Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 17 november 2021 en het nader rapport d.d. 19 november 2021, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 5 november 2021, no. 2021002177,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
de bovenvermelde verdragswijziging rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 17 november 2021, nr. W17.21.0327/IV, bied ik U hierbij aan. De tekst van
het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 5 november 2021, no. 2021002177, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het verdrag tot wijziging van artikel 1 en nieuw artikel 34bis van het verdrag
inzake het wegverkeer 1968; Genève, 14 januari 2021 (Trb. 2021, nr. 56), met toelichtende nota.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het verdrag
en adviseert het verdrag te overleggen aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De waarnemend vice-president van de Raad van State,
S.F.M. Wortmann
Ik verzoek U, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, mij te machtigen
gevolg te geven aan mijn voornemen het wijzigingsverdrag vergezeld van de toelichtende
nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen