36 017 (R2159) Goedkeuring van het op 5 juli 2021 te Santo Domingo tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek inzake maritieme afbakening (Trb. 2021, 103 en Trb. 2021, 144)

Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 6 oktober 2021 en het nader rapport d.d. 18 januari 2022, aangeboden aan de Koning door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 31 augustus 2021, no. 2021001668, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 6 oktober 2021, No. W02.21.0267/II/K, bied ik U hierbij aan. De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.

Bij Kabinetsmissive van 31 augustus 2021, no. 2021001668, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet houdende goedkeuring van het op 5 juli 2021 te Santo Domingo tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek betreffende maritieme afbakening (Trb. 2021, 103), met memorie van toelichting.

Het voorstel van rijkswet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De Afdeling geeft U in overweging het voorstel van rijkswet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,

Th.C. de Graaf

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk betreffende no. W02.21.0267/II

  • In de toelichting bij artikel 2 van het verdrag kort aangeven welke oppervlaktes zeegebied in het geding zijn vanwege de – in de toelichting genoemde – verschillen in de coördinatenstelsels tussen het Grensverdrag tussen Venezuela en de Dominicaanse Republiek en het verdrag tussen het Koninkrijk en de Dominicaanse Republiek ter maritieme afbakening. Voorts in voetnoot 1 van de toelichting naar het juiste verdrag verwijzen.

  • Overeenkomstig de correcte Nederlandse vertaling in Trb. 1984, nr. 55 in overheidsdocumenten, in de toelichting de term «recht van de zee» gebruiken (vertaling van «law of the sea») en niet «zeerecht» (vertaling van «International maritime law»).

  • In de Spaanstalige versie van het verdrag zoals weergegeven in het Tractatenblad, in het opschrift, «delimitatión Marítima» wijzigen in: delimitación marítima.

Het voorstel van rijkswet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Aan de opmerkingen in de redactionele bijlage is gevolg gegeven.

  • Bij artikel 2 in de memorie van toelichting is nader uitgelegd wat precies het verschil is in resultaat nu de keuze is gemaakt om de grenslijn te laten aansluiten op de grenslijn die is vastgelegd in het Grensverdrag met Venezuela in plaats van op de grenslijn van het verdrag tussen Venezuela en de Dominicaanse Republiek. Deze keuze levert het Koninkrijk per saldo iets minder zeegebied op, namelijk ongeveer 500 meter bij 80 kilometer (35 km2), maar heeft als voordeel dat de Koninkrijksgrenzen op elkaar aansluiten waarmee onduidelijkheid over de grenzen van het Koninkrijk wordt voorkomen.

  • In de memorie van toelichting is de term «zeerecht» vervangen door «recht van de zee».

  • De verschrijving in de titel van de in Trb. 2021, 103 gepubliceerde Spaanse verdragstekst is gecorrigeerd in Trb. 2021, 144.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om ook de titel in de memorie van toelichting te wijzigen.

Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van rijkswet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van Aruba, aan de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten te zenden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven