Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35928 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35928 nr. B |
Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggend wetsvoorstel en zij hebben hierover een aantal vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2022 en zij hebben hierover een aantal vragen.
De leden van de FVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en zij hebben hierover een aantal vragen.
De leden van de 50PLUS-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggend wetsvoorstel en zij hebben hierover een aantal vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen de regering wat kwalificeert als een «eerdere verkrijging» terzake van een verkoopregulerend beding. Kan de regering voorbeelden geven ter verduidelijking van de uitleg van het begrip «eerdere verkrijging»? De voorgestelde aanpassing van de eigenwoningregeling in partnerschapssituaties en bij overlijden wordt in de uitvoeringstoets meermalen als een complex te begrijpen maatregel aangeduid. Complex voor belastingplichtigen, adviseurs en dienstverleners. Met gevolgen voor de handhaafbaarheid van de voorgestelde maatregelen (gele vlag en 1fte structureel extra in te zetten op de uitvoering). Voorgesteld wordt om de introductie van de regelingen op te nemen in de communicatiestrategie van de aangiftecampagne2. Deze leden vragen de regering of de uitvoering van deze maatregelen wordt geëvalueerd. De Staatssecretaris van Financiën merkt naar aanleiding van vragen van de Afdeling advisering van de Raad van State op dat de maatregelen in positieve zin bijdragen aan het «doenvermogen» van belastingplichtigen met een eigen woning.3 Is deze constatering van de regering gebaseerd op een doenvermogentoets? Zo nee, waarop baseert de regering deze conclusie?
De leden van de CDA-fractie wijzen erop dat de aanpassingen van de eigenwoningregeling zijn bedoeld ter vereenvoudiging, maar in hun vormgeving buitengewoon complex zijn om deze te doorgronden. Is de regering het met de leden van de fractie van het CDA eens dat dit symptomatisch is voor de zeer complexe regeling rondom de eigen woning? Is de regering het met de leden van de CDA-fractie eens dat deze complexiteit niet kan worden opgelost met incidentele reparatiemaatregelen maar alleen door een structurele herziening, waarbij overigens niet alleen wordt gekeken naar de eigenwoningbezitter maar ook naar de huurder?
De leden van de Fractie-Nanninga vragen de regering om uit te nog eens op te sommen wat de mogelijkheden zijn om behoudende spaarders die amper rente ontvangen of dat zelfs moeten betalen, te beschermen tegen vermogensrendementsheffing die veel hoger ligt, en waarover zij 31 procent belasting betalen. Kan de regering per mogelijkheid aangeven wat de reden is om die niet als beleidswijziging voor te leggen?
De leden van de FVD-fractie merken op dat de advocaat-generaal van de Hoge Raad op 1 november 20214 heeft geconcludeerd dat de box 3 heffing in 2017 en 2018 strijdig is met fundamentele grondrechten. In reactie op dit advies van de advocaat-generaal heeft de Staatssecretaris de Tweede Kamer toegezegd een aantal scenario’s te zullen ontwikkelen over wat we zouden kunnen verwachten bij verschillende uitspraken van de Hoge Raad.5 Kan de regering, zo vragen de leden van de FVD-fractie, deze scenario’s ook aan de Eerste Kamer doen toekomen, voor de behandeling van het Belastingplan 2022? Een van de scenario’s zou moeten behelzen dat rechtsherstel geboden moet worden aan meer dan een miljoen burgers. Hebben de ervaringen met de kindertoeslagaffaire de regering aanleiding gegeven tot een andere opstelling inzake de hantering van fictieve rendementen bij de vermogensrendementsheffing?
De leden van de 50PLUS-fractie vragen de regering om een reactie te geven op voormeld advies van de advocaat-generaal van de Hoge Raad inhoudende dat de regels van het fictieve rendement in strijd zijn met het eigendomsrecht van het EVRM en het gelijkheidsbeginsel. Kan de regering toelichten waarom een eventuele uitspraak van de Hoge Raad die het advies van de A-G zou volgen alleen werking zou hebben voor de personen die bezwaar hadden gemaakt? Kan door de regering een overzicht worden gegeven in tabel en grafiek van het CBS-prijsindexcijfer Bestaande Koopwoningen vanaf de introductie van box 3. Zowel met basisjaar 2010 en met basisjaar 2015?
Kan er door de regering een overzicht worden gegeven van de ontwikkeling van de WOZ-waarde vanaf de introductie van box 3? Wat is de gemiddelde stijging van de WOZ-waarde sedert de invoering van de afschaffing van de Wet-Hillen6 en hoeveel is die stijging hoger dan destijds geraamd bij de afschaffing van die wet? En wat is de extra lastenverzwaring als gevolg van die meeropbrengst?
De leden van de VVD-fractie merken op dat de voorgestelde wettelijke grondslag gegevensuitlevering van kinderopvangorganisaties aan de Belastingdienst-Toeslagen uitvoerbaar wordt geacht in de uitvoeringstoets, maar wel met de aantekening dat er gestart wordt met het bestaande semiautomatische systeem en pas later overgegaan wordt op het gewenste volledig geautomatiseerde proces. Tevens wordt aangegeven dat er gegeven het volle IV-portfolio mogelijk moet worden geprioriteerd als organisatiebrede nieuwe wensen aan het portfolio worden toegevoegd. Tenslotte wordt opgemerkt dat mocht de inpassing niet mogelijk zijn, de geautomatiseerde voorziening vertraging oplevert. Deze leden vragen de regering welke risico’s er zijn te onderscheiden als het volledige geautomatiseerde proces vertraging kent? Welke mogelijke gevolgen heeft dit voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de toeslagen? Op welke wijze kunnen de gesignaleerde risico’s beperkt worden?
De leden van de VVD-fractie merken op dat de uitvoeringstoets behorend bij de delegatiebepaling ondersteuning toeslaggerechtigden vermeldt dat de maatregel uitsluitend een delegatiebepaling naar een ministeriële regeling behelst. De ministeriële regeling moet te zijner tijd zelfstandig getoetst worden op uitvoerbaarheid. Aangezien deze delegatiebepaling per 1 januari 2022 ingaat, is de logische vraag wat de ingangsdatum is van de ministeriële regeling. De leden van de VVD-fractie verzoeken de regering om de Kamer een uitvoeringstoets voorafgaand aan de ingangsdatum van de ministeriële regeling ondersteuning toeslaggerechtigden te doen toekomen.
De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 26 november 2021.
De voorzitter van de vaste commissie Financiën, P.H.J. Essers
De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Dooren
Samenstelling:
Essers (CDA) (voorzitter), Prast (PvdD), Backer (D66), Ester (CU), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Apeldoorn (SP), Van Strien (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), N.J.J. van Kesteren (CDA), Schalk (SGP), Van Rooijen (50PLUS), Adriaansens (VVD), Van Ballekom (VVD), Berkhout (Fractie-Nanninga), Crone (PvdA), Frentrop (FVD) Geerdink (VVD), Karimi (GL) (ondervoorzitter), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Otten (Fractie-Otten), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), Van der Voort (D66) en Raven (OSF), Fiers (PvdA)
Uit het plenaire debat in de Tweede Kamer gehouden op 9 november 2021, het verslag is nog niet als Handelingen gepubliceerd. Zie voor het conceptverslag: https://www.eerstekamer.nl/behandeling/20211110/conceptverslag_voortzetting/document3/f=/vlnt9m29jbei.pdf
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35928-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.