35 961 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met aanpassing van de tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen

Nr. 15 AMENDEMENT VAN DE LEDEN BIKKER EN AUKJE DE VRIES TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 81

Ontvangen 18 november 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst en wordt in de tekst «artikel 58ra, eerste lid,» vervangen door «het eerste lid».

2. Voor onderdeel 1 (nieuw) wordt een aanhef ingevoegd, luidende:

Artikel 58ra wordt als volgt gewijzigd:

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Indien op het terrein bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, regels worden gesteld als bedoeld in dat lid, kan, indien naar het oordeel van Onze Ministers gelet op het in artikel 58b, eerste lid, genoemde doel de krachtens artikel 58f, eerste lid, te bepalen veilige afstand een evenrediger maatregel is dan de regels bedoeld in het eerste lid, bij die regels worden bepaald dat voor het verkrijgen van toegang niet hoeft te worden beschikt over een resultaat, indien degene die bevoegd is tot het openstellen van die plaats voor publiek er zorg voor draagt dat de daar aanwezige personen een veilige afstand tot elkaar in acht kunnen nemen.

Toelichting

De indieners willen beogen dat de regering kan aanwijzen waar de veilige afstand het coronatoegangsbewijs kan vervangen. Het amendement verstevigt de proportionaliteitsafweging die voor de ministeriële regeling moet worden gemaakt ten aanzien van het alternatief om bijvoorbeeld de anderhalve meter te houden. De ministeriële regeling zal vervolgens verder uitdrukking moeten geven aan tot op welk niveau dit maatwerk kan worden geboden.

In het nieuwe elfde lid van artikel 58ra van de Wet publieke gezondheid is geregeld dat in het geval dat bij ministeriele regeling wordt bepaald dat bepaalde locaties alleen toegankelijk zijn met de inzet van coronatoegangsbewijzen, de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in die regeling kunnen bepalen dat een locatie ook toegankelijk mag zijn voor publiek als de beheerder er zorg voor draagt dat de daar aanwezige personen een veilige afstand tot elkaar in acht nemen. In dat geval hoeft de beheerder geen coronatoegangsbewijzen te vragen aan het publiek. Hiertoe kan overgegaan worden als het voorschrijven van een veilige afstand (van anderhalve meter) een evenrediger maatregel is dan openstelling met de inzet van coronatoegangsbewijzen.

Bikker Aukje de Vries


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de toelichting.

Naar boven