35 892 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking en aanvulling van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling, dierverwaarlozing en overtreding van bepalingen inzake dierenwelzijn, dierengezondheid en het aanhitsen van dieren (Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing)

Nr. 14 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 31 maart 2023

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel III wordt als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel F wordt «de gezondheid of het welzijn of een of meer dieren» vervangen door «de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren».

B

Onderdeel G komt te luiden:

G

Artikel 8.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde en zesde lid vervalt «1.4,».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

7. Gedragingen in strijd met artikel 8.11a worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.

Toelichting

Met deze tweede nota van wijziging worden twee onvolkomenheden in het wetsvoorstel hersteld.

Onderdeel A corrigeert een typefout die abusievelijk is opgenomen in de eerste nota van wijziging bij het wetsvoorstel.

De wijzigingen die middels onderdeel B worden doorgevoerd, houden verband met het voorstel om de strafbaarstelling van de algemene zorgplicht in artikel 1.4 van de Wet dieren te laten vervallen. Het wetsvoorstel bepaalt reeds dat de verwijzing naar dat artikel in artikel 8.11 van de Wet dieren wordt geschrapt (artikel III, onderdeel E). Voor het doen vervallen van de strafbaarstelling van de algemene zorgplicht is echter ook nodig dat de verwijzing naar artikel 1.4 van de Wet dieren wordt geschrapt in artikel 8.12, derde en zesde lid, van die wet. De wijziging die daarin voorziet, wordt via onderdeel B aan het wetsvoorstel toegevoegd. Omwille van de leesbaarheid wordt de tekst van artikel III, onderdeel G, van het wetsvoorstel opnieuw vastgesteld.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius