35 889 Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Verzamelwet EZK 20..)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 7 oktober 2021

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

I. ALGEMEEN

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben geen aanleiding gevonden tot het maken van opmerkingen en het stellen van vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende wetsvoorstel. Deze leden constateren dat dit wetsvoorstel enkele wijzigingen van ondergeschikte aard bevat. Tevens constateren zij dat de opmerkingen van de afdeling advisering van de Raad van State zijn verwerkt. De leden onderschrijven het doel van dit wetsvoorstel en hebben in deze fase van de behandeling geen behoefte aan een nadere toelichting.

1. Regeldruk

De leden van de VVD-fractie lezen dat ondanks dat de omvang van het (toekomstige) probleem van het wetsvoorstel niet compleet helder is, de voorgestelde wijzigingen als noodzakelijk worden geacht om het Agentschap Telecom in staat te stellen volledig uitvoering te geven aan het toezicht van de Waarborgwet. Op basis van welke probleemanalyse worden de voorliggende wijzigingen als noodzakelijk geacht?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de effecten van voorliggende wijzigingen op de regeldruk van ondernemers als beperkt wordt beschouwd. Het regering stelt dat de inschatting is dat het om 300 tot 600 bedrijven gaat en om ongeveer 8.100 tot 16.200 euro aan eenmalige kosten. Deelt de regering de mening van deze dat deze kosten voor (kleine) ondernemers alsnog flink kunnen oplopen? Zijn de ondernemers in kwestie op de hoogte gesteld van deze extra kosten? Hoe beoordeelt de regering de hoogte van deze geschatte kosten in het licht van de eerdere uitspraak dat de omvang van het (toekomstige) probleem niet compleet helder is?

De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan

De griffier van de commissie, Nava

Naar boven