Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2022
Naar aanleiding van het debat over de Algemene Europese Beschouwingen van 3 november
2020 (Handelingen I 2020/21, nr. 8, item 9) heeft de Eerste Kamer de motie van het lid Backer c.s. aangenomen (Kamerstuk 35 403, F). Met deze motie verzoekt de Eerste Kamer de regering om opdracht te geven aan een
of meerdere wettelijke adviesorganen om op korte termijn een onderzoek te entameren
naar de kosten en baten van het EU-lidmaatschap voor Nederland bezien vanuit het brede
welvaartsbegrip en over de resultaten van dit onderzoek niet later dan 1 maart 2021
aan de Eerste Kamer te rapporteren.
Op 22 februari 2021 heeft mijn ambtsvoorganger de Eerste Kamer geïnformeerd (Kamerstuk
35 403, P) over de manier waarop het kabinet uitvoering wil geven aan deze motie. In dit kader
heeft het kabinet het Centraal Planbureau (CPB) bereid gevonden het onderzoek naar
de economische effecten van de Europese interne markt voor Nederland te actualiseren.
Het CPB heeft dit onderzoek op 26 januari jl. gepubliceerd met de notitie «Handelsbaten
van de EU en interne markt».2 Met deze brief wil ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat
en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, op dit onderzoek
wijzen.
Het CPB heeft een schatting gemaakt van de handelsbaten van de EU en de verhoging
van het bruto binnenlands product die dat oplevert. Het onderzoek laat onder meer
zien dat door de EU de handel tussen lidstaten is toegenomen en daardoor de economie
van Nederland en die van andere EU-lidstaten structureel is gegroeid. In algemene
zin nemen de handelsbaten voor alle landen toe in de tijd, wat onder andere toe te
schrijven lijkt te zijn aan de verdere economische integratie en de uitbreiding van
de EU. Het rapport laat ook zien dat de vorming van de EU heeft geleid tot handelsverschuiving
ten koste van derde landen. Het CPB-onderzoek wijst er verder op dat diepere economische
integratie ook kan leiden tot herverdelingseffecten binnen landen; in hoeverre dit
binnen de EU speelt is niet duidelijk.
Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen van de resultaten van het onderzoek
en ziet hierin een bevestiging dat een goed functionerende interne markt een belangrijke
bron voor welvaart in Nederland is. Om er voor te zorgen dat de handelsbaten voor
Nederland ook in de toekomst zullen blijven toenemen blijft het kabinet zich actief
inzetten voor het versterken van de interne markt. Dit is goed voor Nederland en de
EU, en essentieel om de concurrentiepositie van Nederland en de EU verder te versterken.
Het functioneren van de interne markt dient verbeterd te worden door met concrete
oplossingen te komen voor ondernemers en werkenden die belemmeringen ervaren op de
interne markt. Een betere en meer transparantere implementatie, toepassing en handhaving
van interne marktregelgeving is hier een essentieel onderdeel van.3 Voorts zet het kabinet zich er naar aanleiding van de pandemie voor in om de interne
markt weerbaarder te maken. Naast de economische baten van de interne markt voor Nederland
heeft het kabinet aandacht voor een gelijk speelveld, duurzaamheidsvraagstukken en
de sociale dimensie van de interne markt.
Het kabinet zet zich in voor een open, geïnformeerd en met feiten onderbouwd debat
over hoe Nederland de EU slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger kan
maken. De CPB-notitie levert daaraan een nuttige nieuwe bijdrage. Het kabinet zal
blijvende aandacht bevorderen voor de maatschappelijke effecten van EU-beleid voor
Nederland en zal uw Kamer daarover bij gelegenheid nader informeren.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra