35 893 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES in verband met uitbreiding van de uitzonderingsmogelijkheid om het onderwijs en de examens van mbo-opleidingen op Bonaire in het Papiaments aan te bieden

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 5 juli 2022

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben naar aanleiding daarvan nog een paar vragen en zien de beantwoording met belangstelling tegemoet.

De PVV-fractieleden hebben van het wetsvoorstel kennisgenomen. Zij hebben over de zorgvuldigheid van het verloop van het wetstraject in de Tweede Kamer een aantal vragen.

2. Hoofdlijnen voorstel

De VVD-fractieleden vragen de regering toe te lichten of het gevaar niet bestaat dat studenten die een mbo-opleiding volgen, geen Engels leren spreken indien zij het onderwijs in het Papiaments aangeboden krijgen. Zouden zij daardoor mogelijk op achterstand gezet kunnen worden bij het vinden van een baan?

De leden van de PVV-fractie merken op dat het wetsvoorstel beoogt dat in het Papiaments gediplomeerde studenten toegang kunnen krijgen tot vervolgopleidingen in Europees Nederland terwijl de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW) toegang van in het Papiaments gediplomeerde studenten tot het Nederlandse hoger beroepsonderwijs al toestaat.

Kan de regering de meerwaarde van dit wetsvoorstel aangeven, gelet op het feit dat de WHW toestaat dat studenten met een mbo-diploma op niveau 4 in welke taal behaald dan ook, toegang hebben tot vervolgonderwijs in Nederland?

Kan de regering aangeven waarom essentiële informatie, dat geslaagde studenten zich overal in het Koninkrijk der Nederlanden kunnen melden voor een vervolgopleiding of op de arbeidsmarkt, niet is betrokken in de presentatie van het wetsvoorstel, in de memorie van toelichting en tijdens behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer, in zowel eerste als in de tweede termijn?

Kan de regering tevens aangeven waarom een cursus om het niveau van de Nederlandse taalvaardigheid van niet-Nederlandssprekende studenten tot en met havo-niveau te verhogen, wordt voorgewend als voorwaarde voor het krijgen van toegang tot vervolgopleidingen in Europees Nederland van in het Papiaments gediplomeerde studenten, terwijl de WHW toegang van deze studenten tot het Nederlandse hoger beroepsonderwijs zonder een dergelijke cursus al toestaat?

Kan de regering toelichten waarom de onzorgvuldigheid in het wetstraject in de Tweede Kamer, gebaseerd op het uitgangspunt dat in het Papiaments gediplomeerde studenten geen toegang zouden krijgen tot vervolgopleidingen in Europees Nederland (terwijl de WHW daar wel in voorziet), voor haar geen aanleiding is geweest om het gemankeerde wetsvoorstel in te trekken?

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet de memorie van antwoord – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Verkerk

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dragstra


X Noot
1

Samenstelling:

Essers (CDA), Ganzevoort (GL), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Pijlman (D66) (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Beukering (Fractie-Nanninga). A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Vos (PvdA), Van den Berg (VVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), Veldhoen (GL), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), De Vries (Fractie-Otten), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) Verkerk (CU) (voorzitter), Prast (PvdD) en Fiers (PvdA).

Naar boven