Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35980 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35980 nr. 2 |
Artikel 11.2 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer komt te luiden:
Artikel 11.2 Inlichtingen over kabinetsformatie
1. Ieder lid kan verzoeken de informateurs en formateurs tijdens de uitvoering van en na afronding van hun opdracht uit te nodigen om inlichtingen te verschaffen over het verloop van de kabinetsformatie.
2. Het verzoek wordt toegekend indien het wordt gesteund door ten minste vijftig leden.
3. De Voorzitter bepaalt wanneer gelegenheid wordt geboden voor het verschaffen van de inlichtingen.
Het grondwettelijke recht op informatie en inlichtingen van de regering is voorbehouden aan ieder individueel lid van de Staten-Generaal. Dat ligt vast in artikel 68 van de Grondwet.
Tijdens de formatie van een nieuw kabinet doet zich een bijzondere situatie voor. De Kamer heeft dan formeel zelf de regie op zich genomen. Dat betekent dat de Kamer zelf verkenners, informateurs of een formateur aanstelt tijdens het formatieproces.
Voor deze personen geldt de vertrouwensrelatie met de Kamer niet. Zij treden namens de Kamer op. Indien er een vertrouwensbreuk optreedt tussen een informateur en een onderhandelende partij, zal de informateur op dat moment de opdracht teruggeven aan de Kamer.
De Kamer kan de informateur verzoeken om inlichtingen te verschaffen over het verloop van de kabinetsformatie. In het huidige Reglement van Orde is het verzoek om die inlichtingen te verschaffen voorbehouden aan een meerderheid van de Tweede Kamer.
Indien de informateur bezig is met een onderzoek naar een meerderheidsregering betekent dit dat de onderhandelende meerderheidspartijen informatieverzoeken kunnen tegenhouden zolang zij dat zelf wenselijk achten. Zij hoeven over het verloop van de formatie, in welke omstandigheid ook, geen inlichtingen te verschaffen aan partijen die niet aan de onderhandelingstafel zitten. Dat betekent dat de oppositie wel om een indicatief tijdspad kan vragen of dat de oppositie wel kan vragen of de onderhandelende partijen voornemens zijn om met een nota van wijziging alle begrotingen weer open te breken, maar dat de oppositie geen betekenisvol antwoord krijgt op die vraag.
De huidige gang van zaken in de formatie laat zien dat deze beperking van het recht op informatie van de Kamer niet meer houdbaar is. Het moge duidelijk zijn dat dit in de huidige situatie meer dan ooit klemt: de formatie sleept al meer dan zeven maanden, soms lekken plannen expres uit en soms lekken stukken per ongeluk uit.
De partijen in de Kamer kunnen op dat moment hierover geen vragen stellen aan de informateurs en dus ook niet aan de onderhandelende partijen, van wie verwacht mag worden dat zij meedoen met een debat met de informateurs. Tegelijkertijd informeren de informateurs wel het staatshoofd.
Ofwel, elke journalist kan vragen stellen aan de informateurs en de politiek leiders kunnen overal interviews geven – of juist niet – maar de Tweede Kamer kan alleen bij meerderheid iets vragen.
De huidige gang van zaken legt dus een structureel probleem bloot: de democratische verantwoording van het verloop van het formatieproces is nu exclusief geborgd bij een (kleine) meerderheid en wel de meerderheid die ligt bij de onderhandelende partijen.
Om deze lacune op te lossen hebben de indieners meerdere oplossingen overwogen: in principe kan er een tijdslimiet gesteld worden aan een (in)formatiepoging. Dat kan via het Reglement van Orde. Echter als er fatale termijnen in het Reglement van Orde gezet worden, waarna er geen (in)formatiepoging meer mogelijk is, dan komt dat feitelijk neer op een formatiewet, waarbij het proces potentieel dwingend kan eindigen in nieuwe verkiezingen. De indieners achten het onwenselijk dat het proces om tot ontbinding van de Kamer te komen en nieuwe verkiezingen uit te schrijven, volgt uit het Reglement van Orde van de Kamer zelf. Zo’n ingrijpende stap kan overwogen worden, maar dient op wetsniveau vastgelegd te worden en dient te voldoen aan artikel 64 van de Grondwet.
Daarom ligt hier een eenvoudig voorstel: een grote minderheid, 50 leden, kan om een debat vragen met de informateurs. Het zou niet de enige plek zijn in het Reglement van Orde waarin een minderheid om een debat kan vragen: het dertigleden-debat en het interpellatiedebat komen ook op de agenda indien een minderheid van 30 leden erom vraagt.
Hier wordt om twee redenen gekozen voor een hogere limiet van 50 leden. Ten eerste omdat een debat over de formatie onder normale omstandigheden op korte termijn gehouden dient te worden. Ten tweede is het niet wenselijk om een relatief klein deel van de mogelijk toekomstige oppositie de mogelijkheid te geven elke dag een debat te vragen. Immers, de onderhandelende partijen moeten ook in een zekere rust en vertrouwelijkheid over de formatie kunnen spreken. Nu is dat echter te ver doorgeslagen omdat zij er feitelijk voor kunnen kiezen om die rust zo lang te handhaven als zij zelf wenselijk achten.
Deze wijziging is ook in lijn met het advies van de Venetië commissie, die expliciet stelt: «the Rules of Procedure of Parliament could be changed to facilitate scrutiny of the executive, this could be done, for instance, by extending the rights of 30 MPs also to initiate hearings and parliamentary investigations or ensuring that a standing committee has specific responsibility for effective scrutiny of laws and their application for compliance with general principles of good administration and the rule of law;».
Natuurlijk zou dit ook kunnen gescheiden worden als de leden van de toekomstige meerderheid een andere aanbeveling ter harte zouden nemen, namelijk: «as concerns attitudes, while this cannot be imposed through legislation, it should be seen as acceptable and even normal that MPs from government parties also represent Parliament as an institution and that participation in parliamentary scrutiny of the government is not an act of disloyalty.»
Hoewel deze aanbevelingen strikt genomen niet gaan over de formatie, zijn zij volgens de indieners wel van toepassing op de situatie waarbij de regering zich bij tijd en wijle demissionair opstelt en bij tijd en wijle minder demissionair gedraagt en de partijen die de huidige en toekomstige coalitiepartijen dezelfde zijn.
Het is de uitdrukkelijke bedoeling van de indieners om dit initiatief op korte termijn te behandelen, zodat het ook van dienst kan zijn in de huidige kabinetsformatie.
Technische toelichting
Het voorstel wijzigt artikel 11.2 (Inlichtingen over kabinetsformatie). Daarbij wordt verankerd dat een lid kan voorstellen de (in)formateurs uit te nodigen om inlichtingen te verschaffen (eerste lid). Dit verzoek wordt toegewezen indien het wordt gesteund door ten minste vijftig leden (tweede lid), waarbij de Voorzitter bepaalt wanneer de gelegenheid wordt geboden voor het verschaffen van de inlichtingen (derde lid). Dit sluit qua formulering en procedure aan bij die in het kader van de artikelen 12.6, eerste, tweede en derde lid (interpellaties), en 12.7 (dertigledendebat), met dien verstande dat de drempel tot toekenning van het verzoek op ten minste vijftig leden ligt. Daarbij ligt het in de rede dat bij toewijzing van het verzoek op redelijk korte termijn het debat met de (in)formateur(s) wordt ingepland, bij voorkeur binnen een week.
Omtzigt Eerdmans Dassen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35980-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.