35 925 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022

Nr. 43 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN WIJNGAARDEN TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 24

Voorgesteld 17 november 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet conform de EZ-maakindustriebrief van 30-10-2020 en de Defensie Industrie Strategie 2018 streeft naar minimale afhankelijkheid van (bedrijven in) derde landen bij het garanderen van essentiële nationale veiligheidsbelangen;

overwegende dat bij de gunning van de beste boot voor de beste prijs met oog voor risicobeheersing en de uitwerking van het nationaal veiligheidsbelang en strategische autonomie het criterium «beste boot» niet een puur technische vergelijking is maar ook de mogelijkheid omvat om gedurende de gehele levensduur strategisch autonoom en zelfstandig over het wapensysteem te kunnen beschikken;

overwegende dat voor de borging van deze strategische autonomie en maximale inzetbaarheid van de boot het wenselijk en nodig is dat Defensie, Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen onderhoud aan en upgrades van de boot gedurende de gehele levensfase zo zelfstandig mogelijk kunnen uitvoeren;

overwegende dat om bij de gehele levensfase betrokken te zijn, een wezenlijke rol bij de productie zeer wenselijk is;

overwegende dat deze strategische autonomie in de gunningscriteria van de boot geborgd dient te worden;

verzoekt de regering:

  • te zorgen voor borging van het wezenlijk nationaal veiligheidsbelang en strategische autonomie, inclusief daarvoor benodigde betrokkenheid van de Gouden Driehoek, bij de gehele levensfase van de onderzeeboot;

  • daartoe in de offerteaanvraag primaire en secundaire eisen te formuleren, en de Kamer voorafgaand aan het doen uitgaan van de offerteaanvraag desnoods vertrouwelijk te informeren over de afweging tussen primaire en secundaire eisen in het beoordelingskader en gevolgen voor strategische autonomie die voortvloeien uit de gemaakte keuzes;

  • de Kamer tevens te informeren over de gevolgen hiervan voor de levensduurkosten van de onderzeeboten in relatie tot de return on investment,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Wijngaarden

Stoffer

Boswijk

Ceder

Van Haga

Eppink

Naar boven