebruikt om tot deze bedragen te komen?

Antwoord

Schattingen over de bijdrage van methaanemissies op klimaatverandering lopen uiteen. Methaanemissies hebben echter een veel sterkere invloed op het broeikasgaseffect dan CO2. Het is daarom van groot belang om hier aandacht aan te besteden.


X Noot
1

Samenstelling:

Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA) (ondervoorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), Vos (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga) (voorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Prins (CDA), vacant (GL), Van der Voort (D66), Berkhout (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA) en N.J.J. van Kesteren (CDA).

X Noot
2

Samenstelling:

Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), Fiers (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Janssen (SP), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Meijer (VVD) (voorzitter), Moonen (D66), Nicolaï (PvdD), Prins (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), vacant (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA) (ondervoorzitter).

X Noot
3

COM(2021)803, COM(2021)804 en COM(2021)805.

X Noot
4

Kamerstukken I, 2021/22, 36 059, A en Kamerstukken I, 2021/22, 36 059, B.

X Noot
5

COM(2021)803, COM(2021)804 en COM(2021)805.

X Noot
6

Kamerstukken I, 2021/22, 36 059, A en Kamerstukken I, 2021/22, 36 059, B.

X Noot
7

'Klimaatminister Jetten vertraagt EU-plannen om versneld van Russisch gas af te gaan' van

Follow the Money (artikel van 17 mei 2022, te raadplegen via https://www.ftm.nl/artikelen/den-haag-hapert-met-waterstof.

X Noot
8

Kamerstukken I, 2021/22, 36 059, B.

X Noot
9

COM(2021)803, COM(2021)804 en COM(2021)805.

X Noot
10

COM(2021)805.

X Noot
11

Met het kenmerk: 171352U.

X Noot
12

Zie ook de Kamerbrief met de appreciatie van het Energiepakket van de Europese Commissie (Kamerstuk II 22 112, nr. 3535)

Naar boven