Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van
de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben
naar aanleiding daarvan nog een paar vragen en zien de beantwoording met belangstelling
tegemoet.
De PVV-fractieleden hebben van het wetsvoorstel kennisgenomen. Zij hebben over de zorgvuldigheid
van het verloop van het wetstraject in de Tweede Kamer een aantal vragen.
2. Hoofdlijnen voorstel
De VVD-fractieleden vragen de regering toe te lichten of het gevaar niet bestaat dat studenten
die een mbo-opleiding volgen, geen Engels leren spreken indien zij het onderwijs in
het Papiaments aangeboden krijgen. Zouden zij daardoor mogelijk op achterstand gezet
kunnen worden bij het vinden van een baan?
De leden van de PVV-fractie merken op dat het wetsvoorstel beoogt dat in het Papiaments gediplomeerde
studenten toegang kunnen krijgen tot vervolgopleidingen in Europees Nederland terwijl
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW) toegang
van in het Papiaments gediplomeerde studenten tot het Nederlandse hoger beroepsonderwijs
al toestaat.
Kan de regering de meerwaarde van dit wetsvoorstel aangeven, gelet op het feit dat
de WHW toestaat dat studenten met een mbo-diploma op niveau 4 in welke taal behaald
dan ook, toegang hebben tot vervolgonderwijs in Nederland?
Kan de regering aangeven waarom essentiële informatie, dat geslaagde studenten zich
overal in het Koninkrijk der Nederlanden kunnen melden voor een vervolgopleiding of
op de arbeidsmarkt, niet is betrokken in de presentatie van het wetsvoorstel, in de
memorie van toelichting en tijdens behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer,
in zowel eerste als in de tweede termijn?
Kan de regering tevens aangeven waarom een cursus om het niveau van de Nederlandse
taalvaardigheid van niet-Nederlandssprekende studenten tot en met havo-niveau te verhogen,
wordt voorgewend als voorwaarde voor het krijgen van toegang tot vervolgopleidingen
in Europees Nederland van in het Papiaments gediplomeerde studenten, terwijl de WHW
toegang van deze studenten tot het Nederlandse hoger beroepsonderwijs zonder een dergelijke
cursus al toestaat?
Kan de regering toelichten waarom de onzorgvuldigheid in het wetstraject in de Tweede
Kamer, gebaseerd op het uitgangspunt dat in het Papiaments gediplomeerde studenten
geen toegang zouden krijgen tot vervolgopleidingen in Europees Nederland (terwijl
de WHW daar wel in voorziet), voor haar geen aanleiding is geweest om het gemankeerde
wetsvoorstel in te trekken?
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet de memorie van antwoord
– bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Verkerk
De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dragstra