36 039 (R2163) Wijziging van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst); Genève, 15 oktober 2020

B/ nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 6 oktober 2021 en het nader rapport d.d. 8 december 2021, aangeboden aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 21 juli 2021, no. 2021001497, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake de bovenvermelde wijziging rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 6 oktober 2021, nr. W06.21.0227/III/K, bied ik U hierbij aan. De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.

Bij Kabinetsmissive van 21 juli 2021, no. 2021001497, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt de wijziging van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst); Genève, 15 oktober 2020 (Trb. 2021, 73), met toelichtende nota.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen over het verdrag.

De Afdeling adviseert het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten over te leggen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,

Th.C. de Graaf

De wijziging geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruikgemaakt om in de toelichtende nota enkele redactionele wijzigingen aan te brengen. Daarnaast zijn ter verduidelijking nog twee nieuwe voetnoten toegevoegd. Nieuwe voetnoot 6 geeft een extra toelichting op de frequentie waarmee de gegevens over gemachtigde personen aan de bevoegde (douane)autoriteiten en het TIR-Uitvoerend Orgaan worden gestuurd. Nieuwe voetnoot 9 vermeldt dat in Europees verband op korte termijn vervolgstappen zullen worden gezet om de nieuwe mogelijkheid voor overeenkomstsluitende partijen om ruimere faciliteiten voor te stellen aan gemachtigde houders van een TIR-carnet te realiseren.

Ik verzoek U, mede namens de Staatsecretaris van Financiën, mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen de wijziging vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba, aan de Staten van Curaçao en aan de Staten van Sint Maarten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

Naar boven