35 872 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het afschaffen van de collectiviteitskorting

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is de collectiviteitskorting op zorgverzekeringen af te schaffen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9d, derde lid, vervalt «zonder collectiviteitskorting als bedoeld in artikel 18 en».

B

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid vervalt «artikel 18, vierde lid, of».

2. In het vijfde lid wordt «de premiekortingen, bedoeld in de artikelen 18, vierde lid, of 20, indien deze van toepassing zijn» vervangen door «de premiekorting, bedoeld in artikel 20, indien deze van toepassing is».

C

Artikel 18 komt te luiden:

Artikel 18

Indien een werkgever de verschuldigde premie aan een zorgverzekeraar betaalt, vermelden de zorgverzekeraar en de werkgever bij de verstrekking van persoonsgegevens aan elkaar met betrekking tot een werknemer die verzekeringnemer en een verzekerde is van een zorgverzekering waarvoor die werkgever de verschuldigde premie aan die zorgverzekeraar betaalt, het burgerservicenummer van die werknemer.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Medische Zorg,

Naar boven